Belastingdienst Flashcards
1
Q
daar heb ik toch niks mee te maken
A
I have nothing to do with that
2
Q
Regering
A
Government
3
Q
Rijksbegroting
A
National budget
4
Q
Troonrede
A
Throne speach
5
Q
Beschrijven
A
Describe
6
Q
Bedenken
A
Figure out, imagine
7
Q
Ontvangen aan belastingen
A
Receive from taxes
8
Q
Tof
A
Cool
9
Q
Krijgen een boete
A
Receive a fine
10
Q
Ongelofelijke
A
Unbelievable
11
Q
Ontduiken
A
Evade
12
Q
Duiken
A
Dive
13
Q
belastingopgave
A
Tax declaration
14
Q
Uitleggen
A
Explain
15
Q
Uitkering
A
Payment
16
Q
Reden
A
Reason
17
Q
Heb een hekel aan
A
Hate
18
Q
Verdient
A
Deserv
19
Q
Stel je voor
A
Imagi
20
Q
Opgeven
A
Give up
21
Q
Aantrekkelijk
A
Attractive
22
Q
Verboden
A
Forb
23
Q
Komen erachter
A
Come behind it (come for it)
24
Q
Volwassen
A
Adu
25
Accijnzen
Exercise tax
26
Staatskas
Treasury
27
Terecht
Justly
28
Afpakken
Take away
29
Tegenwoordig
Now
30
Aangeven
Indicate
31
Onkosten
Expenses
32
Optellen
Add up
33
Onderin
At the bottom
34
Berekenen
C
35
Bedoeling
Intention
36
Ingewikkeld
Complicated
37
Verzinnen
Invent
38
Heffen
Lifting (starting?)
39
Heleboel
Many
40
Veilig
Safe
41
Inhalige
Greedy
42
Kleuter
Toddler
43
Bejaardentehuis
Nursing homes
44
Aan de andere kant
On the other hand
45
Schitterende
Beautiful