Bio Thema 2 Flashcards
Zaadlobben
In de zaadlobben zit de reservevoedsel
Kieming
Tijdens de kieming neemt de zaad water op en komt het worteltje naar buiten.
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Onderzoek begint vaak met een vraagstelling, waarna experimenten (proeven) worden gedaan
Levenscyclus
De ontwikkeling van een zaad van een plant tot een vrucht
Hoofdwortel
De wortel die zich ontwikkelt van het zaad
Zij wortel
De takken aan de hoofdwortel
Wortel haren
Wortelharen zijn heel dun. Je kunt ze alleen zien als je kiemplantje laat kiem op bijvoorbeeld filtreerpapier.
Reservestoffen
Delen onder de grond (wortels) bevatten veel reservestoffen
Knoop
De plaats waar een blad aan de stengel vastzit.
Lid (leden)
Het stuk stengel tussen 2 knopen
Okselknop
In een bladoksel zit een okselknop.
Eind knop
Aan het einde van een stengel zit het eind knop
Vaatbundel
Een groepje vaten dat bij elkaar ligt
Houtachtige planten
Bomen en struiken noemen we houtachtige planten.
Kruidachtige planten
De stengels van andere planten die vrijwel geen hout bevatten.
Bladsteel
Het blad zit hiermee aan de stengel vast
Bladschijf
Het platte gedeelte van het blad.
Nerven
Zichtbare ader van een blad
Blad moes
Alles tussen de nerven
Bladskelet
Een blad waar geen blad moes meer in zit
Fotosynthese
Proces waarbij planten licht, koolstofdioxide en water gebruiken om te zetten naar glucose.
Glucose
Glucose is een soort suiker. Glucose word ook wel dextrose of vruchtensuiker genoemd.
Voedingsgewassen
Planten waarvan mensen delen gebruiken als voedsel.
Werkplan
In een werkplan staat beschreven welk experiment je wilt uitvoeren om de probleemstelling te onderzoeken wat je daarvoor nodig hebt, en hoe je de resultaten wilt verwerken.
Proef groep
Je stelt je bloot aan de factor waarvan je de invloed wilt onderzoeken.
Enkelvoudige bladeren
Bij de meeste planten bestaat de bladschijf van een blad uit een geheel.
Samengestelde bladeren
Planten waarbij de bladschijf uit meerdere delen bestaat.
Handvormig
De blaadjes lijken op de vingers van een hand. Handvormige bladeren hebben meestal drie, vijf of zeven blaadjes.
Veervormig
De bouw van zo een blad lijkt op de bouw van een vogelveer.
Nervatuur
Het verloop van de nerven in een blad.