Bloed en Stolling Flashcards

1
Q

Wat is volbloed?

A

Combinatie van plasma en bloedcellen samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vormen van bloedanalyse? (3)

A

Venapunctie, bloeduitstrijkje en slagaderpunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Levensduur rode bloedcellen?

A

120 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie hemoglobine?

A

Belangrijk voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hemoglobine waarden man/vrouw?

A

Man: 8.5 -11 mmol/l
Vrouw: 7.5 - 10 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar vindt de afbraak van rode bloedcellen plaats?

A

Grotendeels milt, maar ook lever en beenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat vormt er bij de afbraak van rode bloedcellen?

A

Bilirubine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zorgt bilirubine voor?

A

Voor de bruine kleur van ontlasting en de gele kleur van urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er als bilirubine zich opstapelt in het bloed?

A

Gele verkleuring van oogwit en huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekend icterus?

A

Geelzucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zorgt voor de rode kleur van bloed?

A

ijzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

functie ijzer?

A

Ontwikkeling nieuwe rode bloedcellen/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom problemen ijzeropname of ijzermetabolisme?

A

Productie rode bloedcellen wordt verstoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen teveel ijzer?

A

Hartziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar bevindt zich de productie van rode en witte bloedcellen?

A

rode beenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar bevindt zich het rode beenmerg? (7)

A

Ruggenwervels, borstbeen, ribben, schedel, schouderbladen, bekken en grote pijpbeenderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hormonen die de aanmaak van rode bloedcellen stimuleren?

A

Direct: EPO (erytropoëtine)
indirect: geslachtshormonen, schildklierhormoon, groeihormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is thalassemie?

A

Erfelijke bloedziekte, met een probleem in de productie van hemoglobine.

19
Q

Symptomen thalassemie?

A

Vermoeidheid, kortademigheid, zwakte, bleekheid.

20
Q

Wat is sikkelcelanemie?

A

Erfelijke ziekte met een probleem in de productie van hemoglobine.

21
Q

Symptomen sikkelcelanemie?

A

Vermoeidheid, kortademigheid, zwakte, bleekheid.

22
Q

Waarvoor is vitamine B12 nodig?

A

Voor de productie van hemoglobine.

23
Q

welke bloedgroep mag aan iedereen bloed geven?

A

Bloedgroep O.

24
Q

Aan wie mag bloedgroep A geven?

A

Bloedgroep A en AB

25
Q

aan wie mag bloedgroep AB bloed geven?

A

Alleen aan AB.

26
Q

Van kun je bloed ontvangen met bloedgroep AB?

A

Iedereen.

27
Q

Wat is hemolytische ziekte?

A

Aandoening bij pasgeborene door een kruisreactie tussen de bloedgroep van baby en moeder.

28
Q

Wanneer meestal hemolytische ziekte?

A

Met een rhesus negatieve moeder en een rhesus positieve foetus. Problemen vaak pas bij 2e zwangerschap omdat lichaam antigenen heeft aangemaakt.

29
Q

Levensduur bloedplaatjes?

A

9-12 dagen.

30
Q

Functie bloedplaatjes?

A
  • Uitscheiden van belangrijke stoffen voor het stollingsproces.
  • Tijdelijke bescherming bij beschadiging bloedvaten.
  • Beperken van grote gaten in bloedvaten.
31
Q

Wat is trombocytopenie?

A

Tekort aan bloedplaatjes door overmatige afbraak van bloedplaatjes.

32
Q

Wat is trombocytose?

A

Teveel aan bloedplaatjes door versnelde aanmaak bloedplaatjes door infectie of ontsteking.

33
Q

Wat is fibrogeen?

A

Niet oplosbaar plasma eiwit

34
Q

Welke stoffen beïnvloeden het stollingsproces? (2)

A

Calciumionen en vitamine K

35
Q

Oorzaken vitamine K tekort? (3)

A
  • Tekort aan vetten en vitamine K in voeding
  • Vertering en opname van vetten is aangedaan.
  • Bij langdurig gebruik van antibiotica, waarbij de werking van darm is aangetast.
36
Q

Oorzaken verhoogde bloedingsneiging?(2)

A
  • Tekort aan bloedplaatjes

- Tekort aan stollingsfactoren

37
Q

Oorzaken tekort aan bloedplaatjes? (4)

A
  • Te weinig aanmaak bloedplaatjes in het beenmerg-
  • Vasthouden bloedplaatjes in de milt
  • Teveel afbraak bloedplaatjes in de milt
  • Teveel verbruik bloedplaatjes
38
Q

Symptomen tekort bloedplaatjes? (6)

A
  • Blauwe plekken
  • Puntbloedinkjes
  • Snel bloeden
  • Slijmvliesbloedingen
  • Bloed in urine
  • Zwarte ontlasting
39
Q

Wat is splenectomie?

A

Weghalen van de milt.

40
Q

Wat is de behandeling van tekort aan bloedplaatjes?

A

Mild- Afwachten
Ernstig- Infuus of milt verwijderen.
Geen NSAID omdat die de kans op bloedingen verhoogd.

41
Q

Oorzaken tekort aan stollingsfactoren?

A
Erfelijke aandoeningen
Niet erfelijke aandoeningen: 
-Leverfunctiestoornissen
-Vitamine K tekort
-Coumarines
-Heparines
-Overmatige stolling
42
Q

Symptomen tekort aan stollingsfactoren?

A
  • Blauwe plekken
  • Bloedingen in spieren en gewrichten
  • Snel bloeden
  • Nabloeden
43
Q

Behandeling tekort aan stollingsfactoren?

A

Bij erfelijk: Toedienen van stollingsfactoren via bloedplasma van donor.
bij niet erfelijke oorzaken wordt de oorzaak aangepakt.

44
Q

Diagnose?

A

Laboratoriumonderzoek:
Aantal bloedplaatjes bij tekort aan bloedplaatjes
Bloedingstijd bij tekort aan stollingsfactoren.