Cerebellaire stoornissen Flashcards
1
Q
Hypermetrie
A
te grote bewegingen
2
Q
Intentietremor
A
tremor die ontstaat bij het naderen van een doel
3
Q
Actietremor
A
tremor die bestaat tijdens inspanning van de spier
4
Q
Titubatie
A
ritmische bewegingen van de romp of het hoofd
5
Q
Nystagmus
A
schokkende oogbewegingen
6
Q
Dysartrie
A
Slecht gearticuleerde spraak
7
Q
Dysdiadochokinese
A
Verminderd vermogen tot snelle alternerende bewegingen
8
Q
Gestoorde rebound
A
doorschieten van een beweging wanneer er plots geen fixatie meer is
9
Q
Gangataxie
A
Slingerend looppatroon met te grote passen
10
Q
Rompataxie
A
Onvermogen om zonder steun te zitten of staan
11
Q
Reflexe pendulaire
A
levendige kniepeesrelfex met nabungelen van het onderbeen