Bij de dokter Flashcards
1
Q
Apponitment
A
Afspraak
2
Q
Crutches
A
Krukken
3
Q
Dentist
A
Tandarts
4
Q
(To) examine
A
Onderzoeken
5
Q
(To) feel
A
(Zich) slecht voelen
6
Q
(To) get
A
Beter worden
7
Q
(To) hurt
A
Pijn doen
8
Q
Plaster
A
Pleister
9
Q
Waiting room
A
Wachtkamer
10
Q
X-ray
A
Röntgenfoto