BS1 Flashcards
1
Q
waaruit bestaat bloed?
A
55% bloedplasma en 45% rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
2
Q
wat is bloedplasma?
A
91% water, 7% eiwitten en 2% opgeloste stoffen. vervoert zuurstof, voedingsstoffen, antistoffen en afvalstoffen. Bevat fibrinogeen dat helpt bij bloedstolling
3
Q
wat is een rode bloedcel?
A
heeft geen celkern, vervoert zuurstof, bevat hemoglobine die zorgt voor een rode kleur
4
Q
wat is een witte bloedcel?
A
heeft geen vaste vorm zodat het door haarvaatwanden kan. soldaten.
5
Q
wat is een bloedplaatje?
A
helpen bij bloedstolling
6
Q
wat is een trombose?
A
bloedpropje