Chemisch evenwicht & Zuur en base Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen een aflopende reactie en evenwichtsreactie?

A

Een aflopende reactie is een reactie die doorgaat tot één of alle reagentia volledig opgebruikt wordt. Deze reacties worden geschreven met een enkele pijl. - Een reactiemengsel waar de heen- en terugreactie aan dezelfde snelheid verlopen en waarbij men geen veranderingen in concentratie kan merken heeft zijn evenwichtstoestand bereikt. Geen van beide reacties kent een volledig verloop. Beide reagentia als reactieproducten zijn aanwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een voorbeeld van dynamisch evenwicht en beschrijf.

A

Wanneer de reactiesnelheden van beide richtingen gelijk zijn spreken we van dynamisch evenwicht. > Een verandering in reactiesnelheid bij één van de richtingen veroorzaakt een verandering in evenwicht. (Zie invloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren hebben een invloed op de evenwicht in een reactie, verklaar ze.

A

Temperatuur, druk en concentratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de invloed van verdunning in een reactiemengsel op het evenwicht?

A

Verdunning = concentratievermindering.
Toevoegen van oplosmiddel (verdunning) aan een homogeen evenwicht in dat oplosmiddel
veroorzaakt een verschuiving van het evenwicht naar die kant waar in de reactievergelijking het
grootste aantal opgeloste moleculen staat.
Verwijderen van oplosmiddel (door indampen bijv.) uit een homogeen evenwicht in dat oplosmiddel
veroorzaakt een verschuiving van het evenwicht naar die kant waar in de reactievergelijking het
kleinste aantal opgeloste moleculen staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definiëer een zuur en base volgens Bronsted.

A

Een zuur is elk deeltje dat als protondonor kan optreden. Een base is elk deeltje dat als protonacceptor kan optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een amfolyt? Geef een voorbeeld.

A

Een deeltje dat zowel als zuur en base kan optreden. Bijvoorbeeld H20.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de pH?

A

De mate van zuurheid of basiciteit. Hoe lager de pH, hoe zuurder. Hoe hoger de pH, hoe basischer. pH 7 is neutraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het belang van buffermengsels?

A

Buffermengsels diener voor het constant houden van gewenste pH waarden. Waterige oplossingenwaarvan de pH-waarde slechts weinig verandert door toevoeging van water of kleine hoeveelheden zuur of base worden buffermengsels genoemd. Een buffermengsel bevat voldoende hoeveelheden van beide componenten van éénzelfde zuur/base-koppel waarbij zowel het zuur als base zwak zijn. De pH-waarde van een buffer wordt bepaald door de aard van het zuur/base-koppel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het equivalentiepunt?

A

Het equivalentiepunt ligt in het midden van de pH-sprong of aan de buigpunt van de titratiecurve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly