Bladzijne 45 Flashcards

1
Q

Soms heb ik het koud, dan weer warm.

A

Manchmal ist mir kalt, dann ist mir wieder warm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je ziet er bleek en oververmoeid uit.

A

Du siehst blass und übermüdet aus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heb je vreselijk pijn?

A

Hast du furchtbare Schmerzen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hij heeft zijn voet geblesseerd.

A

Er hat sich dein Fuß verletzt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

U moet de patiëntenvragenlijst invullen.

A

Sie müssen den Patientenbogen ausfüllen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik heb een Nederlandse ziektekostenverzekering.

A

Ich habe eine niederländische Krankenversicherung.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hij moet regelmatig medicamenten nemen.

A

Er muss regelmäßig Medikamante nehmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afgelopen jaar had ik een knie operatie.

A

Letztes Jahr hatte ich eine Knieoperation.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vaak moet ik deze tabletten nemen?

A

Wie oft musse ich diese Tabletten nehmen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Morgen heb ik een afspraak bij de huisarts.

A

Morgen habe ich einen Termin beim Hausarzt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het onderzoek duurde een half uur.

A

Die Untersuchung dauerte eine halbe Stunde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mijn vriend heeft het rechter been en de linker arm gebroken.

A

Mein Freund hat sich das rechte Bein und den linken Arm gebrochen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Helaas moet ik mijn bezoek afzeggen omdat ik mijn enkel heb verzwikt.

A

Leider muss ich meinen Besuch absagen, weil ich mir den Knöchel verstaucht habe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik ben van mening dat iedereen voor zichzelf moet beslissen.

A

Ich bin der Meinung, dass jeder das selber entscheiden muss.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Volgens mij levert een volumebeperking niets op.m

A

Meiner Meinung nach bringt eine Lautstärke-Begrenzung nichts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer je te vaak naar harde te muziek luistert kun je gehoorschade krijgen.

A

Wenn du oft zu laute Musik hörst, kannst du einen Hörschaden bekommen.

17
Q

Hoor je mij niet, ben je doof?

A

Hörst du mich nicht, bist du taub?

18
Q

Te hard geluid kan je gehoor schade toebrengen.

A

Zu lauter lärm kann deinem Gehör schaden.

19
Q

Ik draag oordopjes wanneer ik naar de disco ga.

A

Ich trage Ohrenstöpsel, wenn ich in die Disko gehe.

20
Q

Ik wens je beterschap.

A

Ich wünsche dir gute Besserung.

21
Q

Zit je lekker in je vel?

A

Fühlst du dich wohl in deiner Haut?

22
Q

Was ik toch maar weer al gezond.

A

Wäre ich doch schon wieder gesund.

23
Q

Hopelijk gaat het weer snel beter met jou.

A

Hoffentlich geht es dir wieder schnell besser.

24
Q

Zou je mij terug kunnen mailen?

A

Könntest du mir zurück mailen?