ch. 3: lokroep vh fascisme Flashcards

1
Q

wat zijn de basiskenmerken vh fascisme?

A
  • Tegenstander van de traditionele politiek
  • Het minacht eigentijdse conservatieve instellingen zoals de Kerk
  • Het vereert machtsvertoon en geweld is een normaal politiek middel bij de omverwerping van de bestaande maatschappelijke orde
  • Autoritaire structuur met een charismatische leider
  • Wil politieke dictatuur
  • Wil een totalitaire staat: volledige controle over maatschappelijk leven, sociale en culturele organisaties
  • Extreem nationalistisch
  • Wil sociale eenheid en opheffing van alle bestaande klassen en belangentegenstellingen
  • In principe niet racistisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bespreek geweld in het fascime

A

= politiek middel

tegenstanders worden in elkaar geslagen -> niemand wil nog tegen de fascisten zijn

communisten creëerden tegengewicht: rode brigade -> fascisten laten men geloven dat de communisten het probleem zijn

zodra de fascisten de macht hebben, liquideren ze de knokploegen, om de steun vh leger te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bespreek Italië na WOI

A
  • beloftes van Europa werden niet nagekomen (geen Italia Irrendenta)
  • militair prestige was aangetast
  • slechte economie
  • geen sterk centraal gezag
  • problemen met de kerk
  • angst voor communisme
    prerevolutionair klimaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom was het fascisme aantrekkelijk?

A

men was bang voor het communisme (extreemlinks) omdat de communistische revolutie in Rusland nog sterk bezig was, dus gingen ze naar het fascisme (extreemrechts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bespreek Fasci Italiani di combattimento

A

= antibeweging van Mussolini
- fasci = wapen gedragen door de bodyguards van Romeinse senators
- Italiani = Italië
- combattimento = vechten

anticommunisme
wil de bestaande orde omverwerpen (anti-alles)

knokploegen v Mussolini (zwarthemden) sloegen alle tegenstanders in elkaar -> angst, onveiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bespreek partito Nazionale Fascista

A

in 1921 wordt de Fasci Italiani di Combattimento een nationale partij, gesteund door:
- conservatieven (anti-communist)
- grootgrondbezitters en industriëlen (anti-communist) -> financiële steun
- politie en leger (anti-communist)
- Kerk (anti-communist en socialist)
- veteranen (anti vredesverdragen en werkloosheid)

absolute meerderheid in 1924

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bespreek Mussolini’s dictatuur (pijlers)

A

eenpartijstaat
wettelijke schijn
dictatuur
invloed op samenleving (indoctrinatie)
autarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eenpartijstaat (Mussolini)

A

Mussolini = Duce del Fascismo

iedereen moest hem blind gehoorzamen: hij heeft altijd gelijk en heeft alle macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wettelijke schijn (Mussolini)

A

monarchie bleef bestaan, maar de koning had geen macht of inspraak, het parlement bleef bestaan maar was vol met fascisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dictatuur (Mussolini)

A

vrije vakbonden en stakingen werden verboden

perscensuur werd ingevoerd

geheime politie spoorde tegenstanders op

speciale rechtbanken werden gebouwd voor uitschakeling van tegenstanders

strafkampen werden gemaakt om tegenstanders heen te sturen (geen uitroeiing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

autarchie (Mussolini)

A

= wanneer een land voor zichzelf kan voorzien

Mussolini wil dit voor Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

invloed op de samenleving (Mussolin)

A

indoctrinatie, vooral bij de jeugd:

fascistische deugden, militaire oefeningen, propaganda verheerlijkte Mussolini en het fascisme

kunstuiting werd gecontroleerd, Romeinse Rijk verheerlijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

corporatisme

A

= fascistische oplossing voor de economische crisis

alle delen vd samenleving werken samen voor de staat

economie werd verdeeld in sectoren die werden verdeeld in corporaties van werkgevers en werknemers: de staat bepaalt het economisch beleid.

geen klassen meer binnen corporaties: werkgevers konden allerlei taken geven aan werknemers, zonder loonsverhoging

bijna geen werkloosheid meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verschil Italiaans en Duits corporatisme

A

doel Italiaans = Italië autarkisch maken

doel Duits = Duitsland voorbereiden op oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bespreek Duitsland op het einde van WOI

A

defaitisme: het leger weet dat ze de oorlog zal verliezen

opstanden in oktober -> vorming van sovjets

9/11/18 Duitsland wordt de Weimar-Republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spartacusopstand

A

georganiseerd door Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht

communistische opstand, neergeslagen door de socialistische regering: leiders werden vermoord

17
Q

Diktat

A

= verdrag van Versailles (wapenstilstand, herstelbetalingen, etc.)

goedgekeurd door de socialistische regering (hadden geen keuze)

18
Q

waarom werd de regering niet geaccepteerd?

A
  • Duitsland had geen democratische traditie
  • staatsvorm werd gedomineerd door de socialisten
  • macht in het parlement was versplinterd: geen absolute meerderheid
  • geen politieke stabiliteit en splintergroepen doen poging tot een staatsgreep
  • angst voor een communistische staatsgreep
19
Q

bespreek Hitler pre-NSDAP

A

in 1923: Hitler en Ludendorf doen een poging tot een staatsgreep: Bierkellerputsch

Hitler politiek/strategisch, Ludendorf militair

Hitler spendeerde een aantal maanden in de gevangenis en schreef ‘Mein Kampf’

20
Q

Ruhrgebied

A

= economisch hart van Duitsland

in 1923 vallen Franse en Belgische troepen er binnen omdat Duitsland niet alle herstelbetalingen had gedaan

21
Q

wat had de crash van Wallstreet te maken met de popularisatie van de NSDAP?

A

pre-crash was de economie van Duitsland deels hersteld (gay 20’s), en was er een fascistische anti-beweging (NSDAP) niet nodig

vanaf de crash was er hyperinflatie in Duitsland -> werkloosheid

veel dingen liepen fout -> antibeweging was wel nodig: NSDAP bood werk aan, en had oplossingen

22
Q

bespreek de NSDAP

A

= Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei
Hitler = voorzitter

  • straattereur: nazi-knokploegen (bruinhemden) van Röhm: angst + chaos -> men streeft naar orde
  • militair vertoon op massabijeenkomsten van de partij: grote aantrekkingskracht
  • demagogisch talent van Hitler
23
Q

bespreek het demagogische talent van Hitler

A

herstel van de grootheid van Duitsland door een nieuw gezag

einde van de crisis en werk voor iedereen

24
Q

verklaar hoe Hitler op legale wijze aan de macht kwam

A

conservatieve partijen kregen niet genoeg macht en rekruteerden Hitler als Rijkskanselier met behulp van de Rijkspresident Hindenburg (Hitlers idool)

Hitler schakelde vrij snel de democratische wetgeving uit

25
Q

hoe kon Hitler de democratische wetgeving uitschakelen?

A

door de Brand op Reichstag: hij gaf de communisten de schuld en schakelde er zoveel mogelijk uit.

door zo snel te handelen, liet hij men geloven dat hij hen kon beschermen. alles wat hij vroeg was om even de democratische wetgeving uit te schakelen zodat hij Duitsland kon herstellen.

hij herstelde deze nooit meer (hij HAATTE democratie -> ‘Mein Kampf’)

26
Q

uitschakeling democratische wetgeving

A

1933
- maart: afschaffing scheiding der machten
- mei: verbod vakbonden + ontbinding v andere partijen
- december: NSDAP wordt staatspartij en beheerst alle aspecten vh openbaar leven

27
Q

hoe wordt Hitler Führer?

A

na Hindenburgs dood

28
Q

kenmerken vh nazisme

A
  • nationalisme: grootheid Duitse volk en cultuur: heldenfiguur en sterke leider -> RACISME
  • sociaal-darwinisme: vervorming van ‘survival of the fittest’: enkel de sterksten kunnen zich aanpassen: de Ariërs volgens Hitler (üsbermenschen)
  • antisemitisme: verdediging raszuiverheid vh Germaanse ras: volgens de nazi’s zijn de joden van alle slechte dingen: communisme, misbruik kapitalisme, etc.
29
Q

gevolgen van de Hitler macht op de samenleving

A
  • alle domeinen vh openbare leven onder controle vd NSDAP
  • tegenstanders in concentratiekampen (wel uitroeiing)
  • Duitsland werd een politiestaat onder controle vd SS en Gestapo (allebei olv Himmler)
  • verheerlijking vd verwezenlijking vh nazisme en organisatie vd Führercultus rond Hitler
30
Q

Openbare boekverbranding

A

alle dingen die niet het nazisme verheerlijkten moesten uit de samenleving verdwijnen (boeken, kunst, etc)

31
Q

waarom koos Hitler de joden als staatsvijand?

A

omdat de communisten niet zo gevaarlijk meer leken: communistische revolutie was in 1917, Hitler werd Führer in 1934: hij moest een nieuwe vijand uitvinden -> Joden

32
Q

wat is het verschil tussen de machtsovername van Hitler en de machtsovername van Mussolini?

A

allebei wettelijk:
- Mussolini kreeg de macht omdat hij men angst aanjaagt
- Hitler kreeg de macht omdat hij men overtuigt dat de Joden en de communisten de angtaanjagers zijn

33
Q

Coup van Loppem

A

men was bang voor Vlaanderen na de oorlog: eisen zouden scherper gesteld worden + angst voor een proletarische revolutie
12/11/18 in Loppem: Koning Albert I nam belangrijke beslissingen:
- algemeen enkelvoudig kiesrecht (mannen vanaf 21 jaar)
- syndicale vrijheid wordt gewaarbord
- gelijkheid Nederlands en Frans

coup omdat het parlement werd buitengehouden -> illegaal

34
Q

gevolgen vh algemeen enkelvoudig kiesrecht

A

geen partijen haalden nog absolute meerderheid: coalitievorming is nodig:

Liberale partij verliest veel stemmen, maar bezitten wel een sleutelpositie voor coalitievorming.

BWP haalt grote stemmenwinst en is de meest homogene partij (leunt aan bij de vakbond)

Katholieke partij verliest veel stemmen aan de socialisten maar behoud haar machtspositie: ze is verdeeld.

Er wordt een communistische partij opgericht (klein)

35
Q

verdeling Vlamingen na WOI

A

Minimalisten: willen het uiterste minimum en zijn er blij mee (vernederlandsing onderwijs, bestuur, rechtswezen en leger in Vlaanderen, maar zonder wijziging van de staatsstructuur)

Maximalisten: willen zoveel mogelijk. willen bestuurlijke scheiding van België tussen Vlaanderen en Wallonië.

36
Q

verklaar de opkomst van extreemrechts in België

A

economische wereldcrisis was losgebarsten -> grote sociale ellende -> partijen boden geen oplossing -> traditionele politiek krijgt de schuld -> nieuwe partijen

37
Q

welke nieuwe partijen ontstonden er in België?

A
  • Verdinaso (geen partij): fascistisch, opgericht door Joris van Severen: wil Benelux als 1 land (VKN opnieuw)
  • VNV, opgericht door Staf de Clercq: wil Dietsland (Vlaanderen en Nederland): 1 grote partij van alle Vlaamse-nationalistische partijen onder VNV
  • Rex: Waalse partij van Léon Degrelle: wil België behouden, maar fascistisch en volgens Hitler
38
Q

wat is de Frontpartij?

A

een anti-Belgische en anti-militaristische partij, die wel democratisch was

11 zetels