BS 5 Weefselvloeistof en lymfe Flashcards

1
Q

filtratie

A

een deel van het bloedplasma wordt hierdoor uit de haarvaten in het weefsel geperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

filtratiedruk

A

de kracht waarmee de filtratie plaats vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

weefselvloeistof

A

aan het begin van de haarvaten treedt vocht uit, en komt tussen de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

colloïd-osmotische druk

A

het drukverschil dat tussen twee eiwitoplossingen van verschillende concentraties ontstaat ten gevolge van osmose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

absorptie

A

aan het einde van de haarvaten is de bloeddruk gedaald. Doordat de colloïd-osmotische druk dan hoger is van de bloeddruk wordt er weer weefselvocht in de haarvaten opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lymfevaten

A

zorgen ervoor dat de lymfe naar de lymfeklier gaat en vandaar uiteindelijk weer in de bloedvaten terechtkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lymfe

A

vocht dat vanuit je weefsels in je lymfesysteem komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lymfesysteem

A

voert de lymfe weer terug naar het bloedvatenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lymfeknopen/ lymfeklieren

A

zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rechterlymfestam

A

een van de twee grote lymfevaten waar alle lymfe terecht komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

borstbuis

A

een van de twee grote lymfevaten waar alle lymfe terecht komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oedeem

A

hoopt weefselvloeistof zich op in de weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly