Capita selecta Flashcards

1
Q

themas

A

1) mens als studie object
2) wat zit er in dat hoofd
3) gezondheidspolitiek
4) lichamelijkheid & identiteit
5) individuele voorantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

shifting medische filosofie

A
  1. filosofie gebruiken om rationeel na te denken over het lichaam & daaruit een conclusie te vormen over de functie
  2. vesalius & harvey = opkomst empirische methode
  3. filosofie gebruiken om de maatschappelijke contect van medische & maatschappelijke ontwikkelingen te plaatsen

filosofie = niet emprische bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nieuw mensbeeld

A

normale dieren = duidelijk insinct
mensen = twijfelachtige wezens = zieke dieren?
+
dieren onderverdelen in categoriën
-> mensen moeten onderverdelen vb: rassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

moderne natuurstudie

A

= taxonomieën
= VASTE onderverdeling van dieren & aiektes
- onderscheid van dieren als
1. Lovejoy: chain of being
2. linneaus: systema nature
3. syndenham: complete method of curing almost all diseases
+ relatief met elkaar
= poging tot ordening mensen + hoge ambities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 wetenschappers die aanleiding geven tot Darwin

A

1) Eramus Darwin = grootvater
- zoonomia or the laws of organic life
- door fossielen aantonen dat er variatie is in de soorten & dat er al uitgestorven/nieuwe soorten zijn

2) jean-baptiste de lamarck
- leven = fysisch verschijnsel ≠ god
- transformatie van een organisme tijdens leven -> doorgeven naar volgende generatie
≠ creationisme: alles staat vast
= dynamisch wereld beeld

3) thomas maltus
- bevolking groeit sneller als de voedsel voorraad = schaarste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opkomst menswetenschappen

A

mens bestuderen zoals het nieuwe natuurbeeld
= dynamisch
-> demografie, sociologie & psychologie

doortrekken van wetenschappelijke ontdekkingen naar mensen
vb: hond van pavloc
-> mensen “programmeren”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Darwin

A

= the origin of spicies

1) struggle of life door schaarse bronnnen
2) meest fit = meest overlevingskansen
3) meeste overlevingskansen = doorgeven van genen
4) evolutie in die richting
-> evolutie naar de meest gepaste
5) survival of the fittest

≠ creationisme
= evolutie zonder groter plan
= mensen zijn niet planmatig superieur gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

invloed darwinisme

A

= sociaal-darwinisme
-> misverstanden darwinisme
- evolutie = recht van de STERKSTE
- geen onderscheid wat er is / wat er moet zijn

1) opstellen evolutie ladder
aapachtigen -> zwarten -> blanken
= zwarten minder geëvolueerd als blanken
= verklaren mensbeeld tuskegee

2) rassenhygeïne = eugenetica
= francis galton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eugenetica

A

= rassen hygïene
= francis galton
= neef van darwin
≈ Nazi’s pseudo-wetenschappelijke ondergrond

1) positeive eurogenetica = verhindering tot voortplanting
2) negatieve eurogenetica = ziektekenmerken wegselecteren (vb: in-vitro, beste kiezen)

  • antropometrisch labo
    1) opmeten fysieke kenmerken
    2) typologiën maken = uiterlijke kenmerken koppelen aan fysieke kenmerken
    3) hiërarchie van typologïen
    4) het verhinderen van voortplanting bij “zwakkere”
    vb: verhinderen vrije partner keuze & …
    5) het ‘helpen & versnellen’ van natuurlijke selechte
  • nazisme:
  • kweekprogamma’s uit zelf samengestelde arische families
    = lebensborn-project
  • massale uitroeiing

+ eurogenitale sterilasatie in VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fysionomie & frenologie

A

= pseudowetenschappen

  1. fysionomie
    = Lavater
    = gelaatskenmerken koppelen aan gedrag
  2. frenologie
    = Gall
    = schedelkenmerken voor onderscheiding types mensen

–> basis voor criminologie = Lombroso
= typologie vb: goodguy badguy hollywood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

degeneratie theorien

A

= schrik voor algemene degeneratie

1) “besmetting” goede ras door
- import afrikanen
- uitschot, armen, zieken, ..

2) kwaleijke gevolgen levenstijl
vb: tabak & nicotine = dallemange & depierris

3) hygiënisten
= om de 10 jaar rondgaan om te controleren hoe mensen leven + opvoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tuskegee experiment

A

situatie
- amerika 1930
- veel besmettingen syfillis
- nagaan verschillen zwarten/witten

experiment
- 500 zwarte amerikanen inspuited met syfillis
- verdergang nagaan
- zelf na medicijn, experiment blijven doorvoeren doorvoeren
- 40 jaar lang
- geen conclusies

pseudo-wetenschappelijke context
- degenerende evolutie ladder
- minder waardige mensenlevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gevolg elektriciteit medische wereld

A
  • doet “tot leven wekken”
    = spasmen
    -> frankenstein
  • psychiatire ECT als geneesmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

romantische natuurfilosofen

A

Immanuel kant
onomastik = classificatie
1. geestesziekten vb hypochondrie & hallucinaties
2. psychosomatische ziektes = niet vast te stellen vb: fantoompijn

problemen
- wat is abnormaal
- continue wisseling normaal & abnormaal

oplossingen
- pathologie net altijd zichtbaar -> Schnelling
- onvolledige onomastik -> Daquin & Pinel
- geneeskundige methode handteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tekst emmanuel kant

A

1) verruckung
= hallucinatie
= zinsbechoocheling
-> iets anders inbeelden dan dat emprisch waarneembaar is
= andere wereld of inbeelding
≈ dromen terwijl wakker

2) fanatsie
= zelfbedrog
-> lijden door fantasie = fantast
= fantasie voor waar aanemen

3) hypochondrie
= inbeelden dat hij een ziekte heeft
= fantasie over eigenlichaam
-> inspelen body screens

4) dweperij
= overspannen aanhanger van ideeën
vb: complottheoriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pinel & Daquin

A

= wetenschappelijke methode vaststellen

  1. Pinel
    - grondlegger psychiatrie
    - melancholie, manie, dementie & idiotie
    - nosographie philosophique: wisselwerking medische & filosofische ziekte
  2. Daquin
    - door observatie & analyse
    - patiënten portretteren, gestorven hersenen onderzoekn
    - mentale ziektes in beeld brengen & topologiën proberen begrijpen
17
Q

medicalisereing

A

= foucalt
vraag van “wat hebt u” -> “waar hebt u pijn”

1) collectief bewust zijn = opstand tegen de nood
- verandering van lot naar op te lossen probleem
- regristatie van medische informatie = volksgezondheid
- in kaarbrengen ziektes
- meer druk op artsen
- streven naar norm in de plaats ven gezondheid = lichamelijk & handeligen
= voorkomen ziektes idpv genezen ziektes
vb: gekken uit samenleving halen & in instituen steken

2) onstaanziekenhuizen
- ruimtelijke indeling per type pathologie
- bewaking van individuen
- register om alle behandelingen bij te houden
–> quarantaintes

3) medische blik
- inbegrip van onderzoek van doden & gevolgen van ziektes onderzoeken
- meer specialisatie

18
Q

foucalt

A

= micromechanismen van de macht = biopolitiek
savoir-pouvoir: meer weten = meer macht
-> mensen niet dwingen maar reguleren
vb
- economische wetten
- niet medische interventies vb: opvoeding kinderen, …
- hygiëne, huizen
- structuur van een gebouw vb: panopticom
- media
≠ volledig vrij
≠ democaties

19
Q

gevolg medicalisereing

A

1) meer kennis in geneeskunde
= meer dingen die mis kunnen zijn
= meer dingen die mis zullen gediagonstiseerd worden
= moeilijker om gezond te zijn
≈ onbereikbaar

2) gericht op preventie idpv genzeen
- vraag naar overdiagnose
- farmacologisering/medicamentalisering
- overbodig aantal medicijnen: opportunistische zelfmedicatie = ik neem wat ik wil
–> transient mental ilness = bepaalde ziektes typisch voor bepaalde tijdsperiodes

3) meritrocratie = samenleving gericht op meerbare prestaties
- medische stoornissen = schuld van de patiënt idpv het systeem
- nooit tevreden zijn & altijd verder streven naar nog gezonder
- in DSM-5 = diagsnostic & statical manual of mental disorders
- female sexual disire disorder
- prolonged grief disorder
- turing: hormonale behandeling homoseksualiteit

4) samenkomen
het wordt bijna een maatschappelijke norm om gezond te zijn
+ er moeten als maar nieuwe inspanningen gemaakt worden om nog dichter tegen het onbereikbaar gezondheids ideaal te zijn

20
Q

condities medicalisering

A
  1. zoeken van schuldige
    - meritrocratie: maakbaarheid centraal = schuld van patient
  2. keuze & voorantwoordelijkheid
    - keuze van behandeling voorgesteld door medische autoriteiten
    - aanvaarden = schuld niet opjezelf leggen als ziek blijft
    - afwijzen = antimedicalisering = volledige schuld opnemen
  3. we mogen wat we willen vinden we
    - maar druk van maatschappij: recht wordt plicht
    - nalatigheid gezondheid = negatieve gevolgen (verzekeringen & maatschappij)
21
Q

het leven als investering

A

samenvallen medische & sociale definite van ziekte
= sociale druk voor varandering
+ reclame & farmacie duwen naar perfectie = selling sickness

-> altijd meer moeite kan gaan naar de gezondheid
+ einddoel nooit bereikt
ziek zijn door het streven naar gezondheid

22
Q

autonomie in de geneeskunde

A

meer plicht om jezelf te zijn
-> iedereen heeft niet-authentieke middelen nodig om te overleven
+ keuzes
1) keuzes van behandeling
2) keuzes van biotechnologie
- prothese
- genetische manipulaties
-> keuzes worden plichten door maatschappij
- vele keuzes moeten maken
- elke keuze moet perfect zijn

23
Q

doemscenario’s Fukuyama

A

= doemscenario’s biotechnologie
1) neurofarmacologoie
= medicijnen controleren onze gelukkigheid
2) stamcelonderzoek
= wanneer is te oud
3) prenatale screening
= negatieve eurogenetica

-> grens treatment/enchancement
+ apotemnophila = amputatie willen

24
Q

Pascal Bucket

A

pascal bucket = boek “gij zult gelukkig zijn”

  • plicht op gezondheid & streven naar geluk
  • ideaal = jong & gespierd
  • paradox: meer streven naar gezondheid maar gezondheid onbereikbaar = nooit voldaag
  • taboe over lichaam (gevolg seksuele revolutie)
  • geen zorgen vrij: 1 lange therapie = opkomst massa sport
25
Q

maatschappelijke context dik zijn

A

1) vroeger
mager = arbeidsvolk
-> verdikkingsproducten om er niet mager uit te zien = hogere klasse
dik = rijk & succesvol

2) nu
mager = sportief & zelfcontrole
dik= geen zelfcontrole & geen discipline

26
Q

armoede & voedsel

A

afname ondervoeding & toename overvoeding
-> meer mensen overvoed als ondervoed: complexer als te veel eten & te weinig beweging

1) ongezondlevenspatroon
- zit maatschappij
- gemakkelijke voedsel beschikking

2) voedsel onzekerheid
- enkel genoeg geld voor X aantal voeding
- meer kwantiteit maar lagere kwaliteit = overvoeding
-> voedingsonderzekerheid kan tot over & ondervoeding leiden

-> overvoeding ook bij armen

27
Q

overvoeding afrika

A

1) ongezonde voeding goedkoper
2) dikzijn = meer vruchtbaar
-> culturele normen blijven terwijl maatschappelijke normen veranderen

28
Q

definities voedingsproblematiek

A

Hunger = nood van lichaam voor bepaalde voedingswaren + gevoel van honger
Hidden Hunger = nood van lichaam voor bepaalde voedingswaren zonder het gevoel van honger

29
Q

determinanten van obesitiy/poverty

A

= food insecurity
- geld
- sociale status
- leefstijl
- scholing: leefverschil middelbaar x universitair = 8 jaar
-> voeding gekoppeld aan algemene inkomen mensen
-> programmas voor educatie & andere vlakken

30
Q

gezondheid x verzekering

A

1) wie mag gezondheids- & genetisch paspoort zien
2) zelf screening uitvoeren voor risicodragers te zoeken
3) fouten worden bestrafd = meer betalen = lifestyle indicators
4) solidariteit
- voorwaardelijk = levensstijl = zelf controleren = bestraffen
-> je weet wat je moet doen, doe het dan
- onvoorwaardelijk = genetisch = niet zelf controleren = niet bestraffen
-> europeese biopolitiek
+ obesitas/verslavingen: sommige mensen sneller vatbaar door genetica

31
Q

geschiedenis verzekeringen

A

1) man ziek = vrouw uitkeren
-> enkel als man “normaal was”
2) burea voor statistiek van minderwaardige levens
3) omvorming tot sociale zekerheid = collectief vang net
4) voorspellende gezondheid x private gezondheis verzekeringen
- risico factoren met waarschijnljkheden