Bewustzijnsfilosofie College 3 Flashcards
Materialisme / Fysicalisme
Monisme als fysische substantie: materiële processen die materialisme kunnen verklaren
Lichaam-geest superveniëntie
De geest is gelijk aan het lichamelijke; de geestelijke toestanden superveniëren tot bepaalde hersentoestanden
Superveniëntie
Gelijk aan elkaar staan
Mind-body supervenience
Twee identiek dezelfde opgebouwde lichamen ervaren dezelfde mentale / geestelijke toestanden
Persoonlijke identiteit
Hoe je jezelf ziet en weergeeft (niet de identiteit bij MBIT)
Kwalitatieve identiteit
Twee zaken lijken op een bepaalde manier op elkaar maar verschillen tot op andere zaken (niet de identiteit bij MBIT)
Kwantitatieve identiteit (MBIT)
‘twee’ dingen die feitelijk hetzelfde ding zijn –> a = b
Empirische constatering
We onderzoeken de kwestie a = b volgens een empirische cyclus door bijvoorbeeld naar een hersentoestand te kijken bij een ervaring
Mind Body / Brain Identity Theory (MBIT)
Stelt dat we het of al ontdekt hebben, of dat de data in die richting wijzen
Contigente waarheid
Een waarheid die niet noodzakelijk waar is; een driehoekvormig bord is in NL een waarschuwingsbord, maar in een ander land misschien niet
Noodzakelijke waarheid
Een waarheid die voor iedereen hetzelfde is; H2O = water
Reductionistisch materialisme (= MBIT)
De reductie van mentale toestanden naar hersentoestanden (pijn naar neocortex)
Eliminativisme
Als we een mentale toestand kunnen reduceren tot een hersentoestand, dan identificeren we die mentale toestand dus met die hersentoestand. We elimineren niet, maar zeggen a = b dus a mag weg
Ontologie
Lijst van datgene wat er allemaal is
Argumenten pro MBIT
-Empirische data
-Eenvoudigste verklaring (a=b)
-Spaarzamer om 1 type in je ontologie te hebben
-Causale rol analyse