Bloed (bloed en afweerstysteem) Flashcards
Eigenschappen van bloed
- Vloeibaar weefsel, dus geen vaste verbinding tussen de cellen.
- Hoort bij steunweefsel, omdat het bestaat uit bloedcellen in een waterige vloeibare matrix, het bloedplasma.
hoeveel bloed hebben we in ons lichaam?
7,5 % van het lichaamsgewicht
Samenstelling van bloed
- Bloedplasma (55%)
- Cellen (45%)
o Erytrocyten (95%)
o Leukocyten
o Trombocyten
Wat is hematocriet?
geeft bloeddikte aan.
(mannen 40 tot 50% en vrouwen is 35-45%)
Kernmerken erytrocyten
- Plate schijfje, geen kern (conaaf)
- Geen mitochondriën
- Kan niet meer delen
- Leeft 120 dagen
- Zit vol hemoglobine (bestaat uit 4 eiwitketens en 1 ijzeratoom
Functie erytrocyten
Zuurstoftransport
waar wordt erytrocyten aangemaakt?
rode beenmerg
waar wordt elektrocyten afgebroken
- In de milt en lever
- Ontstaat bilirubine –> wordt uitgescheiden
- ijzer wordt hergebruikt
Leukocyten
wittebloedcellen
- Grote cellen met een kern en organellen
functie leukocyten
immuniteit, verdediging van het lichaam
drie verschillende soorten leukocyten
- granulacyten
- monocyten
- lymfocyten
Wat zijn granulocyten
o Zijn opruimers van ziektewekkers, aangetaste of dode lichaamscellen.
o Ze kruipen uit de bloedbaan (leukodiapese) –> fagocyteren
o Grote celkern en veel granula in de cytoplasma
o In drie verschillende kleuren:
Neutrofiele granulocyten -geen kleur
Eosinofiele granulocyten – rood
Basofiele granulocyten - blauw
wat zijn monocyten?
- Monocyten
o Grootse leukocyten en C-vormige celkern
o Leukodiapese
o Worden macrofagen, als de binnendringen in geïnfecteerde weefsel
o Doden bacteriën en dode cellen
lymfocyten
o Relatief klein met een grote kern
o Kunnen bij een infectie toenemen en zorgen voor specifieke immuniteit
vorm van trombocyten
Kleine celfragment met plaatsjes factor
functie van trombocyten
bloedstolling
Waar bestaat bloedplasma uit?
- Water (90%): oplosmiddel en warmtebuffer
- Kristalloïden: elektrolyten zijn zouten (Na, K CA2, CI, H, HCO3)
Belangrijk bij KOW, pH (7,4) en cel functies - Plasma-eiwitten, worden in de lever aangemaakt (albumine, globuline en fibrinogeen)
- Bloedgassen: zuurstof en koolstofdioxide
- Tijdelijk aanwezige stoffen:
o Voedingstoffen
o Afbraakproducten
o Hormonen
o Vitaminen
Wat is hemostate en wat zijn de stappen?
Hemostase: bloedstolling
Stappen:
- Lokale vasoconstrictie: de gladde spiervezels worden tot contractie aangezet.
- Propvorming: primaire hemostase, het gat in de bloedvatwand is al min of meer gedicht
- Coagulatie: secundaire hemostate, vorming van het bloedstolsel
Wat is anemie en wat is de oorzaak?
Bloedarmoede : te kort aan hemoglobine
Oorzaak:
- Te weinig aan maak door:
o Gebrek aan grondstoffen
o Beenmerk- en nierziekten
o Remming van beenmerg door chronische ontstekingen, cystotica of bestraling
- Te veel verbruik/verlies afbraak door: chronische ziekten en kanker en bloedingen
symptomen anemie
vermoeidheid, snel buiten adem, hartbonzen, zwarte vlekken voor de ogen zien en bleekheid.
wat is belangrijk bij bloeddonatie
kan alleen plaatsvinden als de ontvanger antilichamen in zijjn plasma heeft tegen de bloedantigenen op de erytrocyt van het donorbloed.
- Bloedgroep O is universele donor: geen antigenen
- Bloedgroep AB is universele acceptor: geen antistoffen
Wat zit er specifiek op erytrocyten (bloeddtransfusie)
membraameiwiten/bloedantigen
Wat zit er specifiek in plasma (bloedtransfusie)
antistoffen/ immuunoglobinen
fibrinolyse
afbraak van de fibrinestolsels
Histamine
weefselhormoon, ondersteund bij het weefselherstel