Cellen Flashcards
1
Q
Entero-chromaffine cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag-darm kanaal
- P: Histamine, Serotonine (& andere NT’s)
- R: Stim door chemische of mechanische signalen binnen maag-darmkanaal.
- F: Reg darmmotiliteit en secretoire processen.
2
Q
Mest cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: in BW, vooral dichtbij bloedvaten en zenuwen in maag-darmkanaal.
- P: Histamine, heparine en diverse cytokines.
- R: Act door allergenen, antigeen-antilichaamreacties.
- F: Belangrijk bij immuunrespons, ontstekingsreacties en allergische reacties.
3
Q
Muceuze cellen / Goblet cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag en darmen (vooral slijmvlies)
- P: Mucus (slijm).
- Regulatie: Stim door irritatie slijmvlies, bijv door voedsel / bacteriën / inflammatoire cytokines
- F: Bescherming slijmvlies door een beschermende laag te vormen.
4
Q
Hoofdcellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag (voornamelijk bodem maagklieren)
- P: Pepsinogeen (pro enzym pepsine) & lipase
- R: Stim door gastrine en zenuwimpulsen.
- F: Initiëren eiwitvertering door secretie van pepsinogeen.
5
Q
D-cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag & pancreas.
- P: Somatostatine (remt secretie andere spijsverteringshormonen) r
- R: Reg door pH in maag en voedingsstoffen in darmkanaal.
- F: Modulatie van spijsvertering door remmen zuursecretie en pancreasfunctie.
6
Q
G-cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag (vooral pylorusregio)
- P: Gastrine.
- R: Stim door aanwezigheid peptiden en aminozuren in maag.
- F: Stim maagzuursecretie en bevorderen maagmotiliteit.
7
Q
S-cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Duodenum.
- P: Secretine.
- R: Act door zure inhoud uit maag -> + bij lage pH
- F: Reg pH in dunne darm door secretie bicarbonaat uit pancreas te stim.
8
Q
I-cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Duodenum en jejunum.
- P: Cholecystokinine (CCK).
- R: Stim door vetzuren, aminozuren/peptides in duodenum en CCK-RF.
- F: Stim galblaascontractie en pancreasenzymsecretie.
9
Q
Pariëtale cellen
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag(slijmvlies)
- P: Zoutzuur (HCl) en intrinsic factor (IF)
- R: Stim door gastrine, histamine en acetylcholine.
- F: Faciliteren digestie en opname vitamine B12.
10
Q
Hepatocyten
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Lever.
- P: Gal, diverse plasma-eiwitten, cholesterol, scheidt hepcidine uit
- R: Stim door voedingsstoffen, hormonen en metabole signalen.
- F: Metaboliseren voedingsstoffen, ontgiften toxines, productie gal voor vetvertering.
11
Q
APUD cellen (endocriene cellen)
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Maag en andere delen spijsverteringskanaal.
- P: Verschillende peptiden en hormonen zoals serotonine, melatonine en diverse neuropeptiden.
- R: Reactie op chemische stimuli vanuit darmen.
- F: Moduleren lokale en systemische fysiologische reacties.
12
Q
Klieren van Brunner
Locatie?
Productie?
Regulatie?
Functie?
A
- L: Gelegen in het submucosa van het duodenum.
binnenkomt. - P: HCO3- & glycoproteïnen -> neutralisatie maagzuur
- R: Stimulatie door de aanwezigheid van zure chymus die uit de maag komt.
- F: Neutraliseert maagzuur dat het duodenum binnenkomt & optimaliseert omgeving voor werking pancreasenzymen
13
Q
A