Chemie Flashcards
Enkelvoudige koolhydraten
Zitten in: frisdranken, vruchtensappen en bevatten weinig voedingsvezels –> monosachariden
Meervoudige koolhydraten
Zitten in: volkorenbrood, volkorenpasta, peulvruchten en zilvervliesrijst –> disachariden, oligosachariden, polysachariden, voedingsvezel
Kenmerken voor koolhydraten
Koolhydraten hebben altijd een –OH groep. De aanwezigheid hiervan kunnen waterstofbruggen vormen. Koolhydraten zijn hydrofiel (houden van water).
verstijfselen
a. Zetmeel absorbeert water en zwellen op.
b. Vb: rijst, tarwe, aardappels, pasta en mais.
gelvorming
a. Verstijfselen maar dan met extra water.
b. Vb: cellulose
c. Zetmeel ketes komen los van elkaar en gaan schuin over elkaar liggen. Gebruikt als verdikkingsmiddel in de cosmetica en voedingsmiddelen.
Retrogradatie
Water gaat er uit, bij het langzaam af laten koelen waardoor een deel van het zetmeel veranderd.
Karamelliseren
a. Temp: 160/170 C
b. Suiker valt uiteen → donkere bittere stof ontstaat
c. Suikers bij verhitting reageren tot karamel
Maillard reactie
a. Eiwitten reageren met reducerende suikers → geur en kleur
b. Kan kankerverwekkend zijn (acrylamides)
c. Temp: 120-150 C
d. Vb: bakken van vlees
Opbouw van vetten en vetzuren
- Vetten bestaan uit vooral C en H en voor de rest uit O.
- Hierdoor heb je meer energie per gram dan koolhydraten.
- Groter molecuul = meer bindingen = meer energie.
- Tryglyceriden = 1 glycerol + 3 vetzuren (vb. Olies)
- Als glycerol aan een vetzuur bindt, gaat er water weg → Dubbele O = verestering (vorming van een ester = organische verbinding)
- Vetzuur bestaat uit een methylgroep en een zuurgroep.
Essentieel vetzuur
- Lichaam kan de 1e 7 C’s niet maken, dus moeten wij ze zelf innemen. (omega 3&6)
- Omega 6: ciscis C18:2 (6= plek van de eerste dubbele binding) (C18: aantal C’s) (:2: is het aantal dubbele bindingen)
Ketenlengtes
SCT (short): 2 tot 4 ketens
MCT (med): 6 tot 10 ketens
LCT (large): 12 of meer ketens (90%)
Cisvet
Goede vet. enkelvoudig en meervoudige onverzadigde vetzuren. Het lichaam bevat enzymen om een cis-vet te maken.
Transvet
Slechte vet. Onverzadigd maar slechter dan verzadigd. Het lichaam bevat geen enzymen om een trans-vet te maken.
Herkennen van verzadigd vet
C17H35COOH →
C17x2 + de C’s van het zuur = 35
Alle C’s = H35 gelijk getal = verzadigd vet
Herkennen van onverzadigd vet
C17H31COOH →
Voor elke 2H’s te weinig = 1 dubbele binding. (1 = enkelvoudig, 2 = meervoudig)
Visvetzuren
Eicosapentaeenzuur (EPA) & Docosahexaeenzuur (DHA)
Temperaturen vetten
Onder kamertemperatuur o olie wordt dikker en troebel (stollen) Kamertemperatuur (18-20C) o vloeibaar (onverzadigd vet) o vast (verzadigde vetten) Rooktemperatuur (rond 200C) o vetten ontleden en bederf gaat veel sneller Kookpunt: 200-230 C
hydrolyse
glycerol en vetzuren worden gesplitst door water.
Acroleïnevorming vetten
Vrije glycerol wordt omgezet tot acroleïne (=carcinogeen) bij 180C
Polymerisatie (bij langdurig verhitten) vetten
Vrije vetzuren worden gekoppeld tot macromolecuul , hierdoor wordt het dik
Oxidatie vetten
a. Aldehydes en ketonen worden gevorm (=extreem zuur)
b. Kan ook bij 0C in je lichaam gebeuren, vit E (antioxidant) beschermt hiertegen
c. Kan ook als een product te lang in de vriezer ligt.
Bevorderen kwaliteitsachteruitgang vetten
- licht
- temperatuurverhoging
- metalen