Boekje 3 Flashcards

0
Q

Bestemmingsplan

A

Een kaart van een gemeente waarin staat waar ruimte is voor wonen, werken, wegen en natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Autonoom gebied

A

Gebieden van etnische minderheden binnen Rusland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deelrepubliek

A

Een deelgebied van een federale staat met veel autonomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deelstaat

A

Een gebied binnen een federale staat dat voor een deel autonomie heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Economische regio

A

Gebied met een kenmerkende economische waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eenheidsstaat

A

Een land waarbij de centrale regering alles beslist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Enclave

A

Een gebied dat geheel in het grondgebied van een ander land ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Etniciteit

A

Groep mensen met zelfde taal/geloof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Euregio

A

Gebieden die samenwerken om problemen op te lossen in de EU over de grenzen .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Exclave

A

Een stuk land dat niet met het moederland verbonden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Exclusiviteit

A

Het alleenrecht op een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ijzeren Rijn

A

Belgische spoorweg tussen de Antwerpse haven en t Ruhrgebied in Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Integratie

A

Een geheel worden met een andere groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kunstmatige grens

A

Grens die door mensen is bedacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Landschappelijke regio

A

Gebied met een kenmerkend uiterlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lokalisme

A

Liefde voor eigen woonplaats

16
Q

Maatschappelijke segregatie

A

Als mensen uit verschillende bevolkingsgroepen slecht contact hebben

17
Q

Meerderheidsbeginsel

A

De meerderheid van de mensen bepaalt wat de officiële taal is

18
Q

Mentale verstedelijking

A

Bewoners van het platte land nemen de stedelijke levensstijl over

19
Q

Nationale ID

A

Een combinatie van opvallende kenmerken van een land

20
Q

Participatie

A

Actief meedoen aan iets

21
Q

Pluriformiteit

A

Aanwezig heid van verschillen

22
Q

Regionale ID

A

Een combi van opvallende kenmerken in de regio

23
Q

Ruimtelijke segregatie

A

Het apart wonen van groepen met bepaalde kenmerken

24
Separatisme
Streven naar het vormen van een afzonderlijke staat
25
Sociaal-economische positie
De positie van iemand op de maatschappelijke ladder.
26
Sociale controle
Mensen houden mekaar in de gaten
27
Sociale ongelijkheid
Ongelijke kansen voor mensen of bevolkingsgroepen
28
Sociale samenhang
De mate waarin mensen contact hebben met elkaar
29
Soevereiniteit
Er is in het land geen hogere macht dan het eigen bestuur
30
Stereotype
Een verkeerd beeld van iemand hebben
31
Structuurvisie
Een document van ren provincie of het rijk waarin staat wat met de ruimte van de provincie gebeurt mag worden
32
Taalfaciliteiten
Het aanbieden van diensten bij een gemeente in een andere taal dan de officiële taal van het gebied
33
Tolerantie
Verdraagzaamheid
34
Welvaart
Toestand dat het economisch goed gaat
35
Welzijn
Dat mensen niet alleen voldoende welvaart hebben
36
Zee-ijs
Bevroren zeewater
37
Zeerecht
Alle internationale regels die gaan over het gebruik van de zee