benamingen Flashcards

1
Q

ACE

A

angiotensin converting enzyme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ACh

A

acetylcholine

= een neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACTH

A

adrenocorticotroop hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

adenohypofyse

A

voorkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ADH

A

antidiuretisch hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ADP

A

adenosine difosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bindweefsel

A

adventitia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tandkassen

A

alveola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cilindrische verwijdering

A

ampulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

willekeurig, onbewust

A

animaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

binden op receptor, maar geven geen signaal door

A

antagonisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

follikelholte

A

antrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

punt

A

apex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitloper van blinde darm

A

appendix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

spinnenwebvlies

A

arachnoidea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

niet verstrijkenden, ondiepe plooien

A

areae gastricae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

kransslagaders

A

arteria coronariae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

leverslagaders

A

arteria hepatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

longslagader

A

arteria pulmonalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

nierslagaders

A

arteria renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

slagaders

A

arteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

slijtagereuma

A

artrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bovenste halswervel/ ja-knikker

A

atlas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ATP

A

adenosine trifosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
speciale vorm van degeneratie
atresie
26
voorkamers/ boezem
atria
27
oorschelp
auricula
28
tweede halswervel/ draaier (nee schudden)
axis
29
lange uitloper van een zenuwcel
axon
30
keelholte ter hoogte van de mond
buccopharynx
31
blinde darm
caecum
32
ependymkanaal
canalis centralis
33
wervelkanaal
canalis vertebralis
34
klaarmaken voor bevruchting
capacitatie
35
haarvaten
capillairen
36
vetkapsel
capsula adiposa
37
gewrichtskapsel
capsula articularis
38
nierkapsel
capsula fibrosa
39
kop
caput
40
bekervormige kraakbeentjes
cartilago arytenoidea
41
ringkraakbeen
cartilago circoidea
42
spitskraakbeentje
cartilago corniculata
43
schildkraakbeen
cartilago thyroidea
44
staart
cauda
45
paardenstaart
cauda equina
46
tandmerg
cavitas dentis
47
gewrichtsholte
cavum articulare
48
baarmoederholte
cavum uteri
49
kleine hersenen
cerebellum
50
grote hersenen
cerebrum
51
baarmoedermond
cervix
52
kraakbeenlijm
chrondrine
53
vaatvlies
choroidea
54
kraakbeencellen
chondrocyten
55
melk
chylos
56
sleutelbeen
clavicula
57
periode rond de menopauze
climacterium
58
slakkenhuis
cochlea
59
geslachtsgemeenschap
coïtus
60
stapelplaats voor hormonen; gelatineuze vloeistof
colloïd
61
stijgende dikke darm
colon ascendens
62
dikke darm die een bocht maakt
colon signmoideum
63
horizontale deel van de dikke darm
colon transversum
64
wervelkolom
columna vertebralis
65
zuilen van bertin
columnae renales
66
neusschelp
concha nasalis
67
dalende dikke darm
colon descendens
68
doorzichtige hoornvlies
cornea
69
tandkroon
corona
70
laag granulosacellen direct om de eicel
corona radiata
71
lichaam
corpus
72
hersenbalk
corpus callosum
73
straallichaam
corpus ciliare
74
gele lichaam
corpus luteum
75
zwellichaam
corpus spongiosum
76
glasachtig lichaam
corpus vitreum
77
schors
cortex
78
hormonen van de bijnierschors
corticosteroïden
79
cluster van granulosacellen
cumulus oophorus
80
met liquor gevulde verwijderingen van de subarachoidale ruimte
cysternae
81
darmvlokken
villi
82
trommelvlies
membrana tympani
83
vrijgeven van mineralen
demineralisatie
84
korte celuitlopers van zenuwcel
dendrieten
85
tanden
dentes
86
hoektanden
dentes canini
87
snijtanden
dentes incisivi
88
kiezen
dentes molares
89
voorkiezen
dentes premolares
90
tandbeen
dentine
91
lederhuid
dermis
92
wortelvlies
desmodontium
93
middenrif
diafragma
94
tussenwervelschijf
discus intervertebralis
95
galbuis
ductus choledochus
96
galblaasbuis
ductus cysticus
97
zaadleider
ductus deferens
98
leverbuis
ductus hepaticus
99
alvleesklierbuis
ductus pancreaticus
100
twaalfvingerige darm
duodenum
101
hard vlies
dura mater
102
zaadlozing
ejaculatie
103
glazuur
email
104
pijnappelklier
epifyse
105
endeldarm
rectum
106
binnenbekleding van het hart
endocard
107
baarmoederslijmvlies
endometrium
108
binnenbeenvlies
endosteum
109
epitheelcellen van de darm
enterocyten
110
bijbal
epididymis
111
viscerale blad dat myocard en coronairen bedekt
epicard
112
groeischijf
epifysaire schijf
113
strotklepje
epiglottis
114
uitwerpselen
faeces
115
bindweefsel
fascia
116
dijbeen
femur
117
openingen
fenestratie
118
kuitbeen
fibula
119
vingervormige uitstulpingen
fimbriae
120
diepe spleten tussen de longkwabben
fissurae interlobares
121
openingen tussen de schedeldelen
fontanel
122
ondiepe, cryptevormige plooien
foceolae gastricae
123
tongriem
frenulum linguae
124
voorhoofdssinus
sinus frontalis
125
geslachtscellen
gameten
126
zenuwknopen
ganglia
127
gastrine producerende cellen
G-cellen
128
tandvlees
gingiva
129
ondertongspeekselklier
glandula sublingualis
130
onderkaakspeekselklier
glandula submandibularis
131
haarvatenkluwen
glomerulus
132
stemspleet
glottis
133
schorshormonen
glucocorticoiden
134
afbraak van glucose
glycolyse
135
ontstaan van nieuwe glucose
gluconeogenese
136
geslachtsklieren
gonaden
137
plooien van het endocard
hartkleppen
138
buitenste laag van het hart
hartzakje
139
levercellen
hepatocyten
140
2 symmetrische helften in de grote hersenen
hersenhemisferen
141
huig
uvula
142
glasachtig kraakbeen
hyalien kraakbeen
143
hoge K+ conc
hyperkaliëmie
144
toename in celvolume
hypertrofie
145
hersenaanhangsel
hypofyse
146
verbinding van neurohypofyse met de hypothalamus
hypofysesteel
147
lage Na+ conc
hyponatriëmie
148
kronkeldarm
illeum
149
trechtervormige uitmonding
infundibulum
150
regenboogvlies
iris
151
smalle verbinding tussen twee grotere stukken
isthmus
152
nuchtere darm
jejunum
153
keelholte
pharynx
154
kleine kwabjes
lobuli
155
plaats op axon waar geen myeline aanwezig is
knoop van ranvier
156
kwabben
lobi
157
grote schaamlippen
labia majora
158
kleine schaamlippen
labia minora
159
keelholte ter hoogte van het strottenhoofd
laryngopharynx
160
nierlichaamje
lichaampje van malpighi
161
gewrichtsbanden
ligamenten
162
tong
lingua
163
vetten
lipiden
164
aanmaak van vetten
lipogenese
165
hersenvocht
liquor cerebrospinalis
166
follikelvloeistof
liquor folliculi
167
voorhoofdskwab
lobus frontalis
168
achterhoofdskwab
lobus occipetalis
169
wandkwab
lobus parietalis
170
slaapkwab
lobus temporalis
171
longblaasjes
alveoli
172
luchtpijp
trachea
173
instulpingen; maagplooien
maagcrypten
174
soort witte bloedcel
macrofagen
175
centrum waar we alles scherp zien
macula
176
gele vlek
macula lutea
177
onderkaakbeen
mandibula
178
handvat
manubrium
179
bovenkaakbeen
maxilla
180
uitwendige gehoorgang
meatus acusticus externus
181
merg
medulla
182
verlengd merg
medulla oblongata
183
ruggenmerg
medulla spinalis
184
pigmenteiwit
melanine
185
pigmentcellen
melanocyten
186
tijdstip waarop eerste menstruatie optreedt
menarche
187
hersenvliezen
meningen
188
periode waarin menstruatie ophoudt
menopauze
189
stofwisseling
metabolisme
190
uitstulpingen van epitheelcellen
microvilli
191
grootste lymfoïde orgaan
milt
192
opnemen van mineralen in het bot
mineralisatie
193
vernauwing
miosis
194
schaamheuvel
mons pubis
195
slijm
mucus
196
spierlaag
muscularis
197
tussenribspier
musculus intercostales
198
verwijding
mydriasis
199
opgebouwd uit actine en myosine
myofibrillen
200
spierlaag van de uterus
myometrium
201
keelholte ter hoogte van de neus
nasopharynx
202
nierbuisjes
nefronen
203
oogzenuw
nervus opticus
204
evenwichtszenuw
nervus vestibulum
205
achterkwab
neurohypofyse
206
nierkapsel
kapsel van bowman
207
kern
nucleus
208
overgang van slokdarm naar maag
oesophagale sphincter
209
slokdarm
oesophagus
210
eicel
oocyt
211
staartbeen
os coccygis
212
zeefbeen
os ethmmoidale
213
voorhoofdsbeen
os frontale
214
tongbeen
os hyoideum
215
darmbeen
os ilium
216
zitbeen
os ischium
217
traanbeen
os lacrimale
218
neusbeen
os nasale
219
achterhoofdsbeen
os occipitale
220
verhemeltebeen
os palatinum
221
wandbeen
os parietale
222
schaambeen
os pubis
223
heiligbeen
os sacrum
224
wiggebeen
os sphenoidale
225
slaapbeen
os temporale
226
ploegschaarbeen
os vomer
227
jukbeen
os zygomaticum
228
beenvormers
osteoblasten
229
beenvreters
osteoclasten
230
gehoorsteentjes
otolieten
231
eierstokken
ovaria
232
eisprong
ovulatie
233
gehemelte
palatum
234
blinde vlek
papil
235
papil van vater
papilla duodeni major
236
kegelvormige spieren
papillaire spieren
237
wandcellen
pariëtale cellen
238
knieschijf
patella
239
bekkengordel
pelvis
240
pariëtale blad om het hart heen; hartzakje
pericard
241
holte tussen het epicard en het pericard gevuld met vocht
pericardholte
242
kraakbeenvlies
perichondrium
243
buitenste laag van baarmoeder
perimetrium
244
buitenbeenvlies
perichondrium
245
zacht vlies (hersenen)
pia mater
246
valse stembanden
plicae ventriculares
247
follikels in het ileum die behoren tot het lymphoïde orgaanstelsel
platen van peyer
248
longvlies
pleura
249
buitenste longvlies
pleura parietalis
250
binnenste longvlies
pleura pulmonalis
251
meerdere zenuwen verstrengeld in elkaar
plexus
252
rijk gecapillariseerd vlies dat zich in de wanden van de ventrikels bevindt en waar het hersenvocht wordt aangemaakt
plexus choroideus
253
echte stembanden
plicae vocales
254
plooien van kerckring
plicae circulares
255
cellen met lange, vingervormige uitstulpingen op capillairen
podocyten
256
brug
pons
257
poort
hilus
258
doornuitsteeksel
processus spinosus
259
zwaardvormig uitsteeksel
processus xiphoideus
260
kringspier ter hoogte van de maag
pylorus
261
spiervezels aan de binnenkant van de ventrikels die actiepotentialen snel doorgeven
purkinjevezels
262
tandwortel
radix
263
netvlies
retina
264
lijkstijfheid
rigor mortis
265
rond zakje
sacculus
266
celmembraan van de spiercel
sacrolemma
267
cytoplasma van de spiercel
sacroplasma
268
harde oogrok; wit van het oog
sclera
269
balzak
scrotum
270
turks zadel
sella trucica
271
zaadcellen + zaadvocht
semen
272
tussenschot
septum
273
dunne laag bindweefsel
serosa
274
regelt de stroom van gal en pancreassap naar het duodenum
sfincter van oddi
275
zeefbeensinus
sinus ethmoidalis
276
bovenkaaksinus
sinus maxillaris
277
wiggebeensinus
sinus sphenoidalis
278
remmend groeihormoon
somatostatine
279
remmend groeihormoon
somatostatine
280
aanmaak van zaadcellen in de testikels
spermatogenese
281
zaadcellen
spermatozoa
282
borstbeen
sternum
283
gaatje waar een eicel vrijkomt
stigma
284
hoornlaag; bovenlaag van epidermis
stratum corneum
285
strottenhoofd
larynx
286
onderhuids bindweefsel
subcutis
287
laagje bindweefsel dat bovenop het myometrium ligt
subserosa
288
smal kraakbeen
symphysis
289
gewrichtssmeer
synovia
290
buitenste vlies bij gewrichten
synoviaal vlies
291
samentrekken van voorkamers
systole van atria
292
teelbal
testis
293
afzonderlijke laag
theca
294
bloedplaatjes
thrombocyten
295
schildklier
thyroid
296
scheenbeen
tibia
297
vehemelte/keel amandelen
tonsilla palatina
298
amandelen
tonsillen
299
buis van eusstachius
tuba auditiva
300
eileider
tuba uterina
301
zaadbuisjes
tubuli seminiferi
302
wand
tinuca
303
buis van het nierbekken naar de blaas
ureter
304
urinebuis die urine van blaas naar buiten brengt
urethra
305
hormoon dat secretie van HCl door de maag remt
urogastron
306
baarmoeder
uterus
307
ovaal zakje
utriculus
308
aortaklep
valva aorta
309
tweeslippige klep; mitralisklep
valva bicuspidalis
310
drieslippige klep
valva tricuspidalis
311
pulmonalisklep
valva trunci pulmonalis
312
onderste holle ader
vena cava inferior
313
bovenste holle ader
vena cava inferior
314
poortader
vena porta
315
nierader
vena renalis
316
leveraders
venae hepaticae
317
longader
vena pulmonalis
318
aders
venen
319
holte; zowel in hersenen als in hart
ventrikel
320
venen met de kleinste diameter
venulen
321
wervels
vertebrae
322
halswervels
vertebrae cervicales
323
lendenwervels
vertebrae lumbales
324
borstwervels
vertebrae thoracicae
325
borstwervels
vertebrae thoracicae
326
voorhof
vestibulum
327
schedevoorhof
vestibulum vaginae
328
aflijning van eicel en granulosacellen
zona pellucida
329
hoofdcellen
zymogene cellen