Bodemhorizonten en verschillende gronden Flashcards
1
Q
Wat is een O-Horizont?
A
Een strooisellaag
2
Q
Wat is een A-Horizont?
A
een vegetatiehorzont/humuslaag
3
Q
Wat is een E-Horizont?
A
een uitspoelingslaag
4
Q
Wat is een B-Horizont?
A
Een inspoelingslaag
5
Q
Wat is een C-Horizont?
A
Een uitgansmateriaal
6
Q
Waar vind je Podzolgrond?
A
- In zandgronden.
- Deze zijn Hoofdzakelijk te vinden in noordelijk, centraal en zuidelijk zandgebieden.
- Denk aan Dekzandruggen.
7
Q
Waar vind je Brikgrond?
A
- In Löss
- Te vinden in Zuid-Limburg en de stuwwal bij Nijmegen
8
Q
Waar vind je Eerdgrond?
A
- Vaak op zandgrond (niet altijd)
- Kan ook veraard veen + opbrengen stadsafval)
9
Q
Waar vind je Veengrond?
A
- In Veen
- Veenwiede gebied van Noord- en Zuid Holland “Groene Hart”
- Wieden-Weerribben in Overijssel
- Kleinere veengebieden in Drenthe, Overijssel en Brabant
10
Q
Waar vind je Vaaggrond?
A
- In zandgrond of klei (‘jonge’ afzettingen)
- Rivierengebied
- Kustgebieden (zeeklei en duinen)
- Flevopolders
11
Q
Welke initiële bodemvormende processen zijn er?
A
- Rijping
- Humusaanrijking
- Homogenisatie
12
Q
Welke drie bodemvormende processen zijn er?
A
- podzolering
- Lessivage
- Interne verwering ( verruiming en nieuwvorming kleimineralen)
13
Q
Welke vijf hoofdtypen bodemclassificaties zijn er?
A
- podzolgronden
- brikgronden
- eerdgronden
- veengronden
-vaaggronden
14
Q
Wat is de volgorde van de horizonten?
A
OAEBC
15
Q
Wat is Podzolering?
A
- Het transport van organische stof, aluminium en ijzer.
- het neerslaan van opgeloste stoffen organische stof, ijzer en aluminium.
16
Q
Wat is Lessivage?
A
-Nieuwvorming en transport (uitspoelen) van lutum
- Neerslaan (inspoelen) van lutum