Blz 5 t/m 7 Flashcards
Constructen
Niet direct waarneembaar, worden wel gebruikt alsof ze echt bestaan
Inference
Conclusies trekken uit geobserveerde feiten
Reïficatie
Reïficatie van een construct is als een construct voor een feit wordt aangezien
Nominal Fallacy
Nominale redeneerfout. Het gebruik van de benaming van een verschijnsel als uitleg van het verschijnsel.
The all or none bias
Een statement of voor waar of voor onwaar aan houden
Similarity-uniqueness paradox
De neiging om twee dingen of gelijk aan elkaar of verschillend te zijn terwijl ze dat niet zijn.
Barnum Statement
Barnum-effect. De neiging om algemene vage beschrijvingen te accepteren als een rake beschrijving, zonder te realiseren dat het voor iedereen kan gelden.
Evaluative Biases of Language
Taal voegt vaak een subtiele beoordeling in de beschrijving van objectieve gedragingen toe.
Inductief
Van een ervaring naar iets algemeens redeneren
Deductief
Algemene ideeën vertalen naar iets specifieks
Parsimonious
Relatief eenvoudig en samenhangend. Een goede theorie moet dit zijn
Inductieve theorieën
blijven dicht bij de data
Deductieve theorieën
Hypotheses die empirisch getoetst worden
Functionele theorieën
maken evenveel gebruik van deductie als inductie
Probleem-definitiefase
Ideeen verfijnen tot een specifieke vraag
Naturalistische observatie
De onderzoeker observeert het gedrag van de participanten in hun natuurlijke omgeving. De onderzoeker is niet gebonden aan observatieprocedures
Casestudy-onderzoek
De deelnemer is in een betrekkelijk begrensd milieu, de onderzoeker mag tussenbeide komen
Correlatieonderzoek
De setting kan varieren van naturalists tot een setting met de hoogste controle. Onderzoekers zijn geïnteresseerd in het kwantificeren van de relatie tussen twee of meer variabelen
Differentieel onderzoek
Vergelijkt twee of meerdere groepen participanten. De setting is vaak sterk begrenst en de procedures moeten strikt gevolgd worden. Participanten worden geselecteerd op een aantal variabele.
Experimenteel onderzoek
De onderzoeker vergelijkt prestaties van participanten onder verschillende condities. Worden willekeurig toegewezen in een groep. Alles gecontroleerd.
Precisie-tegenover-relevantieprobleem
Onderzoek is of heel precies, of relevant
tweedimensionale model
Bestaat uit de fasen van het onderzoek en de niveaus van controle