Caput 2 "De Druïden" caedes tot totus Flashcards
1
Q
Caedes
A
caedis; de moord, het bloedbad
2
Q
Finis
A
finis; de grens, het einde, het grondgebied
3
Q
Idem
A
eadem, idem; dezelfde
4
Q
Decernere
A
decerno, decrevi, decretum; beslissen
5
Q
Praemium
A
praemii, de beloning, de schadevergoeding
6
Q
Poena
A
poenae; de straf, de boete
7
Q
Autem
A
Echter
8
Q
Inter
A
+acc. tussen, te midden van
9
Q
Auctoritas
A
auctoritatis; het gezag, het aanzien
10
Q
Certus
A
certa, certum; zeker
11
Q
Annus
A
anni; het jaar
12
Q
Tempus
A
temporis; de tijd
13
Q
Habere
A
habeo, habui, habitum; hebben, houden
14
Q
Regio
A
regionis; de streek
15
Q
Totus
A
tota, totum; heel