Cardiologie Flashcards
Waar staat HfreF voor
Heart faillure with reduced ejection fraction
• Verminderde systolische functie
• LVEF (linker ventrikel ejectiefractie) < 40%
Waar staat HfPEF voor?
Heart faillure with preserved ejection fraction
• Diastolische dysfunctie
• LVEF > 50%
Waar staat HfmrEF voor?
Heart faillure with mildly reduced ejection fraction
Wat houdt forward faillure in?
- Onvoldoende output
* Weefsels achter de falende kamer worden onvoldoende doorbloed
Wat houdt backward failure in?
- De falende kamer kan het aangeboden bloed niet verwerken
* Veneuze stuwing en oedemen
Wat zijn de oorzaken van linkszijdig hartfalen?
• Ischemisch (meest voorkomend) • Dilaterend • Hypertensie • Kleplijden o Mitralisklep o Aortaklep • Ritmestoornissen • Zeldzamer: o Myocarditis o Toxisch o Stapelings-/stofwisselingsziekte o Genetisch
Benoem de vier NYHA klasse
o Klasse 1: geen dyspnoe
o Klasse 2: dyspnoe bij zware inspanning
o Klasse 3: dyspnoe bij lichte inspanning
o Klasse 4: dyspnoe in rust
Wat zijn de oorzaken van rechtszijdig hartfalen?
• Cor pulmonale (ten gevolge van longlijden) • Secundair aan linkszijdig hartfalen o Door backward faillure links • Rechter kamer infarcering • Kleplijden o Linkszijdig kleplijden o Rechtszijdig kleplijden
Wat zijn de symptomen van rechtszijdig hartfalen?
• Oedeem o Eerst in de benen o Later ook in de buik (organen) en huid • Toename gewicht • Verhoogde CVD o Door vermoeilijkte instroom rechter kamer • Vergrote lever • Pleuravocht • Overige symptomen afhankelijk van onderliggend lijden
Welk compensatiemechanisme treed in werking bij hartfalen?
• Sympathische stimulatie o Verhogen hartfrequentie o Verhogen contractiekracht o Vasoconstrictie in minder belangrijke delen van de circulatie o Verhogen afterload • RAA-systeem Renine wordt afgegeven vanuit de nieren. Lever geven angiotensine I af en dit wordt door ACE enzym omgezet in angiotensine II. Hiernaast ook aldosteron verhoging. o Vasoconstrictie via angiotensine o Retentie van water en NaCl o Verhoging pre- en afterload • Frank-Starling mechanisme Therapieën die gegeven worden bij de stabiele hartfalen patiënt zijn eigenlijk bedoeld om bovenstaande mechanismen tegen te gaan en het hart wat rust te geven. Hiervoor worden verschillende medicatie gebruikt.
Welke behandeling zet je in bij hartfalen?
Verzorgende en ondersteunende maatregelen
• Bedrust
• Rechtop zitten
o Vocht zakt naar onder zodat de bovenste longvelden beter beschikbaar zijn voor ventilatie.
• Zuurstofsuppletie
o Eventueel niet-invasieve positieve druk beademing
• Medicamenteuze behandeling
o Nitroglycerine dit verwijdt de vaten waardoor de preload verlaagd maar ook je afterload een beetje verlaagd.
o Furosemide vocht afdrijving wat ook weer de afterload verlaagd en eventueel vocht in de longen.
o Morfine rustgevend en preload verlagend, en dit zorgt ook dat je beter kan oxygeneren. Ademprikkel wordt wat lager.
o Bonus: dobutamine (of milrinone) Niet elke patiënt heeft dit nodig omdat deze al hoge bloeddruk hebben. Sommige patiënten echter hebben niet voldoende perfusie en die zal je dan ook dobutamine moeten geven (dus wanneer je patiënt wel overvuld is maar de bloeddruk is toch niet hoog genoeg).
• Indien mogelijk: onderliggend lijden (anemie, koorts, luchtweginfecties, ritmestoornissen etc.)
Wat is de chronische behandeling van hartfalen?
Chronische behandeling
• Bestrijden compensatiemechanismen / ischemie
o Bètablokkers bestrijd de compensatiemechanismen en dan met name de adrenerge overdrive. HF wordt rustiger en contractiliteit is wat minder.
o ACE-remmers / angiotensine receptor blokkers (ARB’s) zorgen voor remming RAAS zodat RR omlaag gaan
• Stimuleren reverse remodeling
o ACE-remmers (-pril) / ARB’s (-sartan)/ ARNI cellen vervormen iets bij hartfalen, dit zorgt er voor dat dit weer beetje wordt teruggedraaid.
• Bestrijden teveel aan vocht
o Diuretica (indien nodig, is alleen symptoombestrijding)
o Vocht en zoutbeperking
o SGLT2 remmers dit remt natrium en glucose resorptie waardoor je meer gaat plassen en ook meer gaat plassen. Zorgt dus ook voor verbetering vochthuishouding
• MRA (spirinolacton)
• Devices
o ICD, CRT
• Richtlijnen voor zelfcontrole
Wat is de primaire en secundaire oorzaak van mitralisklep insufficiëntie?
• Primaire insufficiëntie o Veroorzaakt door afwijkende klep/subvalvulair apparaat • Functionele insufficiëntie o Door secundaire oorzaak Linker ventrikel dilatatie/dysfunctie Pappilairspier dysfunctie
Wat zijn de oorzaken van mitralisklep insufficientie?
- Mitralisklep prolaps
- Infectieuze endocarditis
- Acuut reuma (vaak in combinatie met stenose)
- Degeneratieve veranderingen (calcificatie)
- Congenitaal
- Coronairlijden
- Hypertensie
- Overbelasting en dilatatie linker ventrikel
wat zijn de gevolgen van mitralisklep insufficientie?
• Terugstroom van linker ventrikel naar linker atrium
o Deel van het slagvolume wordt niet benut
o In de diastole opnieuw instroom in linker ventrikel
Volume overbelasting linker ventrikel veroorzaakt dilatatie van ventrikel
Volume- en druk overbelasting linker atrium veroorzaakt hypertrofie / dilatiatie atrium
• Klinische gevolgen afhankelijk van:
o Ernst van de insufficiëntie
o Compliantie van het linker atrium hoe ouder je wordt hoe minder compliantie
• Lang bestaande volumeoverbelasting linker ventrikel verlies contractiliteit decompensatie
Wat zijn de symptomen van mitralisklep insufficientie?
- Meestal linksdecompensatie symptomen
- Dyspnoe d’effort en orthopnoe
- Vaak atriumfibrilleren
- Minder vaak embolieën
- Soms endocarditis als eerste uiting
- Soms pijn op de borst