Belastingen Flashcards

1
Q

Benoem het rechtssubject & object voor de inkomstenbelasting

A

Rechtssubject zijn natuurlijke personen die in Nederland wonen of van Nederlands inkomen genieten.

Rechtsobject: inkomstenbelasting wordt geheven over het, in een kalenderjaar, genoten belastbare inkomen uit werk en woning, aanmerkelijk belang en sparen & beleggen. (alle boxen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarover wordt het binnenlands belastingplicht belast?

A

Over het wereldinkomen van het rechtssubject.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn dus niet belastingplichtigen volgens de Wet IB?

A
  • Rechtspersonen (NV, BV, stichting, vereniging etc.)

- Maatschap, VOF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke inkomsten vallen onder box 1 (inkomsten uit werk & woning)

A
  • Winst uit onderneming
  • Loon, uitkering of pensioen
  • inkomsten als freelancer, artiest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem de aftrekposten van box 1

A
  • Reisaftrek openbaar vervoer
  • aftrekbare kosten van de eigen woning
  • Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
  • Persoonsgebonden aftrek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een aanmerkelijk belang? (box 2)

A

Aanmerkelijk belang heb je zodra een belastingplichtige (eventueel met fiscale partner) minimaal 5% heeft van onder andere de aandelen in een binnen- of buitenlandse vennootschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zit er in Box 3?

A

Box 3 bestaat uit sparen & beleggen. Ook wel het vermogen genoemd. Het vermogen = bezittingen - schulden en het heffingsvrij vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zit het met het vermogen van kinderen?

A

Tot het kind 18 jaar is, geeft de belastingplichtige dit aan in zijn aangifte. Eis hiervan is dat de belastingplichtige het ouderlijk gezag heeft over het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zit het als jouw minderjarig kind werkt?

A

Hier wordt die zelf over belast in box 1. Dit geldt dus alleen voor loon of winst uit onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke heffingskortingen zijn er?

A
  • Algemene heffingskorting
  • Arbeidskorting
  • Inkomensafhankelijke combinatiekorting
  • Heffingskortingen voor AOW-gerechtigden
  • Jonggehandicaptenkorting
  • Levensloopverlofkorting
  • Heffingskorting voor groene beleggingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt de eigenwoning regeling?

A

Kortom gaat het hier om Eigenwoning + eigenwoningforfait - aftrekbare kosten (dit valt onder box 1 - woning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een eigen woning?

A

Er moet hier aan twee voorwaarden voldaan, namelijk:

  1. U, uw fiscale partner, of u beiden bent eigenaar van de woning.
  2. De woning is uw hoofdverblijf.

(Huurwoning of een verhuurd pand is geen eigen woning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt er nog meer onder een eigen woning?

A
  • Woonboot met vaste ligplaats
  • Woonwagen met vaste standplaats
  • Woning waar u of uw fiscale partner het recht van erfpacht voor de grond of het recht van opstal hebt.
  • Woning op basis van lidmaatschap van een coöperatieve flatvereniging
  • Woning waar je het recht van bewoning of recht van gebruik hebt geërfd. Bovendien woon je hier zelf in.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem het voordeel en nadeel bij vruchtgebruik overdracht bij leven

A

Voordeel: Bij overlijden van ouders blijft de waarde van het huis buiten de heffing van erfbelasting (aangezien de kinderen al blote eigendom hebben) Bestaat nu niet meer!

Nadeel: vruchtgebruik valt niet meer in box-1 maar in box 3.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke twee gevallen is er sprake van tijdelijk 2 woningen?

A
  1. Verhuisregelingen (verhuizing, woning in aanbouw of verbouw)
  2. Scheiding en de eigen woning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe geldt de aftrek voor verhuizing (dus niet verbouwing) bij twee woningen?

A

De aftrek geldt gedurende het jaar van leeg te koop zetten en de daaropvolgende drie jaar.

17
Q

Hoe werkt de belasting bij verhuizing en woning in aanbouw of verbouw? (tijdelijk 2 woningen)

A

De nieuwe woning moet in het jaar van aankoop of de daaropvolgende drie jaar het hoofdverblijf worden.

18
Q

Wat is het eigenwoningforfait (EWF)?

A

Is een percentage van de WOZ-waarde van de woning. Hoe hoog deze waarde is waarmee het EWF wordt berekend hangt af van de waarde van de woning.

19
Q

Wat is de vuistregel voor aftrekbare kosten eigen woning?

A

Kosten inzake geldlening(en) zijn aftrekbaar.

Kosten inzake de eigendom van de woning zijn niet aftrekbaar.

20
Q

Wat houdt de wet Hillen in?

A

Wanneer er weinig rente wordt betaald omdat de eigenwoningschuld nihil is. Dan zal het EWF hoger dan de rente zijn. Hiervoor wordt een extra aftrekpost (Hillen) toegepast.

21
Q

Hoe wordt tijdelijke verhuur belast?

A

Tijdelijke verhuur wordt belast in box 1 voor 70% van de ontvangsten uit de huur. Het wordt inkomsten uit tijdelijk verhuur genoemd.

22
Q

Wanneer kan je kamerverhuurvrijstelling krijgen?

A
  1. De ruimte voor verhuur is niet zelfstandig. (maakt deel uit van de woning)
  2. De verhuur is structureel (tijdelijke verhuur van korte duur)
  3. De huuropbrengst is niet hoger dan €5.688
  4. Inschrijving bij de gemeente (huurder staat ingeschreven op adres van verhuurder
  5. Woning dient jouw eigendom te zijn