Cellen en weefsels

Question 1

Wat is de functie van het celmembraan?

Answer 1

1. Bescherming van wat er binnenin het celmembraan zit, 2. Stevigheid, 3. Constant houden van intracellulair milieu door transport van stoffen naar en vanuit het cytoplasma

Question 2

Wat is een antigeen?

Answer 2

Een lichaamsvreemde stof die instaat is een immuunreactie op te wekken. Bijvoorbeeld de verkeerde bloedgroep, allergie

Question 3

Wat zijn receptoren?

Answer 3

Eiwitten in het celmembraan, cytoplasma of de celkern, waaraan een specifiek molecuul kan binden. Zoals hormonen, antigenen of medicatie

Question 4

Wat heeft een cel nodig om te overleven?

Answer 4

O2, H2O, mineralen, aminozuren, vetzuren en glucose

Question 5

Wat zijn de afvalstoffen van een cel?

Answer 5

water, CO2, zure afbraakproducten

Question 6

Wat doen mitochondrien?

Answer 6

Mitochondrien zorgen voor de glucoseverbranding. ze produceren ATP, een energiepakketje dat gebruikt kan worden voor processen die energie nodig hebben

Question 7

Wat vind je in de celkern?

Answer 7

DNA en RNA

Question 8

Wat zijn de functies van erfelijkheidsmateriaal?

Answer 8

1. Belangrijk voor de vorm en functie van de cel; 2. Dragen van erfelijke informatie; 3. Mitose

Question 9

Wat is een enzym?

Answer 9

Een eiwit met een omzettingsreactie die wel 100 miljard keer kan versnellen zonder zelf te veranderen (biokatalysator)

Question 10

Wat is mitose?

Answer 10

celdeling waarbij de chromosomen zich splitsen in chromatinedraden, zodat er 2 cellen gevormd kunnen worden die indentiek zijn aan de oorspronkelijke cel

Question 11

Wat is een gen?

Answer 11

Een onderdeel van DNA dat erfelijke info draagt

Question 12

Wat is bedekkend weefsel? En noem een voorbeeld

Answer 12

Een aaneengesloten rij cellen, die bescherming biedt tegen micro-organismen, mechanische beschadiging en vochtsverlies. Dit weefsel bevat geen bloed- en lymfecaten. Bijvoorbeeld: klierweefsel, binnenbekleding van de holle organen

Question 13

Wat is steunweefsel en noem een voorbeeld

Answer 13

Steunweefsel is stevig weefsel wat meestal geen eigen bloedvaten of zenuwen bevat, deelt niet snel, lage stofwisseling en naar verhouding veel elastische weefsels. Een voorbeeld is bloed, kraakbeen en bot

Question 14

Noem een aantal plaatsen waar je kraakbeen kunt vinden

Answer 14

Tussenwervelschijven, ribbenkast, oorschelp, tussen ribben en borstbeen, geraamte van een embryo, in gewrichten.

Question 15

Wat kan een zenuwcel wat andere cellen niet kunnen?

Answer 15

1. Neurotransmitters produceren; 2. reageren op neurotransmitters; 3. prikkels en impulsen doorgeven

Question 16

Wat is een spiercel?

Answer 16

Lange prikkelbare cel die het vermogen heeft samen te trekken (contraheren)

Question 17

Wat is peristaltiek en waar vind je dat?

Answer 17

Een golf van contracties van gladde spieren waardoor stoffen worden voort gestuurd in een buisvormig orgaan (dunne darm)