caput 3 Flashcards
numerus
numeri, m, het getal, het aantal
oculus
oculi, m, het oog
umbra
umbrae, v, de schaduw, de schim
fatum
fati, o, het lot
somnium
somnii, o, de droom
aequus
-a -um, gelijk, eerlijk
alienus
-a, -um, van een ander, vreemd
paratus
-a -um, bereid
patrius
-a -um, vaderlijk, voorvaderlijk
comes
comitis, m, de kameraad
coniunx
coniugis, m/v, de echtgenoot, de echtgenote
salus
salutis,v , het welzijn, de redding
facilis
facilis, facile, facilis, gemakkelijk
delere
-eo, delevi, deletum, vernielen
deserere
-o, deserui, desertum, verlaten
quaerere
-o, quaesivi, quasitum, zoeken, vragen
repetere
-o, repetivi, repetitum, teruggaan naar, terugvragen, herhalen
tangere
-o, tetigi, tactum, aanraken, bereiken, treffen
tollere
-o, sustuli, sublatum, opheffen, wegnemen
conspicere
-io, conspexi, conspectum, bekijken, bemerken
interficere
-io, interfeci, interfectum, doden
undique
(bijwoord) van overal, aan alle kanten
equus
equi, m, het paard