Celleer Flashcards
1
Q
Anatomie
A
Kennis van de bouw van het menselijk lichaam
2
Q
Animale levensverrichtingen
A
Functie van de cel beweging en prikkelbaar
3
Q
bindweefselcellen
A
Vulmiddel
4
Q
Cel
A
Kleinste bouwsteen van het menselijk lichaam
5
Q
Celdiffenentiatie
A
Proces waarbij de cellen verschillende bouw en functie krijgen
6
Q
Chromosomen
A
De dragers van erfelijke eigenschappen
7
Q
Cytoplasma
A
Celvloeistof
8
Q
Intracellulaire ruimte
A
Ruimte binnenin de cel
9
Q
Fysiologie
A
Wetenschap van het functioneren van het menselijk lichaam
10
Q
Genen en DNA
A
Erfelijke eigenschappen
11
Q
Nucleus/Celkern
A
Binnenste deel van een cel
12
Q
Celmembraan
A
Celwand/dun vlies
13
Q
Celplasma
A
Celvloeistof
14
Q
Centraallichaampjes
A
Lichaampjes die zichtbaar worden bij celdeling
15
Q
Chromatine korrels
A
Chromosomen korrels in de celkern
