Chaptire 3 Flashcards
le séjour
het verblijf
l’échange m
de uitwisseling
la note
het cijfer
le mot
het woord
l’avenir m
de toekomst
rendre visite à
(iemand) bezoeken
hésiter
twijfelen
avoir le vertige
hoogtevrees hebben
je veux dire
ik wil zeggen
plaisanter
grapjes maken
oser
durven
deviner
raden
quelques
enkele
en tout cas
in ieder geval
comme ça
zo
le dessinateur
de tekenaar
la bande dessinée
het stripverhaal
banal(e)
gewoon
embêtant(e)
vervelend
pareil(le)
gelijk
het woord
le mot
de toekomst
l’avenir m
(iemand) bezoeken
rendre visite à
twijfelen
hésiter
ik wil zeggen
je veux dire
het stripverhaal
la bande dessinée
slecht
mauvais(e)
wiskunde
les maths
biologie
la biologie
natuurkunde
les sciences physiques
scheikunde
la chimie
economie
l’économie v
Engels
l’anglais m
Spaans
l’espagnol m
futur(e)
toekomstige
prudent(e)
voorzichtig
impressionné(e)
onder de indruk
suivre
volgen
le pas
de stap
s’amuser
zich vermaken
s’habiller
zich aankleden
se maquiller
zich opmaken
marcher
lopen
laisser tomber
laten vallen
le métier
het beroep
l’hôtesse de l’air v
de stewardess
permettre
toelaten
mettre à l’aise
op zijn gemak stellen
essayer
proberen
les gens m mv
de mensen
avant
vroeger
en tant que
als
vers
rond (4 uur)
à cette époque
in die tijd
zich vermaken
s’amuser
lopen
marcher
laten vallen
laisser tomber
proberen
essayer
verzorgen
soigner
de mensen
les gens m mv
vroeger
avant
de verpleegster
l’infirmière v
de journalist
le/la journaliste
de verkoper
le vendeur
de ICT’er
l’informaticien m
de kok
le cuisinier
de politieman
le policier
interessant
intéressant(e)