Code+ 2.2 Flashcards
deze verzameling vormt een … (bütün)
geheel
bijwoord
uitspraak: ge-HEEL
1-alle delen bij elkaar
vb: deze verzameling vormt een geheel
over het geheel genomen … [in het algemeen …]
synoniem: volslagen
tegenstellingen: deel element gedeelte part stuk onderdeel
2-geheel en al, in alle opzichten
vb: haar gedrag was geheel te begrijpen
synoniemen: alleszins volledig [2] helemaal glad [2]
Het KNMI heeft een speciale atlas gepubliceerd die geheel … (ayrılmış, adanmış) aan het weer en klimaat in NL.
is gewijd
wijden aan iets/iemand
regelmatig werkwoord
WIJ-den
1-je energie en aandacht eraan geven
vb: ik wijdde me aan mijn huiswerk
2-inzegenen en daarmee opdragen aan God
vb: de priester wijdde het nieuwe huis
gewijd=özel, kutsal
bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-WIJD
1-waarover de zegen is uitgesproken
vb: ze werd begraven in gewijde grond
2-wat met de liturgie in verband staat
vb: in de kerk luisterden we naar gewijde muziek
hij maakte een … (genel bakış,özet) van de ontwikkelingen
overzicht
het O-ver-zicht
1-het geheel duidelijk zien
vb: op de toren hadden we overzicht over het plein
2-een duidelijke samenvatting
vb: hij maakte een overzicht van de ontwikkelingen
De atlas … ook een wolkenatlas … (içerir).
is opgenomen
1-het pakken en optillen
vb: hij nam de telefoon op
tegenstellingen: neerzetten opstellen
2-van bank- of girorekening afhalen
vb: ik heb vandaag 100 gulden opgenomen
3-meten hoe groot het is of hoe lang het duurt
vb: heb je de tijd opgenomen?
4-hem er deel van uit laten maken
vb: zij werd snel in de groep opgenomen
5-hem goed bekijken
vb: ze nam hem nieuwsgierig op
6-erop reageren
vb: zij nam het vervelende nieuws goed op
7-registreren op een beeld- of geluiddrager
vb: heb je dat programma met de video opgenomen?
synoniem: vastleggen
tegenstellingen: deleten wissen
kunt u hier een … (verklaring) op geven?
toelichting
zelfstandig naamwoord
uitspraak: TOE-lich-ting
-het zeggen hoe het komt of wat de reden is
synoniemen: verklaring getuigenis
de weerman voorspelt … (don) en sneeuw
vorst
zelfstandig naamwoord
de vorst
1-het lager dan nul graden zijn
de vorst zit nog in de grond [de grond is nog hard door bevriezing]
2-hoofd van een rijk
vb: Nederland heeft geen vorst, maar een vorstin
hij zit als een vorst [heerlijk]
synoniem: heerser
Ook deze … (görünüşler, kısımlar) komen in De Bosatlas van het klimaat uitgebreid aan bod.
aspecten
zelfstandig naamwoord
het as-PECT
1-onderdeel of kant van een bepaalde zaak
vb: we bekeken de verschillende aspecten van het voorstel
synoniem: facet
… (Son on yılda) is er veel veranderd
het laatste decennium
zelfstandig naamwoord
het de-CEN-ni-um
1-periode van tien jaar
het decennium
de decennia of decenniums
We hoeven … (ısıtma) minder vaak … (aandoen).
de verwarming …. aan te zetten
ze probeerde het ongeluk te … (önlemek)
voorkomen
onregelmatig werkwoord
uitspraak: voor-KO-men
-ervoor zorgen dat het niet gebeurt
voorkómen is beter dan genezen [je kunt er beter voor zorgen dat het niet gebeurt dan dat je daarna de schade moet herstellen]
ik voorkom
jij/u voorkomt
hij/zij voorkomt
wij/zij/jullie voorkomen
ik/jij/u/hij/zij voorkwam
wij/zij/jullie voorkwamen
hij heeft voorkomen
Zware buien … tegenwoordig veel vaker … (görnüyor).
komen … voor
voorkomen
zelfstandig naamwoord, regelmatig werkwoord
VOOR-ko-men
1-gebeuren of er zijn
vb: het komt niet vaak voor dat hij op tijd is
2-voor de rechtbank verschijnen
vb: hij moet binnenkort vóórkomen
3-lijken of schijnen
vb: dat gezicht komt mij bekend voor
het komt voor (… het voorkomt)
zij komen voor (… zij voorkomen)
het kwam voor (… het voorkwam)
zij kwamen voor (… zij voorkwamen)
het is voorgekomen
we klommen vanaf het strand naar … (yüksek irtifadaki,yayladaki otel).
het hooggelegen hotel
bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: HOOG-ge-le-gen
-op grote hoogte vanaf de zeespiegel
tegenstelling: laaggelegen
hij … (delik açtı) een gat in de muur
boorde
boren
regelmatig werkwoord
uitspraak: BO-ren
-ergens een gat in maken
het boren= sondaj
vb: Er is recentelijk veel discussie over het boren naar gas en olie in natuurgebieden
Zal ik vragen of ze de foto van de opening in hun krant willen … ((gazetede) basmak).
opnemen
ik neem op (… ik opneem)
jij/u neemt op (… jij opneemt)
hij/zij neemt op (… hij opneemt)
wij/zij/jullie nemen op (… wij opnemen)
ik/jij/u/hij/zij nam op (… ik opnam)
wij/zij/jullie namen op (… wij opnamen)
hij heeft opgenomen
-het pakken en optillen
vb: hij nam de telefoon op
tegenstellingen: neerzetten opstellen
1-van bank- of girorekening afhalen
vb: ik heb vandaag 100 gulden opgenomen
2-meten hoe groot het is of hoe lang het duurt
vb: heb je de tijd opgenomen?
3-de tijd opnemen [meten hoe lang het duurt]
4-hem er deel van uit laten maken
vb: zij werd snel in de groep opgenomen
5-hem goed bekijken
vb: ze nam hem nieuwsgierig op
6-erop reageren
vb: zij nam het vervelende nieuws goed op
7-registreren op een beeld- of geluiddrager
vb: heb je dat programma met de video opgenomen?
synoniem: vastleggen
tegenstellingen: deleten wissen
De bal … (havada süzüldü) lang in de lucht, voordat hij op de grond kwam.
zweefde
zweven
regelmatig werkwoord
uitspraak: ZWE-ven
vanzelf in de lucht blijven hangen
vb: de vogel zweefde weg op de opstijgende lucht