belangrijkste processen en stoffen Flashcards

1
Q

JAK2-V617F mutatie

A

mutatie in JAK2 die verhoogde kinase activiteit veroorzaakt en hierdoor een verhoogde aanmaak van rode bloedcellen
- mutatie zit in het pseudokinase domein (JH2)
- zorgt voor verhoogde activiteit in het kinase domein (JH1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WNT

A

zorgt voor asymmetrische deling van intestinale stamcellen.
- WNT is een lipofiel eiwit en hierdoor alleen werkzaam op korte afstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

WNT-pathway

A

WNT bindt aan de WNT-receptor op een intestinale stamcel, hierdoor wordt destructiecomplex inactief.
- dit zorgt dat B-catenine los komt van destructiecomplex en de celkern in gaat
- hier zorgt het voor factoren die celdeling bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

B-catenine

A

effector van het WNT-pathway.
- in de cel gebonden aan destructiecomplex, hierdoor inactief
- wanneer WNT gebonden is, gaat het celkern in en bindt aan TcF, dit vormt complex en zorgt dat genen voor celdeling tot expressie komen
- ook nog functie als stabilisator, bindt aan e-cadherine en zorgt zo voor versteviging van cel-cel verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

P53

A

tumorsuppresor gen
- speelt rol in apoptose en senescence
- bij DNA-schade stijgt P53, waardoor celcyclus wordt gestopt -> schade herstel of apoptose
- reguleert P21 en BAX
- wordt in normale cel afgebroken door MDM2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

COX-2

A

wordt in een tumor geproduceerd door tumorcellen, maar ook door immuuncellen door de tumor geinduceerde ontstekking
- hoge concentratie induceert de productie van PGE2 -> activatie WNT pathway -> celproliferatie/celdeling
- COX-2 remmers: remmen WNT-pathway, hierdoor uitstel van kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

BCL-2

A

remt apoptose
- meer BCL-2 dan BAX leidt tot celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BAX

A

stimuleert apoptose
- meer BAX dan BCL2 is apoptose
- wordt geactiveerd door P53

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MDM2

A

feedback regulator van P53
- breekt p53 af door binding in het transcriptie activerende domein
- bij DNA schade wordt de binding met p53 geblokkeerd door fosforylering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

MMP-9

A

metalloprotease
- zorgt voor afbraak van collageen type IV in de extracellulaire matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

BRCA

A

beinvloed het gedrag van RAD51 eiwit (basepairing)
- bij BRCA-deficiente cellen is de reparatie van dubbelstrengs DNA-breuken door HR gestoord, dus cel dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Topoisomerase

A

als tijdens DNA-replicatie het niet-gespleten deel te strak is opgerold, kan topoisomerase het uit elkaar halen
- topoisomerase I maakt een enkelstrengs breuk, haalt de andere streng door de breuk heen en ligeert de uiteinden aan elkaar
- topoisomerase II maakt een dubbelstrengs breuk en haalt er een ander stuk met een dubbelstrengs breuk doorheen, dus eig 2 windingen tegelijk eruit
- topoisomeraseremmer: zorgt voor remming nadat de knip is gemaakt, hierdoor ophoping van DNA-breuken -> apoptose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

PARP

A

eiwit dat bindt aan enkelstrengs breuken en de breuken stabiliseert, dit bevordert herstel
- PARP-remmer: hierdoor kunnen de enkelstrengs breuken niet worden gerepareerd -> ophoping breuken
- in BRCA deficiente cellen kunnen deze breuken niet gerepareerd worden, dus in BRCA deficiente tumoren, hiermee tumorgroei remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

BCR-ABL

A

fusiegen door een translocatie van chromosoom 9 en 22
- veroorzaakt CML
- veroorzaakt sterke groei en abnormale ontwikkeling van witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cyclines

A

controleren voortgang van cel
- cycline D: actief in de G1-fase, zorgt voor activatie van de celcyclus
- cycline E: actief op overgang G1/S-fase en S-fase
- cycline A: actief in S-fase, zorgt voor progressie van S-fase
- cycline B: actief in G2-fase, zorgt voor voortgang van G2-fase naar mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CDKs (cycline afhankelijke kinases)

A

binden aan cyclines en zijn alleen in gebonden vorm actief
- fosforyleren eiwitten die nodig zijn voor celcyclus progressie

17
Q

CDKIs (cycline afhankelijke kinase inhibitoren)

A

binden aan de cycline/CDK complexen en remmen de kinase activiteit
- met name in de G1-fase actief, na signalen van buitenaf of DNA schade