Bio Thema 2 Flashcards

1
Q

Zaadlobben

A

In de zaadlobben zit de reservevoedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kieming

A

Tijdens de kieming neemt de zaad water op en komt het worteltje naar buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Natuurwetenschappelijk onderzoek

A

Onderzoek begint vaak met een vraagstelling, waarna experimenten (proeven) worden gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Levenscyclus

A

De ontwikkeling van een zaad van een plant tot een vrucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoofdwortel

A

De wortel die zich ontwikkelt van het zaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zij wortel

A

De takken aan de hoofdwortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wortel haren

A

Wortelharen zijn heel dun. Je kunt ze alleen zien als je kiemplantje laat kiem op bijvoorbeeld filtreerpapier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reservestoffen

A

Delen onder de grond (wortels) bevatten veel reservestoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Knoop

A

De plaats waar een blad aan de stengel vastzit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lid (leden)

A

Het stuk stengel tussen 2 knopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Okselknop

A

In een bladoksel zit een okselknop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eind knop

A

Aan het einde van een stengel zit het eind knop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vaatbundel

A

Een groepje vaten dat bij elkaar ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Houtachtige planten

A

Bomen en struiken noemen we houtachtige planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kruidachtige planten

A

De stengels van andere planten die vrijwel geen hout bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bladsteel

A

Het blad zit hiermee aan de stengel vast

17
Q

Bladschijf

A

Het platte gedeelte van het blad.

18
Q

Nerven

A

Zichtbare ader van een blad

19
Q

Blad moes

A

Alles tussen de nerven

20
Q

Bladskelet

A

Een blad waar geen blad moes meer in zit

21
Q

Fotosynthese

A

Proces waarbij planten licht, koolstofdioxide en water gebruiken om te zetten naar glucose.

22
Q

Glucose

A

Glucose is een soort suiker. Glucose word ook wel dextrose of vruchtensuiker genoemd.

23
Q

Voedingsgewassen

A

Planten waarvan mensen delen gebruiken als voedsel.

24
Q

Werkplan

A

In een werkplan staat beschreven welk experiment je wilt uitvoeren om de probleemstelling te onderzoeken wat je daarvoor nodig hebt, en hoe je de resultaten wilt verwerken.

25
Q

Proef groep

A

Je stelt je bloot aan de factor waarvan je de invloed wilt onderzoeken.

26
Q

Enkelvoudige bladeren

A

Bij de meeste planten bestaat de bladschijf van een blad uit een geheel.

27
Q

Samengestelde bladeren

A

Planten waarbij de bladschijf uit meerdere delen bestaat.

28
Q

Handvormig

A

De blaadjes lijken op de vingers van een hand. Handvormige bladeren hebben meestal drie, vijf of zeven blaadjes.

29
Q

Veervormig

A

De bouw van zo een blad lijkt op de bouw van een vogelveer.

30
Q

Nervatuur

A

Het verloop van de nerven in een blad.