Cellen Flashcards
Wat is celtheorie?
- Een levend organismen bestaat uit minstens één cel
- Cellen zijn kleinste unit van leven
- Nieuwe cellen komen voort uit ouder-cellen door celdeling
- Cellen leven, omdat ze metabolisme hebben
Anabolisme
opbouw van macromoleculen en structuren van de cel
Ketobolisme
afbraak van macromoleculen om energie of bouwstenen te produceren
Verticale evolutie:
- Doorgeven van genetische veranderingen aan nageslacht
- Veranderde soorten komen voort uit voorouders
- Natuurlijke selectie door omgeving
Horizontale evolutie:
- Uitwisseling genen tussen soorten
* Zeldzaam in hogere organismen veelvoorkomend bij bacteriën
Peroxisome:
Site where hydrogen peroxide and other harmful molecules are broken down
Lysosome
Site where macromolecules are degraded
Genoom
alle genen aanwezig in een cel coderen voor eiwitten
informatie wordt niet altijd afgelezen regulatie
Proteoom:
verzameling eiwitten aanwezig in een cel op een bepaald moment onder specifieke omstandigheden wisselt per cel-type
wat bepalen het genoom en proteoom?
- Metabolisme: opbouw en afbraak bouwstenen
* Signalering en regulatie
Wat bevind zich in het cytoplasma?
• Ribosomen translatie (eiwitproductie) • Semi-autonome Organellen – Mitochondriën – Chloroplasten • Endomembraan systeem – ER, Golgi, lysosomen/peroxisomen • Cytoskelet • Cytosol (de oplossing waar dit alles in drijft)
Wat is het endoplasmatisch riticulum?
• Netwerk van membraanbuizen lumen worden afgeschermd van cytoplasma
Wat zijn kenmerken van het rough endoplasmic reticulum?
• verbonden met ribosomen
• eiwitsynthese
• eiwitmodificatie glycosylering, lipidering
• eiwit-kwaliteitscontrole (afbraak als niet goed)
• Biogenese van eiwitten die getransportereerd worden naar
o Plasmamembraan
o extracellulaire ruimte
o lysosomen en peroxisomen
o transport via vesicles
Wat zijn kenmerken van het smooth ER
- Geen ribosomen
- Detoxificatie van opgenomen moleculen (alcohol, hydrophobe moleculen; in o.a. lever)
- Metabolisme van polysacchariden: bijv. glycogeen productie (in o.a. lever)
- Synthese en modificatie van lipiden (voor membranen en vetopslag)
Wat is het Golgi?
Golgi: stapel membraan compartimenten
eiwitten reizen tussen de compartimenten in vesicles
Wat zijn functies van het Golgi?
• Protein sorting:
– membraaneiwitten naar de plasma membraan
– excretie extracellulaire eiwitten
– lysosomen en peroxisomen
• Opdelen van eiwitketens in functionele units
– proteolyse door proteases (eiwitknippende enzymen)
Uit welke elementen zijn moleculen in cellen vooral opgebouwd?
C, O, H en N
Waaruit bestaan atomen?
Protonen (+), Electronen (-) en Neutronen (niet geladen)
Waarvoor staat het atoomnummer?
Het aantal protonen
Wat bepaalt het atoom en wat bepaalt het isotoop?
Atoom: aantal protonen
Isotoop: aantal neutronen
Wat is een radio-isotoop?
Nucleus van radio-isotopen is instabiel en vervalt
– Emissie energie (g-straling)
– Emissie deeltjes (a- en b-straling)
Wat kan er gebeuren met radio-isotopen?
Emissie van deeltjes verandert het isotoop in een ander element
Ander atoomnummer
Verval verloopt constant (halfwaarde tijd)
Hoeveel electronen zijn er in de 1e, 2e, 3e schil?
1: 2
2: 8
3: 8
in orbs vinden 2 elektronen
Hoe wordt chemische binding gemaakt?
Binding wordt bepaald door de electronen in de buitenste schil
Als schillen vol zijn kan geen chemische binding met andere atomen worden gevormd
• Element bestaat alleen als 1 atoom komt niet voor in moleculen en verbindingen
– Helium, Neon, Argon
• Moleculen en Verbindingen worden gevormd door interacties tussen de electronen van atomen.
Electronen proberen orbitals/schillen te vullen
Noem alle mogelijke chemische bindingen
• Covalente binding • Ion binding • Waterstofbrug – Tussen moleculen – Binnen een (macro)molecuul • (Van der Waals interacties)
Wat is electronnegativiteit?
Eigenschap om e- van andere atomen aan te trekken
Verbindingen krijgen stabiliteit door schillen op te vullen
Wanneer is een ion positief of negatief geladen?
Een Atoom dat een electron verliest wordt positief geladen
Een Atoom dat een electron opneemt wordt negatief geladen
Wat zijn radicalen?
Moleculen met een ongepaard electron in buitenste schil
• Een ongepaard electron is uiterst reactief (heeft hoog energie niveau)
– Schade aan membranen en eiwitten
– Breuk in DNA
In peroxisomen voor afbraak
In cytoplasma bestreden met antioxidanten/enzymen
Wat is een covalente binding?
Atomen v.e. verbinding missen een electron in buitenste schil
Electronen in schil worden vervolgens gedeeld
Sterkste chemische binding vanwege de gedeelde electronen
Wat is een apolaire covalente binding?
kennen een evenredige ladingsverdeling
– weinig verschil in electronegativiteit
– electronen verdelen zich over hele molecuul
Wat is een polaire covalente binding?
– tussen twee atomen groot verschil in electronegativiteit
– beinvloedt de plaats van electronen
– water!!!!!
Hoe absorbeert water temperatuurstijging?
Water absorbeert hitte en vertraagt temperatuur stijging
– Temperatuur: beweging van moleculen
– Energie/hitte verbreekt eerst de H-bonds in water en leidt daarna to meer beweging
Wat zijn hydrofiele moleculen
– Polair
– H-bruggen met water
• Voorbeeld: suiker
Wat zijn hydrofobe moleculen
– a-polair
– Afgestoten door water
• Voorbeeld: olie, lipiden
Wat zijn amphipatische moleculen
kennen hydrophoob en hydrophiel deel
- interacties tussen gelijke eigenschap
- afstoten van tegengestelde eigenschap
Wat zijn acids?
– Doneren H+ bij oplossen in water
– Zure oplossingen: pH < 7
Wat zijn base?
– 1. Doneren OH- bij oplossen in water
– 2. Nemen H+ op uit water
– Basische oplossingen: pH > 7
Wat betekend de pH schaal?
1 pH unit betekent een 10X hogere of lagere H+ concentratie (logarithmisch)
Hoe beinvloed de pH cellulaire processen?
- Vorm en lading van moleculen
- H+ gebonden of niet geeft ladingsverschil
- Beïnvloedt interacties tussen moleculen
- Beïnvloedt dus vorm van enzymen
- Verloop chemische reacties
- Verandert de oplosbaarheid van moleculen
Hoe werken buffers?
Buffers dempen pH wisselingen
– bestaat uit een zwak zuur en de bijbehorende base, wanneer het is opgelost.
– De base en zuur reageren op overmaat van H+ of OH-