Bloed Flashcards
Hoe word het soortbloedgroep bepaald?
door de antigenen op de RBC
wat is een antigeen
proteine op oppervlak van RBC
( genereert antilichamen )
welke 2 types antigenen zijn er?
antigeen A
antigeen B
welke types antilichamen zijn er?
anti-A
anti-B
bloedgroep A:
- antigenen
- antilichamen
antigeen: antigeen A
antilichaam: anti-B
bloedgroep B:
- antigenen
- antilichamen
antigeen: antigeen B
antilichaam: anti-A
bloedgroep AB:
- antigenen
- antilichamen
antigeen: antgeen A en antigeen B
antilichaam: /
bloedgroep O:
- antigenen
- antilichamen
antigeen: /
antilichaam: anti-A en anti-B
2 regels ABO
- antigeen + antilichaam van hetzelfde type veroorzaken agglutinatie
- bij bloedtransfusie kunnen we het plasma ( met de antilichamen) van het gedoneerde bloed verwijderen -> alleen RBC word gedoneerd
welke bloedgroep is de universele donor?
bloedgroep O
(specifiek, O-)
welke bloedgroep is de universele acceptor?
bloedgroep AB
wat heeft Rh+?
wat heeft Rh-?
Rh+:
- het antigeen resus
Rh-:
- geen resus antigenen
- (resus antilichamen na eerste contact met resus antigeen)
wat is de regel bij de transfusie van resus?
( wat kan wat ontvangen )
Rh+ kan niet worden gegeven aan Rh-
Rh- kan wel worden gegeven aan Rh+
wanneer de ABO antigenen en antilichamen hetzelfde zijn bij de foetus en bij de moeder:
Hemolytische ziekte van de pasgeborene (HDN)
- spontane agglutinatie
-> geen eerdere blootstelling nodig
wanneer de moeder Rh- is en de foetus Rh+ is:
eerste kind:
- moeder maakt anti-D (antilichamen voor resus) aan
- geen spontane agglutinatie
latere kinderen:
- eerder aangemaakte anti-D lichamen zorgen voor spontane agglutinatie
- hemolythische ziekte van de pasgeborene (HDN)