Chapter 1 & 2 Flashcards
Hoe lang bestaat e-commerce al?
2 decennia, we zijn dus nog maar aan het begin van de e-commerce tijd. Het maakt nog steeds een enorme groei door.
Wat is e-business?
Digitaal mogelijk maken van transacties en processen binnen een bedrijf.
Waar of niet waar: Commerciële transacties buiten organisatorische grenzen valt onder E-commerce?
Waar
Waar of niet waar: informatiesystemen die binnen de controle van een bedrijf behoort, valt onder e-business?
Waar
Deel de volgende bedrijven in in de volgende categoriën: Surface web, deep web, dark web:
Facebook, CNN, Gmail, Netflix, AlphaBay market, LinkedIn, Wikipedia
Surface: Facebook, CNN, Wikipedia
Deep: Facebook, Gmail, Netflix, LinkedIn
Dark: AlphaBay
Welke drie soorten weblagen heb je en wat is het verschil ertussen?
Surface web, deep web, dark web. Surface web zijn alle pagina’s waar iedereen bij kan, deep web is alles waar je niet zomaar bij kan zonder extra handelingen (zoals inloggen), aka alles waar je een profiel bij hebt is deep. Dark web is het verborgen gedeelte van het internet die niet vindbaar is via zoekmachines.
Waarom is het niet mogelijk om precies te zien hoe groot het internet is?
Een manier om het te meten zou het aantal domein namen tellen zijn, maar dit is niet mogelijk, omdat er elke seconde zo enorm veel bij komen. Daarnaast zijn er in het dark web ook enorm veel domeinen te vinden die ook niet telbaar zijn.
Wat is de WWW? En wat is het verschil met internet?
WWW is world wide web en is een informatiesysteem dat op het internet runt. Het geeft toegang tot biljoenen webpagina’s.
Wat is een mobile platform en wat is het voordeel ervan?
Het geeft de gebruiker de mogelijkheid het internet te gebruiken vanaf verschillende mobiele apparaten.
Welke 3 grote organisatorische thema’s worden gebruikt om e-commerce te begrijpen?
Business, technologie en society.
Wat zijn de 8 unique features van e-commerce technologie?
SPUUGIII
S: Social Technology - it uses social networks and digital media to facilitate transactions between businesses and customers.
P: Personalization / Customization: it permits customization
U: Ubiquity: Customers can access services from anywhere, at any time and on any device
U: Universal standards: 1 internet technology standard which lowers entry costs and reduce search costs
G: Global reach: Ability to have customers in many different parts of the world
I: Interactivity: The technology works through interaction with the user
I: information density: The total amount and quality of information available to all market participants
I: Information richness: the complexity and content of the message. Internet allows for video, audio and text to be delivered to large numbers of people
Wat is informatie asymmetrie?
Ongelijke marktinformatie tussen partijen binnen de transactie.
Welke feature wordt hier omschreven: Vanuit het oogpunt van de consument verlaagt … de transactiekosten, want het is niet langer nodig om tijd en geld te besteden aan het reizen naar een fysieke markt.
Ubiquity
Welke feature wordt hier omschreven: Door … wordt de potentiële marktgrootte enorm.
Global reach
Welke feature wordt hier omschreven: … verlagen de markt instapkosten en verlagen zoekkosten (de moeite die gedaan moet worden door consumenten om een goed product te vinden).
Universal standards
Welke feature wordt hier omschreven: … betekent dat er two-way communicatie kan plaatsvinden tussen de verkoper en de klant.
Interactivity
Welke feature wordt hier omschreven: Door het toenemen van de … is er meer prijs- en kostentransparantie.
Information density
Welke feature wordt hier omschreven: … zorgt ervoor dat gebruikers content kunnen maken en delen met de wereldwijde community.
Social technology
Benoem wat de volgende afkortingen betekenen: B2B, B2C, C2C, M-commerce, Social e-commerce, Local e-commerce. Noem van elke een voorbeeld.
B2B = business to business, SAP
B2C = business to customer, online webshops
C2C = customer to customer, marktplaats, vinted, e-bay
M-commerce = Mobile e-commerce
Social e-commerce = kopen via social media, Facebook
Local e-commerce = lokaal bedrijf dat producten online verkoopt.
Een variatie op m-commerce is conversational commerce, wat is dat?
Conversational commerce is het gebruik van chatbots op mobile messaging apps zoals facebook messenger, whatsapp snapchat en slack als een manier om te interacteren met consumenten.
Waarom zou je e-commerce zowel kunnen omschrijven als een gefaald concept als een geslaagd concept?
In de invention tijd van de e-commerce (1995-2000) was het opkomende concept eerste een groot succes, waar het voornamelijk ging om het verkopen van simpele producten. Dit succes kwam tot een eind door de ‘dotcom crash’, waarbij de aandelenmarkt instortte en veel bedrijven failliet gingen -> gefaald.
In de periode die volgde krabbelde de markt weer op, waardoor de e-commerce door zijn nieuwe business-driven approach kon doorgroeien. Uiteindelijk is het nu een ongekend succes -> geslaagd.
Hoe heten de 3 tijdvakken van de e-commerce?
Invention, consolidation, reinvention
Wat is een business model?
Een set van geplande activiteiten (business processes) die bedacht zijn om winst op te leveren.
Waar of niet waar: een business model is hetzelfde als een business plan?
Niet waar, een business plan beschrijft het business model