chapter 6 en 7 Flashcards
monogensiche kenmerken
veel kenmerken en ziektebeelden worden veroorzaakt door 1 gen
digenische of polygene kenmerken
enkele of vele genen die kenmerken veroorzaken. complexe of multifactoriele kenmerken vermits vaak ook omgevingsfactoren deze kunnen beïnvloeden
autosomaal dominante overerving
- kenmerk komt voor in elke generatie : vertikale transmissie
- kenmerk komt zowel bij man als vrouw met vergelijkbare frequentie
- een aangetast individu heeft 1 aangetaste ouder
- het kenmerk komt statisch bij de helft van de nakomelingen voor als 1 ouder is aangetast
- vader op zoon overerving kan voorkomen
(negatieve selectie met dieren)
autosomaal recessieve overerving
- kenmerk komt meestal maar in 1 generatie voor : horizontale transmissie
- kenmerk komt zowel bij man en vrouw voor met vergelijkbare frequentie
- vaak een graad van verwantschap (consanguiniteit) waar te nemen bij de ouders
- ieder mens drager van 5tal letale recessieve aandoeningne
- het herhalingsrisico is 25%
X-gebonden recessieve overerving
- kenmerk komt alleen voor bij man
- we worden vaak generaties overgeslagen
- nooit transmissie van vader op zoon
- de zonen van draagster hebben 50% kans het kenmerk te bezitten en dochters 0%
X-gebonden dominante kenmerken
-kenmerken komt dubbel zo frequent voor bij vrouwen dan bij mannen
-er worden geen generaties overgeslagen
vader-zoon transmissie wordt niet waargenomen
hypophosphatemische rickets
nieren reabsorberen fosfaat slecht en zorgen zo voor abnormale botten
incontinentia pigmenti
onder microscoop lijkt melanine uit melanocyten in de extracellulaire ruimte te lekken
Y-gebonden overerving
- kenmerk komt alleen bij mannen voor
- er worden geen generatie overgeslagen
- overerving gebeurt enkel van vader op zoon
mitochondriele overerving
langs maternale lijn
heteroplasmie
mutant en normaal mitochondrieel DNA komen samen voor
fenocopie
zelfde ziekte is aanwezig maar kan veroorzaakt worden door een andere genetische oorzaak
anticipatie
sommige erfelijke aandoeningen worden van generatie tot generatie ernstiger. Kan zich uiten in veranderde klinische symptomen en vervroegde aanvangsleeftijd. Worden veroorzaakt door een verlenging van een korte herhalingssequentie die zich in het vertaalde of onvertaalde gebied van een gen bevindt. Er is een duidelijke correlatie tussen het aantal herhalingen en de ernst van de ziekte. Aantal herhalingen neemt toe van generatie tot generatie. kan geen functionele eiwit gevormd worden.
somatische mutaties
treden tijdens ontwikkelingsfase op. kunnen ervoor zorgen dat een individu mozaiek is voor een mutatie en deze dus draagt in een gedeelte van de cellen.
kiemlijnmosaicisme
dragen gedeelte of alle geslachtscellen de mutatie maar niet aanwezig in andere cellen in het lichaam