BS 4 Het Bloed Flashcards
bloedplasma
water met opgeloste stoffen en plasma-eiwitten, vervoert onder meer zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, regelende stoffen en beschermende stoffen.
plasma-eiwitten
albuminen, globulinen en fibrinogeen
rode beenmerg
een sponsachtig materiaal in de holte van botten, vooral in de wervels, in platte beenderen en in de uiteinden van pijpbeenderen
rode bloedcellen/ erytrocyten
zijn kleine ronde schijfjes, die in het midden dunner zijn dan aan de rand, geen celkern. Waardoor ze kort leven
bloedplaatjes / trombocyten
geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen. Vervullen een functie bij de bloedstolling
bloedstolling
het proces waarbij bloed klontert en hard wordt
fibrinogeen
eiwit, speelt rol bij de bloedstolling
stollingsfactoren
eiwitten die een rol spelen bij de bloedstolling
trombine
een enzym dat van belang is bij de bloedstolling
fibrine
vormt een netwerk van raden, waartussen de bloedcellen blijven hangen
bloedserum
bloedplasma zonder fibrinogeen
witte bloedcellen / leukocyten
zijn betrokken bij de afweer tegen ziekte, hebben een celkern, maar geen vaste vorm. Waardoor ze door de wand van haarvaten heen.