bourdieu Flashcards

1
Q

meritocratie

A

'’jouw prestaties zijn de baas’’ (bv diploma die je hebt gehaald bepaald je studie)

voordelen:
- gelijke talenten/gelijke kansen
- meer je eigen lot in de handen

nadelen:
- niet slagen > kan je je voelen als mislukkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociale mobiliteit

A

het veranderen van sociale klasse

klasse 1: Rijke klasse
klasse 2: Ondernemers
klasse 3: Hoger opgeleiden
klasse 4: arbeiders (laagopgeleid)
klasse 5: werklozen/bijstand/zwervers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verticale mobiliteit

A

van een hogere klasse naar een lagere klasse of andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

horizontale mobiliteit

A

in dezelfde klasse iets anders doen in een ander gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

intergenerationele mobiliteit

A

tussen de generaties door (kind andere klasse dan ouder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

velden

A

samenleving is een soort door elkaar lopen van verschillende velden

mensen ontwikkelen in elk veld een andere habitus zodat je je beter staande kan houden en verder kan komen in dat veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

habitus

A

de manier hoe mensen gedragen, denken en voelen binnen een bepaald veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

economisch kapitaal

A

geld (bv investeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociaal kapitaal

A

mensen in jouw omgeving die jou kunnen helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cultureel kapitaal

A

alles wat je vanuit je opvoeding en eigen leven meekrijgt (bv taal, gedrag, of normen en waarden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly