Bewegende aarde Flashcards

1
Q

Stollingsgesteente

A

Gesteente dat zijn vaste vorm gekregen heeft door stolling van vloeibaar materiaal, magma of lava

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kristal

A

Homogene vast stof (alleen bij langzame afkoeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Basalt

A

Stollingsgesteente dat snel afkoelt. Is zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Graniet

A

Stollingsgesteent dat langzaam afkoelt. Bevat kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sedimentair gesteente

A

Gesteente dat is gevormd na transport en afzetting (sedimentatie) van los materiaal (ontstaan door verwering en daarna erosie). Korrels, ruw, kan fossielen bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eolisch

A

Onder invloed van wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Marien

A

Onder invloed van zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fluviatiel

A

Onder invloed van rivieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metamorf gesteente

A

Metamorf gesteente ontstaat door verandering van stollings- of sedimentair gesteente onder invloed van hoge druk en hoge temperatuur. Gelaagdheid, glans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Holoceen

A

Periode waar wij nu in leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Precambrium

A

De periode van 4.6 miljard jaar geleden (ontstaan van de Aarde) tot 542 miljoen jaar geleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Korst

A

Continentale korst, oceanische korst en bovenste deel mantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bathymetrie

A

Bathymetrie is het opmeten van de topografische hoogte van de zeebodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sea-floor-spreading

A

Het proces dat volgens de theorie van platentektoniek plaatsvindt op divergente grenzen tussen tektonische platen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Subductiezones

A

Waar oceanische korst verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lithosfeer

A

De lithosfeer of steenschaal is het buitenste gedeelte van de vaste Aarde. Bestaat uit negen grotere en twintig kleinere platen

17
Q

Conventiestromen

A

Door het temperatuurverschil tussen dit binnenste van de
Aarde en het oppervlak gaat het stroperige materiaal van de
mantel

18
Q

Divergente plaatbeweging

A

Platen bewegen van elkaar af

19
Q

Convergente plaatbeweging

A

Platen bewegen naar elkaar toe

20
Q

Transform plaatbeweging

A

Platen bewegen langs elkaar

21
Q

Hypocentrum

A

Plaats waar een aardbeving begint

22
Q

Epocentrum

A

Loodrecht op de hypocentrum op het aardoppervlak

23
Q

P-golf / primaire golf

A

Longitudinale golven, met de trillingsrichting in dezelfde richting als waarin de golf zich voortplant

24
Q

S-golf/ secundaire golf

A

Transversale golf, hebben een trillingsrichting die
loodrecht op de voortplantingsrichting van de golven staat

25
Q

Statische wrijving

A

Een kracht tussen twee oppervlakten die niet ten opzichte van elkaar
bewegen. Deze objecten zijn dus statisch.

26
Q

Dynamische wrijvingskracht

A

Een kracht tussen objecten die bewegingen, kan groter worden dan de statische wrijving

27
Q

Strain positioning

A

De relatieve plaatbeweging wordt niet opgenomen door alleen het subductiecontact maar door het subductiecontact plus een tweede breuk van het transformtype die de rand van de bovenliggende plaat doorsnijdt. Dit zijn dus de twee componenten: één loodrecht op het contact (subductie) en
één evenwijdig (transversaal).

28
Q
A