Bewustzijnsfilosofie College 2 Flashcards

1
Q

Idealisme

A

De fysische wereld is afhankelijk van de geestelijke wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

George Berkeley

A

Hij gaf antwoord op het interactieprobleem dat er maar één substantie is; de geestelijke substantie (vorm van monisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Monisme

A

Opvatting dat lichaam en geest één zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Esse est percipi (George Berkeley)

A

Dingen bestaan alleen als je er naar kijkt
- Philonous geloofde dat de stoel wel bestaat, maar alleen omdat wij deze met de geestelijke substantie waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Empirisme (George Berkeley)

A

Berkeley redeneert door kennis te vergaren via ervaring door waarneming via zintuigen; je ziet de secundaire eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secundaire eigenschappen

A

Eigenschappen die alleen bestaan als iemand deze waarneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primaire eigenschappen (George Berkeley)

A

Idealisme neemt de wetenschap niet serieus; Berkeley heeft God nodig om de wereld niet te laten verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behaviorisme

A

Stroming begin 20e eeuw: Behavioristen meenden dat als de psychologie wetenschappelijk wil worden we geen onwaarneembare zaken kunnen accepteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Black Box

A

Input gaat in de black box, output komt eruit: wat er in de black box gebeurt is niet relevant voor behavioristen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Methodologisch / Psychologisch behaviorisme

A

Methode van de psychologie moest gericht zijn op het documenteren van stimulus respons correlaties (en niks zeggen over inhoud van de black box)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behavioristen en het bestaan van de geest

A

Behavioristen moeten beweren dat er naast het gedrag niet ook een geest is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Filosofisch / Analytisch / Linguïstisch behaviorisme

A

Stelt dat de zogenaamde mentale toestanden gewoon beschrijvingen zijn van iemands gedrag en geen eigen werkelijkheid bezitten. Wat iemand gelooft is dus simpelweg een respons op een stimuli, waardoor de geest geen zelfstandige entiteit is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reactie op dualisme van Gilbert Ryle

A

Dualisme hoogst onwetenschappelijk, want we zien dat dualisme de geest heel erg serieus neemt, maar het is conceptueel niet goed en dat kan niet wetenschappelijk geaccepteerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ghost in a Machine (Gilbert Ryle)

A

Wij hebben een geest, maar niemand anders kan die waarnemen. Daarom is het beter om naar gedrag te kijken dan te accepteren dat er een immateriële geest is. De geest is niets meer dan een verzameling van disposities. Als je toch vraagt waar de geest nu is naast die disposities, maak je een categoriefout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Categoriefout

A

Bij dit fenomeen deel je iets in, in de verkeerde categorie. Hierdoor ontstaan gekke vragen, dit geldt ook voor de geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dispositie

A

Een gedragspatroon dat iets vertoont of zal vertonen onder bepaalde omstandigheden

17
Q

Gilbert Ryle conclusie

A

Volgens hem is het lichaam-geestprobleem een pseudoprobleem wat ontstaat doordat mensen een categoriefout maken, wanneer zij denken dat de geest iets anders is dan een verzameling disposities

18
Q

Logisch potivisme

A

Empiristen die een verschil maken tussen wetenschappelijke en onwetenschappelijke zinnen / verschil tussen betekenisvolle zinnen en betekenisloze zinnen; dus geen subjectieve psychologie