Biblia Flashcards

1
Q

Wat is de betekenis van het letterwoord YHWH?

A

Ik zal er zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

In welke tijd worden volgende figuren gesitueerd?
Abraham, Mozes, Jakob en Jezus

A

Mozes: 1300v.C. - 1200 v.C.
Abraham: 2100v.C. - 1550V.C.
Jakob: 1700V.C.
Jezus: 6 of 4 V.C - 33 na C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vertel kort het verhaal van Abraham

A

Vertrekt uit Ur en trekt naar Charan. Stem onderweg zegt hem om naar het land te gaan dat hem aangewezen wordt. Hij trouwt met Sarah, die niet zwanger kan worden. Daarom heeft hij een kind bij Hagar. Op hoge leeftijd wordt Sarah toch zwanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vertel kort het verhaal van Jakob

A

Heeft een broer Esau waar hij altijd ruzie mee heeft. Pakt eerst erfenis af van broer en fopt dan zijn vader om het eerstgeboorterecht te krijgen. Vlucht weg van Esau die wraak wil nemen. Word dan zelf beetgenomen door oom die hem laat trouwen met Lea ipv Rachel. Zijn 12 zonen worden de 12 stamvaders van Israël.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vertel kort het verhaal van Mozes

A

Hebreeuwse mensen vluchten van farao die alle babyjongens laat vermoorden. Mozes wordt in mandje op de Nijl gezet en gevonden en opgevoed door de dochter van de farao. Mozes ontdekt zijn roods en vlucht nadat hij een Egyptenaar heeft vermoord. God zegt hem om zijn volk te redden en door woestijn te trekken. Onderweg krijgt hij van God de 10 geboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vertel kort het verhaal van Jezus

A

rond zijn 30 vertrekt hij uit Nazareth en laat zich dopen. Keert terug naar Galilea en zoekt apostelen. Heeft avondmaal met apostelen en word verraden. 3 dagen na zijn kruisiging verrijst hij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent de naam Abraham?

A

Ab=Vader/ raham= menigte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de drie aartsvaders?

A

Abraham, Isaäk en Jakob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de etymologische betekenis van het woord aartsvader?

A

Aarts of patriarch betekent begin of eerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk bevel krijgt Abraham?

A

Lèch lecha (vertrek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is de broer van Jakob?

A

Esau is de tweelingbroer van Jakob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarover gaat het verhaal van Jacobs ladder?

A

Jacob vlucht weg uit zijn land. Hij ziet een ladder, die tot de hemel rijkt. Daarlangs zag hij Gods engelen afdalen en gaan –> Betekenis: Jacob heeft fouten gemaakt in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bedoelt men met ‘Jacob wordt Israël?

A

Jacob heeft met god (de engel waarmee hij vocht) en mens (zijn eigen broer dat hem omhelsde bij het weerzien i.p.v te vechten) gestreden en gewonnen. Daarom kreeg hij de naam Israël.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er zo bijzonder aan de heupspier vanuit het verhaal ‘Jacobs ladder’?

A

Jacob vecht met een engel en de engel verwondt Jacob aan zijn heup die dan uit de kom gaat. Die engel is de man die hem zegende en Israël benoemde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent de naam Mozes?

A

Het is een Egyptische naam. Het betekent ‘zoon van hen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom verteert het vuur niet alles in het verhaal met de brandende braambos?

A

Het blijven branden en niet verteerd worden is een eigenschap van God. De vlam verteert de struik niet omdat het God is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekenen de namen Jezus, Messias en Christus?

A
  • Jezus: God (brengt) redding
  • Messias: In Israël werden koningen en priesters gezalfd, profeten soms ook. ‘Gezalfd’ is in het Herbreeuws ‘Masjiach’. Daar komt Messias vandaan.
  • Christus: Griekssprekende Joden vertaalden ‘gezalfd’ in hun taal als ‘Christos’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gravure bij de transfiguratie. Welke leerlingen neemt Jezus mee op de berg?
Wat gaat Jezus daar doen?

A

Petrus, Jacobus en Johannes
Hij gaat er bidden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Op welke plaats wordt Jezus gekruisigd? Geef twee namen voor dezelfde plaats

A

In de heilige stad Jeruzalem, in het openbaar.
Hij is gekruisigd op de plaats die Golgotha genoemd werd, ook wel Schedelplaats.

19
Q

Wat is een andere naam voor Oude Testament?

A

Eerste testament

20
Q

Wat betekent het gebruik van de ramshoorn voor Joden tot op vandaag?

A

De hoorn wordt tijdens Joodse erediensten gebruikt. Tijdens de maan Elloel (12e maand van het Joodse jaar) wordt er iedere dag, behalve op sjabbat op de Sjofar geblazen.

21
Q

Wat betekent het woord Torah?

A

Zijn de eerste vijf boeken van de Tenach, die de grondslag van het Joodse geloof vormen en daarmee als de voornaamste heilige boeken gelden.
Torah= leerling, leer

22
Q

Wat zijn profeten?

A

Het zijn kritische stemmen die het onrecht in de maatschappij aankaarten. De profeten nemen kwetsbare groepen in bescherming en uiten kritiek op leiders die hun macht misbruiken. Ze steunen daarbij op de teksten uit de Thora. Ze nemen die niet letterlijk op, maar interpreteren ze.

23
Q

Wie is Deborah?

A

Deborah is de enige vrouwelijke profeteres

24
Q

Wat is een jat?

A

Het is een aanwijsstok die de Joden gebruiken om de Thora te lezen

25
Q

Waar komt het woord ‘jatten’ vandaan?

A

Is Hebreeuws voor hond, een jat is een hand of een aanwijsstokje

26
Q

Israël komt in de handen terecht van vreemde mogendheden. Welke?

A

De Romeinen

27
Q

Waarom voldoet Jezus niet aan de verwachtingen van de Joden?

A

De Joden hadden geen verlosser van de vrede verwacht maar iemand dat hun zou bevrijden van de Romeinen. Jezus voldeed dus niet aan deze verwachting.

28
Q

Welke machthebbers maken het Jezus moeilijk?

A

De Romeinen

29
Q

In welk jaar sterft Jezus?

A

In jaar 33

30
Q

Wat is het Sanhedrin

A

Eigen bestuur: Het Joodse land zal zijn zelfbestuur in beperkte mate houden.

31
Q

Wat weet je over Saulus en Paulus?

A

Het is dezelfde persoon. Saulus (christenvervolger) is door de bliksem tot bekering gebracht. “Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren. Ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn door, in de hoop zelf uit de dood te mogen opstaan.

32
Q

Wat betekent het woord ‘Evangelie’?

A

De ‘Heilbrengende boodschap’, ‘blijde boodschap’ of ‘goede boodschap’

33
Q

Waarom krijgt het zo’n belangrijke betekenis?

A

Omdat Jezus Zijn leven daarin verteld wordt.

34
Q

Wie zijn de vier evengelisten?

A

Lucas, Matteüs, Marcus en Johannes

35
Q

Welk attribuut hoort bij elke evangelist?

A
  • Matteüs: mens of engel
  • Marcus: leeuw
  • Lucas: stier
  • Johannes: adelaar
36
Q

Hebben de evangelisten Jezus ooit ontmoet?

A

Neen

37
Q

Welk evangelie is het oudste?

A

Marcus: 70 na Chr

38
Q

Welk evangelie is het jongste?

A

Johannes: 90/100 na Chr

39
Q

Waarom zijn de mensen uit Samaria geen echte Joden?

A

De inwoners van Samaria zijn strikt genomen geen Joden. Ze stammen af van de Israëlieten die zich in de 8e eeuw vCh vermengden met nieuwkomers in Israël. In Jezus’ tijd waren de verhoudingen tussen de Samaritanen en Joden erg koel.

40
Q

Waar komt de naam Juda vandaan

A

1 van de 12 zonen van aartsvader Jacob, Juda

41
Q

Franciscus van Assisi is één van de belangrijkste bruggenbouwers ooit. Wanneer leefde hij? Waarom is hij een bruggenbouwer?

A

Jaren 1200. De 5e Kruistocht was bezig. Zij versterken het damiatie. Christenen organiseren kruistochten naar het Midden-Oosten. Ze zijn ervan overtuigd dat ze het heilige land moeten heroveren op de moslims.

42
Q

Wat is de Talmoed?

A

Een belangrijk boek binnen het Jodendom, hierin staan commentaren van rabbijnen en schriftgeleerden?

43
Q

Welke zijn de zeven sacramenten?

A
  • Doop
  • Eucharistie
  • Vormsel
  • Verzoening
  • Huwelijk
  • Ziekenzalving
  • Wijding
44
Q

Welke van de zeven sacramenten hebben een Bijbels fundament?

A
  • Doop –> Jezus wordt door Johannes de Doper gedoopt in de Bijbel
  • Eucharistie –> Het laatste avondmaal in de Bijbel
    Van de anderen sacramenten zijn er geen voorbeelden in de Bijbel
45
Q

Wat is de betekenis van elk sacrament?

A
  • Doop: Je verlaat het oude leven voor een nieuw leven. Zoals Jezus uit de dood verrijst en een nieuw leven begint.
  • Vormsel: De zalving geeft je de kracht van de Heilige Geest.
  • Eucharistie: Als je eet van dit brood, word je één met Jezus en zijn gemeenschap.
  • Verzoening: Je krijgt de opdracht om fouten recht te zetten en ontvangt vergeving, in Jezus’ naam.
  • Huwelijk: Het koppel wordt verankerd in Gods liefde en in een gemeenschap van medechristenen.
  • Ziekenzalving: Je deelt in de kracht van Jezus, die het lijden en de dood heeft overgenomen.
  • Wijding: Je zet Jezus’ opdracht voort en verbindt mensen in Zijn naam.
46
Q

Welke vormen van spiritueel lezen leer je kennen?

A
  • Lectio: actief lezen. Kijk naar de opbouw van de tekst, onderstreep wat je opvalt, neem nota.
  • Meditatio: Passief lezen. Laat de tekst woord voor woord op je inwerken
  • Oratio: Bidden. Deel je gedachten over de tekst met god.
  • Contemplatio: Bezinnen. Sta stil bij je ervaring van het gebed, het contact met god.