Belgie Flashcards

1
Q

Waarom verenigd koningsrijk der Nederlanden

A

Buffer staat tegen Frankrijk en Pruisen

Economie: grote haven uit Fransen handen

Verwijzen naar historische banden met elkaar, wat niet waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie was de leiding van VKN?

A

Willem I, verlicht absolutisme, doet alles voor het volk maat heeft al de macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Legimiteitsprincipe

A

Legimiteitsprincipe = iedereen die vorst is geweest mag terug vorst worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom wou Willem eenheid tussen het noorden en het zuiden?

A

Tandem politiek= als ze samen zouden werken zou het heel goed gaan
Noorden heeft kolonies en zuiden industrialiseert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie wil Willem weg?

A

Liberalen en Katholieken en uit zuiden, l’union des oppositions/monsterverbond
= twee kleine vijandige partijen hebben vrede om samen te werken tegen een grotere partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Redenen van verzet

A

Cultuur
- Taal, scholen, geloofsvrijheid, censuur
Politiek
- Vertegenwoordiging zuiden en schijn parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stomme van portici

A

revolutie waar alles wordt vernield, opera in Brussel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een burgerwacht?

A

Gewonen mensen met wapens die zorgen dat een situatie niet escaleert
Zwart geel rood, kleuren van Brabant, vechten tegen Nederlandse leger omdat al het overleg vastliep

Nederlands leger trekt zich terug nadat Burgerwacht wapens steelt en ze controle verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorlopig bewind

A

Mensen die een revolutie geleid hebben en omzetten naar een nieuw land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nationaal congres

A

Grondwetgevende vergadering, leden gekozen door cijnskiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eerste koning België

A

Leopold 1, duitsland, protestant
Van Saksen-Coburg en Gotha
Getrouwt met kroonprinses Engeland en dochter koning Frankrijk
21 juli feestdag België

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tiendaagse veldtocht

A

Nederlands leger valt aan want ze hebben zich er nog niet over kunnen zetten

Ze winnen door de Fransen, Willem krijgt bang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Unionisme

A

1815-1847
Eindigt door enkel katholieke of liberale regering waardoor dreigende revolutie

UDO: unie met tegengestelde visie
MVB: kleinere partijen werken samen om grotere uit te schakelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meerderheidsstelsel

A

Alle zetels gaan naar de partij in de meerderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Evenredigheidsstelsel

A

Zetelverdeling over partijen verdeeld obv aantal stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Evolutie stemmen

A

Cijnskiesrecht
1848 cijns verlaagd
1893 Algemeen meervoudig stemrecht (alle mannen boven 25, extra stemmen bij bezit of diploma)
1919 algemeen enkelvoudig stemrecht (alle mannen 21 jaar en weduwen, moeders van oorlog)
1948 Vrouwen mogen stemmen 21 jaar
1981 iedereen vanaf 18
1992 migranten