Cells: The fundamental Units of Life Flashcards

1
Q

Waarom wordt een virus niet als een levende cel gedefinieerd?

A

Levende cellen kunnen groeien, reproduceren en reageren op hun omgeving. Een virus kan echter niet op zichzelf reproduceren en moet hiervoor adhv parasitisme een cel binnendringen, waardoor het geen levende cel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een genoom

A

Een genoom bevat de gehele genetische informatie van een cel en instrueert de cel hoe het moet functioneren en groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is cel differentiatie?

A

Celdifferentiatie is het ontstaan van een specifiek celtype uit een stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een prokaryote cel en noem welke onderdelen het bevat.

A

Een voorbeeld van prokaryote cellen zijn bacteriën en archaea. Prokaryote cellen hebben geen nucleus en celorganellen. Het bevat wel een celwand, plasmamembraan, cytoplasma en DNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een eukaryote cel en noem welk onderdelen het bevat.

A

Eukaryote cellen zijn dieren, planten en schimmels. De nucleus en celorganellen drijven in cytosol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de nucleus en benoem de functie

A

De nucleus is de kern, het is ingesloten in een dubbel kernmembraan met kernporiën en het bevat DNA moleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het nucleolus en benoem de functie

A

Het nucleolus is het kernlichaam. Het is essentieel voor de aanmaak van rRNA en bevat ook mRNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly