boek toets les 2 Flashcards

1
Q

waarom klimt de ik-verteller toch de brug op?

A

hij wil dicht bij ludwig blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe voelt de ik-persoon zich als hij op de brug geklommen is?

A

bang om te vallen, maar groter en ouder dan ooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe reageerd ludwig als de ik-verteller niet mee naar de overkant van de brug gaat?

A

teleurgesteld, hij heeft veel telefoonnummers maar heeft wel hem gebeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat kom je te weten over de zus van Ludwig?

A

Ze is dun, groot, blond, ronde grijze ogen, heeft een beetje flapoortjes, kort haar, draagt graag gebloemde kleding, heeft nauwelijks borsten, kan veel eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat vinden Ludwig en de ik-persoon in de tuin?

A

een dode vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe komt de vrouw daar en is het al vaker gebeurt?

A

van de brug gevallen/gesprongen en ja dit is al de tweede keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe reageert ludwig op de dood van de vrouw

A

heel opgevonden, hij veegt modder van haar wang en sluit haar ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar hebben ludwig en de ik-persoon het die nacht over?

A

de dode vrouw. hoe haar leven eruit zag, waarom ze heeft gesprongen, hoe lang de val duurde en hoe ze zou heette.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke conclusie trekken ze over wat het inhoud om een vriend te hebben?

A

niet alleen iemand die je opbelt, maar ook heb je een vriend nodig die helpt je angsten te overwinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat was opvallend aan het uiterlijk van Josefine?

A

ze heeft een goude tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de afkomst van Josefine?

A

haar voorouders waren Duits, maar ze kwam uit Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe stond Josefine bekend?

A

ze is heel makkelijk. (seksueel gebied)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarover fantaseerd de ik-verteller hier?

A

over welk meisje al seks heeft gehad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke afspraak hebben de ik-verteller en Ludwig gemaakt waardoor de ik-persoon geen seks kan hebben met een meisje hoewel hij er wel goed uitzag en makkelijk een meisje kon krijgen?

A

Ze zouden een tweeling worden en dit kan natuurlijk niet. Dus alle speciale gebeurtenissen moesten samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is ludwigs plan hier?

A

Ze gaan beide seks hebben met Josefine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat vindt de ik-verteller van dit plan?

A

Hij had het liever gewild met een meisje waar hij verliefd op is, maar dit zou lastig zijn omdat het moeilijk is om iemand te vinden die tegelijkertijd ook verliefd is op ludwig

16
Q
A

Hij had het liever gewild met een meisje waar hij verliefd op is, maar dit zou lastig zijn omdat het moeilijk is om iemand te vinden die tegelijkertijd ook verliefd is op ludwig

17
Q

waaraan denkt de ik-persoon als hij aan het wachten is tot ludwig klaar is met josefine?

A

aan te tijd waarin hij Ludwig leerde kennen en aan de borsten van Josefine

18
Q

waarover praten de ik-verteller en vera, de zus van ludwig?

A

over ouders die scheiden

19
Q

wat is er anders aan josefine ten opzichte van andere naakte vrouwen die de ik-verteller heeft gezien?

A

Josefine heeft een enorme bos schaamhaar

20
Q

wat betekend zweier ohne op deze bladzijde?

A

de roeiboot , dit is een bijzonde boot zonder stuurman

21
Q

zijn ze goed in roeien ?

A

het eerste seizoen wonnen ze iedere wedstrijd en het tweede seizoen verloren ze steeds.

22
Q

welk dilemma legt ludwig hiervoor?

A

of de ik-verteller ook zou springen als hij dat zou doen

23
Q

waarom is het voor ludwig belangrijk om een tweeling te worden?

A

de jongens die hen steeds verslaan zijn ook tweeling en ze kunnen alleen winnen als zij ook een tweeling worden

24
Q

waarom vind de ik-verteller het fijn om iemand te hebben die precies hetzelfde wil zijn als hij

A

het maakt hem zelfvezekerder

25
Q

hoe reageert ludwig als de ik-verteller wil praten over de ervaring met josefine?

A

hij ontwijkt het onderwerp en begint steeds over iets anders/