BS 3 Flashcards
bovenste en onderste holle ader
vervoeren zuurstofarm bloed van de organen naar het hart
rechterboezem
ontvangt zuurstofarm bloed uit de holle aders en voert dit door naar de rechterkamer
rechterkamer
pompt zuurstofarm bloed van het hart naar de longen
longslagaders
vervoeren zuurstofarm bloed van het hart naar de longen
longaders
vervoeren zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart
linkerboezem
ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longaders en leidt het naar de linkerkamer
linkerkamer
pompt zuurstofrijk bloed in de aorta
aorta
vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen
harttussenwand
scheidingswand tussen linker en rechter harthelft
hartkleppen
zorgen ervoor dat het bloed niet terug stroomt van de kamers naar de boezems
halvemaanvormige kleppen
in longslagader en aorta, zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt
kransslagaders
vervoeren bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier
kransaders
vervoeren bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en afvalstoffen van de hartspier weg
hartslag
1 de boezems trekken zich samen
2 het bloed stroomt naar de kamers
3 de hartkleppen zijn open en de halvemaanvormige kleppen zijn dicht
4 de kamers trekken zich samen
5 de hartkleppen gaan dicht
6 de halvemaanvormige kleppen gaan open
7 het bloed word de longslagaders en aorta in gepompt