Bijlage A

Question 1

Start- en landingsbaan

Answer 1

Het deel van de verharding dat gebruikt wordt voor het starten en landen van
vliegtuigen. Een start- en landingsbaan maakt deel uit van het 90 meter gebied.

Question 2

Instrument Landingsbaan

Answer 2

Landingsbaan die is uitgerust met een ILS (Instrument Landing System) en daardoor
geschikt is voor landingen bij slecht zicht omstandigheden.

Question 3

Rijbaan

Answer 3

Het deel van de verharding dat gebruikt wordt voor het taxiën of slepen van vliegtuigen.

Question 4

Entry

Answer 4

Het gedeelte van de rijbaan dat de verbinding vormt tussen het rijbaanstelsel en de startbaan.

Question 5

Exit

Answer 5

Het gedeelte van de rijbaan dat de verbinding vormt tussen de landingsbaan en het rijbaanstelsel.

Question 6

RET

Answer 6

‘Rapid Exit Taxiway’ - Exit zodanig schuin aangelegd t.o.v. de landingsbaan en het rijbaanstelsel met als doel dat vliegtuigen met relatief hoge snelheid de baan kunnen verlaten.

Question 7

Shoulder

Answer 7

Het verharde deel, met beperkte draagkracht, dat de overgang vormt tussen het
dragende oppervlak van een baan of rijbaan en het naastgelegen onverharde
oppervlak.

Question 8

Platform rijbaan

Answer 8

Een gedeelte van een platform ontworpen als taxibaan, bedoeld om te voorzien in een taxiroute die de vliegtuigopstelplaatsen ontsluit en waar LVNL geen verantwoordelijkheid heeft.

Question 9

Platform

Answer 9

Dat gedeelte van de luchthaven, dat bestemd is voor het parkeren en afhandelen van luchtvaartuigen. Op Schiphol zijn de platformen van de rijbanen gescheiden d.m.v. de 60 centimeter brede rode klaringslijn.

Question 10

Remote holding position

Answer 10

Een remote holding position wordt gebruikt voor het tijdelijk opstellen van vliegtuigen, bijvoorbeeld vanwege het bezet zijn van een toegewezen
vliegtuigopstelplaats.

Ook voor het verkorten van de route van een taxiënd of gesleept vliegtuig wordt
soms gebruik gemaakt van een remote holding position.

Question 11

Welke remote holding positions zijn er?

Answer 11

P1, P2, P3, PA, PB, PC en PD: de P holding;
P6, P6A, P6B, P7, P7A en P7B: ten zuiden van rijbaan V t.h.v. de Satellite;
P20 en P21: R platform.

Question 12

CDF

Answer 12

‘Central De-icing Facility’ - Het vastgesteld gebied van de luchthaven, voorzien van specifiek voor de-icing bestemde infrastructuur, waar vliegtuigen gede-iced kunnen worden.

Question 13

Helispot

Answer 13

Vastgestelde locatie op baan 04-22 welke is ingericht voor het starten en landen van helikopters.