Bevolking en ruimte Flashcards
Bevolkingsdichtheid
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.
Bevolkingspiramide
Grafiek met de leeftijdsopbouw van de bevolking.
Bevolkingsspreiding
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.
Geboortecijfer
Het gemiddelde aantal geboorten in een gebied in een jaar per duizend inwoners.
Geboorteoverschot
Het verschil tussen het aantal mensen dat geboren wordt per duizend inwoners en het aantal dat sterft.
Levensverwachting
Getal dat aangeeft hoe oud mensen gemiddeld worden of nog te leven hebben.
Natuurlijke bevolkingsgroei
Groei van de bevolking als er meer geboorten zijn dan sterfgevallen.
Ruimtegebruik
De manier waarop een gebied gebruikt wordt, bijvoorbeeld voor het bouwen van winkels of als landbouwgrond.
Sterfteoverschot
Als het aantal sterfgevallen groter is dan het aantal geboorten in een jaar in een gebied.
Aantrekkingsfactor
Reden om je in een gebied te vestigen.
Afstotingsfactor
Reden om uit een gebied te vertrekken.
Bevolkingseplosie
Heel veel geboortes in korte tijd.
Ontgroening
Afname van het aandeel jonge mensen in de bevolking.
Sociale bevolkingsgroei
De toename van de bevolking doordat mensen van buiten het gebied zich er vestigen.
Suburbanisatie
Trek van de stad naar het platteland.
Urbanisatie
Trek van het platteland naar de stad.
Vergrijzing
Toename van het aandeel ouderen in de bevolking.
Verhuismotieven
Redenen om te verhuizen.
Vertrekoverschot
Als er meer mensen uit een gebied vertrekken dan er komen wonen.
Vestigingsoverschot
Als er meer mensen in een gebied komen wonen dan er vertrekken.
Bereikbaarheid
De mate waarin je binnen korte tijd zonder moeite kunt komen waar je wilt.
Infrastructuur
Alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te maken.
Integratie
Als migranten cultuurelementen overnemen van het land waar ze wonen en die toepassingen in hun eigen cultuur.
Leefbaarheid
De mate waarin een buurt, wijk of dorp aantrekkelijk/geschikt is om te wonen of werken.