ch3 Flashcards

1
Q

wat wordt verstaan onder de jeugdzorg/jeugdhulp?

A

Art. 1.1 Jeugdwet
1. Ondersteuning van, en hulp en zorg (niet zijnde preventie) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.
2. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de doelen van de jeugdwet?

A

1: een eenvoudiger en effectiever stelsel van jeugdzorg, met optimale samenwerking tussen hulpverleners rond gezinnen
2. adequate vroege ondersteuning bij opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.
* Preventie, uitgaan van eigen mogelijkheden en eerder de juiste hulp op maat
* Betere samenwerking bij de hulp aan jeugdigen en meer innovaties
* Vermindering van de regeldruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de uitgangspunten van de jeugdhulp?

A
  • De verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp komt bij gemeenten te liggen: vorm van decentralisatie ->gemeentes zijn volledig zelfstandig verantwoordelijk en vooraf geen instructies of aanwijzingen hebben gekregen, ze hoeven geen verantwoordelijkheid af te leggen aan de overheid dus hebben veel vrijheid.
  • Gemeenten hebben in de uitvoering van deze taak grote vrijheid gekregen om de toegang tot- en de vormgeving van het lokale hulpverleningsaanbod te bepalen
  • De gemeente waar de minderjarige staat ingeschreven heeft een jeugdhulpplicht: iedere gemeente is wettelijk verplicht om een Dekkend aanbod van kwalitatief goede zorg te realiseren.
  • Stap 1 hulp en ondersteuning is vaak door: Centrale toegang tot jeugdhulp is (vrijwel altijd) in handen van sociale wijkteams: snelle laagdrempelige manier zorg bieden.
  • Samenwerking met Veilig Thuis: meldig als veiligheid in geding is. Dat kan via wijkteam maar kan ook direct door school of buurman etc.

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is drang

A

dit zal je in de recht niet terug vinden maar is in de praktijk wel hel belangrijk, namelijk inzet van drang.
Dit vind in vrijwillige kader plaats. Even terug kijken bij 30 min
* In beginsel vrijwillige hulpverlening waarin ouders en kind ‘een laatste kans’ wordt geboden
* Apart traject of attitude gedurende verschillende jeugdhulptrajecten
* Soms uitgeoefend door een wijkteammedewerker of jeugdbeschermer
* Zorgen over zware ingrepen in het gezin zonder rechterlijke toetsing (contactverbod, uithuisplaatsing, urinecontroles)
* Gebrek aan rechtsbescherming voor kind en ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces

A
  • Art. 3.3 Jeugdwet bevat een zogenoemde waarheidsplicht voor de GI en RvdK
    Dit betekent dat de feiten die in het proces aan de rechter worden voorgelegd feitelijk juist en volledig moeten zijn
  • Maar is dat mogelijk/wenselijk in zaken waarin er zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige? (Zie ook Van den Bosch & Rijbroek, NJI 2020)
    Zorgvuldigheid en volledigheid komt soms te kort. Dus bijvoorbeeld moeder heeft bordeline, niet wanneer vastgesteld etc. de rechter gebruikt deze info wel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Knelpunten in het huidige systeem van jeugdhulp

A
  • De kwetsbaarste gezinnen die de hulp het hardste nodig hebben raken verdwaald in het systeem van jeugdhulp
  • Rechtsbescherming schiet tekort
  • Privacy
  • Noodzakelijke hulp is vaak niet of niet tijdig beschikbaar – legitimiteit van jeugdbescherming staat onder druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar richt de kinderbescherming zich op?

A

De kinderbescherming richt zich op het beschermen van kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd door hun thuissituatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onder welk recht valt het kinderbeschermingsrecht?

A

het is onderdeel van het privaatrecht/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

van welke recht heeft de kinderbescherming de basiskenmerken van?

A

publiekrecht: Ondanks dat het kinderbeschermingsrecht onderdeel is van het privaatrecht, heeft het belangrijke kenmerken van publiekrecht. Dit komt doordat de overheid actief betrokken raakt wanneer de veiligheid of ontwikkeling van een kind in gevaar is. De overheid heeft daarbij het recht en de plicht om in te grijpen, zelfs als dat ingrijpt in de privésfeer van gezinnen.
- Primair verticale relatie tussen de procesdeelnemers: In het publiekrecht is er een verticale verhouding: één partij heeft meer macht of bevoegdheden dan de andere. In het kinderbeschermingsrecht is dit ook het geval, omdat de overheid optreedt tegen burgers (ouders en kinderen) wanneer een kind bedreigd wordt. Dit betekent dat de overheid maatregelen kan opleggen, wat niet gelijkwaardig is aan de normale horizontale relaties die we in het privaatrecht zien.
- De overheid die ingrijpt en vergaande middelen kan inzetten waarmee de rechten van burgers worden ingeperkt: De overheid kan ingrijpen in gezins- en familieomstandigheden met vergaande middelen, zoals het inzetten van ondertoezichtstelling (OTS) of zelfs uithuisplaatsing van een kind. Deze maatregelen kunnen de rechten van ouders en kinderen aanzienlijk beperken, bijvoorbeeld door te bepalen waar het kind moet wonen en wie gezag over het kind heeft. Omdat dit een ernstige inbreuk is op het recht op gezinsleven, worden deze maatregelen alleen ingezet als er geen andere oplossing is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat wordt bedoeld met de positieve verplichting van de overheid?

A
  • Verdragsstaten dienen alle passende maatregelen te nemen om het kind te beschermen tegen alle vormen van fysiek of mentaal geweld, letsel of mishandeling, waaronder seksueel misbruik, terwijl het kind onder de zorg van ouder(s) staat (artikel 3 lid 2 en artikel 19 van het VN-Kinderrechtenverdrag)
    DUS: actief handelen om kinderen in NL te beschermen tegen alle vormen van kindermishandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat wordt bedoeld met de negatieve verplichting van de overheid?

A

Verdragsstaten dienen hun uiterste best te doen om erkenning van het principe te waarborgen dat beide ouders gezamenlijke verantwoordelijkheden hebben voor de opvoeding en ontwikkeling van het kind (ook het recht op respect voor gezinsleven, artikel 18 van het VN-Kinderrechtenverdrag en artikel 8 van het EVRM).

DUS: als overheid houd je je vast aan het idee dat de primaire verzorging bij de ouders moet liggen, dat ouders veel vrijheid moeten hebben om keuzes te maken. Je grijpt pas in als er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind. Als je ingrijpt moet je dit op een lichte manier doen waarbij het behouden van de familiebanden centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vals negatief

A
  • Ten onrechte oordelen dat ingrijpen niet nodig is, vaak om ouders nog een kans te geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vals positief

A
  • Ten onrechte oordelen dat ingrijpen nodig is, vaak om het risico op een gezinsdrama te willen uitsluiten (vals positief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

besluitvorming kinderbescherming -> belang van het kind

A
  • Het belang van het kind is altijd de eerste overweging bij elke maatregel die op het kind van invloed is, zoals beschreven in artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Dit betekent dat alle beslissingen, ongeacht hun aard, erop gericht moeten zijn het welzijn en de ontwikkeling van het kind te bevorderen.
  • concretisering bedreiging en doelstellling: Het moet duidelijk worden vastgesteld wat precies de bedreiging is voor het kind en wat het doel is van de genomen maatregelen. Dit helpt om de juiste aanpak en maatregel te kiezen om de situatie van het kind te verbeteren.
    • Inschatting effect op het kind (micro en macro niveau): De impact van een maatregel wordt ingeschat op zowel micro- als macroniveau. Het microniveau betreft de directe invloed op het kind en zijn/haar directe omgeving (bijv. gezin), terwijl het macroniveau betrekking heeft op bredere maatschappelijke effecten en hoe deze een duurzame oplossing kunnen bevorderen voor het welzijn van het kind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

besluitvorming kinderbescherming -> ultimum remedium (laatste redmiddel)

A

*Serieuze ontwikkelingsbedreiging: Kinderbeschermingsmaatregelen mogen alleen worden genomen als er sprake is van een serieuze bedreiging voor de ontwikkeling van het kind. Dit betekent dat maatregelen alleen worden overwogen wanneer de situatie echt zorgelijk is en andere interventies onvoldoende zijn.
* Alle mogelijkheden in het vrijwillig kader moeten zijn uitgeput of zijn overwogen: Er moet eerst gekeken worden of de problemen binnen een vrijwillig kader kunnen worden opgelost, zonder gedwongen maatregelen. Alleen als alle vrijwillige mogelijkheden zijn overwogen of uitgeput, wordt overgegaan tot verplichte maatregelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

besluitvorming kinderbescherming -> zo licht mogelijk

A

*Streven naar de minst ingrijpende oplossing
*Herstellen van ‘normale’ gezinsverhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke EHRM- uitspraken zijn van invloed in kinderberschermingsmaatregelingen?

A
  • gegronde redenen voor een kinderbeschermingsmaatregel
  • alternatieven om een uithuisplaatsing te voorkomen moeten worden onderzocht
  • kinderbeschermingsmaatregelen moeten in het teken van hereniging staan
  • ouders (en minderjarigen) moeten betrokken worden in de besluitvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

door wie mag een kinderbeschermingsmaatregel worden opgelegd?

A

door de kinderrechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wie doet het verzoek tot een kinderbeschermingsmaatregel?

A

de Raad van de Kinderbescherming of ( bij hoge uitzonderingen) de officier van justitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

OTS

A

de Ondertoezichtstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ondertoezichtstelling

A
  • Gezagsbeperkende maatregel: alleen in de praktijk, op papier hebben ze volledig gezag.
  • Opgelegd aan de minderjarige (0-18 jaar)
  • Gedwongen begeleiding door een jeugdbeschermer, die (schriftelijke) aanwijzingen kan geven aan kind en ouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is de rol van de gezinsvoogd bij een OTS

A

houdt de regie, biedt dus zelf geen hulp maar is in overleg met de gemeente en beslist welke vormen van jeugdhulp kan worden ingezet.

23
Q

wat is het doel van OTS

A
  • Hulp en steun aan kind en ouder
    -> wegnemen ontwikkelingsbedreiging. de focus ligt dus op het kind.
  • Versterken gezinsband
  • In specifieke gevallen: toewerken naar zelfstandigheid
24
Q

3: Gerechtvaardigde verwachting dat ouders binnen een gelet op de persoon en ontwikkeling van de minderjarige ‘aanvaardbare termijn’ de verzorging en en opvoeding in staat zijn zelf te dragen

A

het doel hiervan is om de periode van onzekerheid voor het kind te verkorten.
- Hoe jonger het kind, hoe korter de aanvaardbare termijn
- Bij een kale OTS is per definitie aan deze verwachting voldaan
- Bij een OTS met uithuisplaatsing moet een termijn worden gesteld en een verwachting worden uitgesproken

24
Q

aan welke voorwaarden moet worden voldaan om een OTS te kunnen opleggen?

A
  1. de minderjarige groeit zodanig op dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd (ernstige ontwikkelingsbedreiging)
  2. noodzakelijke hulp wordt niet of onvoldoende geaccepteerd.
    3: Gerechtvaardigde verwachting dat ouders binnen een gelet op de persoon en ontwikkeling van de minderjarige ‘aanvaardbare termijn’ de verzorging en opvoeding in staat zijn zelf te dragen
24
Q
  1. noodzakelijke hulp wordt niet of onvoldoende geaccepteerd.
A

het is duidelijk dat gezinnen die alle vormen van vrijwillege ondersteuning afwijzen voor een OTS in aanmerking komen (mits aan alle voorwaarde wordt voldaan)

24
Q

ernstige ontwikkelingsbedreiging

A

deze vorm impliceert dat er sprake moet zijn van concrete bedreigingen er hoeft dus nog geen sprake te zijn van (ernstige) ontwikkelingschade. Slechts ALLEEN de mogelijkheid dat op een later moment de ontwikkeling wordt bedreigd is ook onvoldoende.

25
Q

wat zijn de voorwaarde voor gezagsbeeindiging?

A

Gronden voor de maatregel
1. Ernstige ontwikkelingsbedreiging kind
2. De verwachting is NIET gerechtvaardigd dat de ouders binnen een voor het kind aanvaardbaar te achten termijn in staat zijn de opvoeding te dragen, of,
3. De ouder misbruikt zijn gezag
Uitgangspunten
- In de regel volgt eerst een OTS/UHP
- Het belang van stabiliteit en continuïteit voor de ontwikkeling van het kind
- Onzekerheid schadelijk voor ontwikkeling kind

26
Q

VOTS

A

voorlopige onder toezicht stelling van een gecertificeerde instelling.

27
Q

MUHP

A

De (machtiging) uithuisplaatsing

28
Q

Gezagsbeeindiging – uitgangspunten

A

Ø Verblijft het kind op zeer jeugdige leeftijd in een perspectief biedend pleeggezin dan dient duidelijkheid te bestaan over het opvoedingsperspectief
Ø Bij een jaarlijkse verlenging OTS zonder perspectief op thuisplaatsing blijft het kind in onzekerheid
Ø Zwaarwegende betekenis aan belang van continuiteit en een ongestoord hechtingsproces
Ø De enkele bereidheid van de ouder zich niet te verzetten tegen een MUHP mag niet doorslaggevend zijn in de afweging

29
Q

informed consent

A

de cliënt krijgt alle informatie die hij nodig heeft om een beslissing te kunnen maken. Als de cliënt toestemming geeft op basis van de gegeven informatie dan is er sprake van informed consent.

30
Q

medische zorg jonger dan 12 jaar

A

kinderen jonger dan 12 vallen onder volledig gezag van ouders. de ouders moeten toestemming geven voor een medische behandeling, tenzij de hulpverlener hier geen tijd voor heeft omdat er sprake is van een levensbedreigende situatie.
Als een kind de hulp weigert, kan de arts hier met hoge uitzonderingen gehoor aan geven.
Daarnaast hebben ouders inzicht in medische dossier en kinderen niet, ouders kunnen wel beslissen dit deels te delen met het kind.

30
Q

kan de arts een handeling weigeren onder de 12 jaar die ouders willen?

A

Ja. de hulpverlener kan besluiten geen gevolg aan de wens te geven omdat hij van mening is dat de behandeling niet in het belang van het kind is.

31
Q

wat als een ouder van een kind onder de 12 geen toestemming geeft voor een behandeling?

A

Dan kan de hulpverlener naar de rechter stappen met de vraag om tijdelijk het gezag van de ouders over het kind te beperken, bijvoorbeeld als het om een levensbedreigende situatie gaat.

32
Q

medische zorg kinderen van 12 tot 15 jaar

A

kinderen tussen de 12 en 15 hebben volgens de wet bij medische behandelingen of onderzoeken een belangrijke eigen stem. Zowel de ouders als het kind moet toestemming geven voor de zorg. Het kind heeft ook recht op inzage in zijn medische dossier.
de ouder die toestemming gaf heeft recht op informatie over het kind.

33
Q

wat als ouders van een kind van ouder dan 12 maar jonger dan 15 het niet eens is met de zorg maar de jeugdige wel?

A

dan kan de mening van het kind de doorslag geven. dit hangt af van het bevattingsvermogen van het kind en of de mening door de arts zwaarder wordt gewogen dan die van de ouders.
ouders hebben dan alleen recht op informatie en inzage dossier als het kind hier toestemming voor geeft.

34
Q

medische zorg kinderen van 16 jaar en ouder

A

16 en 17 jarige worden door de WGBO op een lijn gezet met volwassenen: deze kinderen hebben geen toestemming nodig van de ouders en mogen zelfstandig beslissingen maken of zij voor medische zorg/onderzoek kiezen.

35
Q

wat is het beroepsgeheim?

A

het beroepsgeheim omvat alle gegevens die de arts in de uitoefening van zijn beroep over de cliënt te weten komt, ook niet medisch zaken en zaken die de arts buiten de cliënt om te weten komt. het beroepsgeheim in niet het recht van de arts, maar het recht van de cliënt.

36
Q

zwijgplicht

A

een arts heeft zwijgplicht tegenover iedereen over hetgeen dat hem verteld wordt in het hulpverlenerscontact.

37
Q

verschoningsrecht

A

een arts of andere hulpverlener hoeft tegen de rechter-commissaris en de politie bepaalde vragen niet te beantwoorden als hij daarmee in conflict raakt met zijn zwijgplicht.

38
Q

kan een arts het beroepsgeheim doorbreken?

A

Ja. als de arts on andere gezondheidproffesionals een vermoeden heeft dat de veiligheid van anderen, de veiligheid van de cliënt of zijn eigen veiligheid in gevaar is, dan spant hij zich in om dit te voorkomen. dan kan hij de cliëntinformatie delen met anderen en het zwijgplicht doorbreken.

39
Q

aan welke criterium moet worden voldaan bij het doorbreken van beroepsgeheim?

A
  • bij het niet doorbreken van het beroepsgeheim ontstaan naar alle waarschijnlijkheid ernstige schade voor de cliënt of een ander
  • er is geen andere weg dan doorbreking van het beroepsgeheim om het te verwachten gevaar af te wenden.
  • het is vrijwel zeker dat door de doorbreking van het beroepsgeheim schade aan de cliënt of anderen kan worden voorkomen of beperkt.
  • de zwijgplichtige verkeert in gewetensnood door het handhaven van zijn zwijgplicht
  • de zwijgplichtige heeft alles in het werk gesteld om toestemming van de cliënt te krijgen om informatie te delen met derden.
40
Q

meldrecht

A

de arts of andere gezondheidsproffesional mag zijn zwijgrecht doorbreken in geval van meldrecht. dit gebeurd vooral bij vermoeden van kindermishandeling en andere risico’s voor het kind . 9o

41
Q

subsidiariteit

A

dit betekend dat de arts zich afvraagt of de veiligheid van de cliënt of anderen ook op een minder ingrijpende manier kan worden beschermd dan door de politie of andere derden in te lichten. Als dit zo is dan moet de arts kiezen voor een minder ingrijpend alternatief.

42
Q

proportionaliteit

A

dit betekend dat de schade als gevolg van de schending van het beroepsgeheim in verhouding moet staan tot het voordeel dat de schending met zich meebrengt.

43
Q

wat is de Wvggz

A

de Wet verplichte GGZ: kan worden ingezet voor mensen met een psychiatrische aandoening.
je hoeft hiervoor niet worden opgenomen. het kan ook buiten een instelling worden uitgevoerd, bijvoorbeeld binnen de zorgverlening of jeugdwet.

44
Q

wat is de Wzd

A

de Wet zorg en dwang: voor mensen met een verstandelijke beperking om dementie.

45
Q

wanneer maakt de jeugdwet het mogelijk om voor cliënten jonger dan 18 jaar een behandeling onder dwang in te zetten?

A
  • wanneer een jongere met een ‘machtiging gesloten jeugdzorg’ opgenomen is in een instelling voor gesloten jeugdzorg.
  • en voor zover de behandeling noodzakelijk is om de met de jeugdhulp beoogde doelen te bereiken of voor zover dat noodzakelijk is voor de veiligheid van jeugdige of anderen.
46
Q

in hoeverre moeten jeugdigen toestemming geven voor de jeugdhulp, of beslissen ouders dit?

A
  • Minderjarigen boven de 12 jaar moeten toestemming geven voor vrijwillige jeugdhulp (tot 16 jaar ook de ouders met gezag)
  • Onder de 12 jaar zijn dat ouders met geag
  • 12 tot 16 jaar beide partijen toestemming
  • Boven 16 mag zelf beslissen
47
Q

Waarin is bureaus jeugdzorg in opgegaan?

A
  • Bureaus Jeugdzorg zijn opgegaan in Gecertificeerde Instellingen (GI’s)
  • GI is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
48
Q

welke 2 tijdelijke maatregelingen zijn mogelijk bij crisissituaties?

A
  • de voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)
  • de voorlopige voogdij
49
Q

wat betekend de beëndiging van het gezag

A

dan hebben de ouders niks meer te vertellen over de verzorging en opvoeding over hun kinderen. Het gezag wordt dan volledig afgenomen. 66ttg]