Celorganellen Flashcards

1
Q

wat ligt in het kernplasma?

A

in het kernplasma liggen chromosomen en een kernlichaampje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de functie van de kernlichaampje?

A

kernlichaampje maakt delen van ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit wat bestaan chromosomen?

A

chromosomen bestaan uit moleculen (DNA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bevat DNA?

A

DNA bevat de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn kernporiën?

A

kernporiën zijn openingen in het kernmembraan die het transport van stoffen in en uit het kernplasma regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het Endoplasmatisch reticulum (ER)?

A

het Endoplasmatisch reticulum (ER) is een netwerk van dubbele membranen dat is aangesloten op het kernmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat heeft de Ruw endoplasmatisch reticulum (RER)?

A

de Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) heeft ribosomn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de functie van de Ruw endoplasmatisch reticulum (RER)?

A

de functie van de Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) is het transport van eiwitten en het afsnoeren van blaasjes mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van de glad endoplasmatisch reticulum

A

stuurt blaasjes naar je golgisysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat heeft de glad plasmatisch reticulum niet

A

ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn ribosomen?

A

ribosomen zijn bolvormige organellen, op het endoplasmatisch rticulum of vrij in het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de functie van ribosomen?

A

eiwitsynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het golgisysteem?

A

het golgisysteem is opgestapelde platte membranen in het cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van de golgisysteem?

A

eiwitten bewerken tot hun uiteindelijke vorm, secretie van eiwitten buiten de cel en productie van lysosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn lysosomen?

A

lysosomen zijn blaasjes die enzymen bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de functie van de lysosomen?

A

het verteren van voedingsstoffen of afvalstoffen

17
Q

wat zijn mitochondriën?

A

bolvormige organellen met dubbele membranen, waarvan het binnenmembraan sterk is geplooid

18
Q

wat is de functie van het mitochondriën?

A

energie vrijmaken met behulp van zuurstof

19
Q

waar wordt de vrijgemaakte energie van de mitochondriën opgeslagen?

A

in ATP-moleculen

20
Q

wat hebben bladgroenkorrels?

A

bladgroenkorrels hebben net als mitochondriën een dubbel membraan

21
Q

wat komen in bladgroenkorrels (chloroplasten) voor?

A

in cloroplasten komen veel gestapelde platte blaasjes voor met daartussen verbindingen. in deze membranen liggen de enzymen voor fotosynthese

22
Q

wat is de functie van de chloroplasten?

A

fotosynthese laten plaatsvinden

23
Q

wat is een celmembraan?

A

een celnmembraan is een dubbele laag fosfolipiden met daarin eiwitmoleculen

24
Q

wat bezitten sommige fosfolipiden?

A

sommige fosfolipiden bezitten koolhydraatketens voor herkenning

25
Q

hoe zijn de kop en de start van fosfolipiden?

A

de kop is hydrofiel en de start is hydrofoob