bundel H4,5,6 Flashcards

1
Q

definitie spanning

A

Definitie: De spanning U12 tussen twee punten 1 en 2 in een elektrisch veld is het potentiaalverschil tussen die 2 punten: U12 = V(1) – V(2).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie stroomsterkte

A

de stroomsterkte I in een geleider met een doorsnede A is de absolute waarde van de nettolading die door A stroomt per s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symbool spanning

A

U

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

SI-eenheid spanning

A

volt (V)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

met hoeveel joule komt 1 eV overeen?

A

1eV= 1,60 . 10^-19J

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symbool stroomsterkte

A

I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eenheid afgeleid van de definitie van stroomsterkte

A

ampère

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SI-eenheid stroomsterkte

A

1 C/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

om stroom te hebben tussen 2 punten moet er aan 2 punten voldaan worden

A
  • potentiaalverschil tussen de twee punten
  • in de ruimte tussen de twee punten moeten er vrije ladingen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

conventionele stroomzin

A

De stroompijl geef de zin aan waarin de positieve ladingen bewege

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

met wat wordt de stroomsterkte in een geleider gemeten?

A

een ampèremeter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symbool weerstand

A

R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SI-eenheid weerstand

A

ohm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 formules als je de warmtehoeveelheid vermengt met de wet van ohm

A

P=𝑈.𝐼 = 𝑈^2𝑅

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symbool warmtehoeveelheid

A

Q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe bereken je de warmtehoeveelheid

A

𝑄=𝑅 .𝐼^2 .∆𝑡

17
Q

specifieke formule van vermogen

A

𝑃=𝐸∆𝑡

18
Q

formule stroomsterkte

A

I = Q/∆𝑡

19
Q

tweede formule weerstand

A

U²/P

20
Q

symbool vermogen

A

P

21
Q

formules vermogen

A

U x I = R x I² = P= E x ∆𝑡