BS 3 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

bovenste en onderste holle ader

A

vervoeren zuurstofarm bloed van de organen naar het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rechterboezem

A

ontvangt zuurstofarm bloed uit de holle aders en voert dit door naar de rechterkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rechterkamer

A

pompt zuurstofarm bloed van het hart naar de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

longslagaders

A

vervoeren zuurstofarm bloed van het hart naar de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

longaders

A

vervoeren zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

linkerboezem

A

ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en leidt het naar de linkerkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

linkerkamer

A

pompt zuurstofrijk bloed in de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aorta

A

vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

harttussenwand

A

scheidingswand tussen linker en rechter harthelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hartkleppen

A

zorgen ervoor dat het bloed niet terug stroomt van de kamers naar de boezems

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

halvemaanvormige kleppen

A

in longslagader en aorta, zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kransslagaders

A

vervoeren bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kransaders

A

vervoeren bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en afvalstoffen van de hartspier weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hartslag

A

1 de boezems trekken zich samen
2 het bloed stroomt naar de kamers
3 de hartkleppen zijn open en de halvemaanvormige kleppen zijn dicht
4 de kamers trekken zich samen
5 de hartkleppen gaan dicht
6 de halvemaanvormige kleppen gaan open
7 het bloed word de longslagaders en aorta in gepompt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly