Bewustzijnsfilosofie College 3 Flashcards

1
Q

Materialisme / Fysicalisme

A

Monisme als fysische substantie: materiële processen die materialisme kunnen verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lichaam-geest superveniëntie

A

De geest is gelijk aan het lichamelijke; de geestelijke toestanden superveniëren tot bepaalde hersentoestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Superveniëntie

A

Gelijk aan elkaar staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mind-body supervenience

A

Twee identiek dezelfde opgebouwde lichamen ervaren dezelfde mentale / geestelijke toestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Persoonlijke identiteit

A

Hoe je jezelf ziet en weergeeft (niet de identiteit bij MBIT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kwalitatieve identiteit

A

Twee zaken lijken op een bepaalde manier op elkaar maar verschillen tot op andere zaken (niet de identiteit bij MBIT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kwantitatieve identiteit (MBIT)

A

‘twee’ dingen die feitelijk hetzelfde ding zijn –> a = b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Empirische constatering

A

We onderzoeken de kwestie a = b volgens een empirische cyclus door bijvoorbeeld naar een hersentoestand te kijken bij een ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mind Body / Brain Identity Theory (MBIT)

A

Stelt dat we het of al ontdekt hebben, of dat de data in die richting wijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Contigente waarheid

A

Een waarheid die niet noodzakelijk waar is; een driehoekvormig bord is in NL een waarschuwingsbord, maar in een ander land misschien niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noodzakelijke waarheid

A

Een waarheid die voor iedereen hetzelfde is; H2O = water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reductionistisch materialisme (= MBIT)

A

De reductie van mentale toestanden naar hersentoestanden (pijn naar neocortex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eliminativisme

A

Als we een mentale toestand kunnen reduceren tot een hersentoestand, dan identificeren we die mentale toestand dus met die hersentoestand. We elimineren niet, maar zeggen a = b dus a mag weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontologie

A

Lijst van datgene wat er allemaal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Argumenten pro MBIT

A

-Empirische data
-Eenvoudigste verklaring (a=b)
-Spaarzamer om 1 type in je ontologie te hebben
-Causale rol analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Argumenten tegen MBIT

A

-Wet van Leibniz
-Meervoudige realiseerbaarheid
-Reactie op MBIT; gaat over overeenkomsten
-Reactie op MBIT; gaat om type identity, niet token identity

17
Q

Wet van Leibniz

A

A en B zijn alleen identiek als alle eigenschappen identiek zijn en ze alleen die eigenschappen bezitten

18
Q

Meervoudige realiseerbaarheid

A

Dezelfde mentale eigenschappen, toestanden of verschijnselen, doorgevoerd kunnen worden door verschillende fysische eigenschappen, toestanden of verschijnselen