begrippenlijst dag 1 Flashcards
abstract modeling
proces waarbij kinderen algemene regels en principes ontwikkelen die ten grondslag liggen aan het gedrag dat ze observeren
acceleratie
het aanbieden van speciale lesprogramma’s waarmee hoogbegaafde kinderen in hun eigen tempo verder leren. dat kan betekenen dat ze zich met het lesmateriaal van hogere groepen bezig gaan houden
accomodatie
het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen
aquired immune deficiency syndrome (AIDS)
seksueel overdraagbare aandoening doe wordt door het humaan immunodeficientievirus (hiv)
adaptie
de neiging van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving
adolescentie
het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd en de volwassenheid
afasie
een taalstoornis waarbij je taalvermogens aangetast zijn of verdwenen als gevolg van hersenletsel. Anders dan bij bijvoorbeeld dementie, worden de geestelijke vermogens van de patienten meestal niet aangetast
affordances
de actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft
afgewezen adolescent
adolescent die niet aardig gevonden wordt en op wie leeftijdsgenoten duidelijk negatief reageren
afhankelijke variabele
de variabele die de onderzoeker gaat meten en waarvan hij verwacht dat deze beinvloed wordt door de onafhankelijke variabele
age-crime curve
het fenomeen dat er zich onder jongeren en jongvolwassenen naar verhouding meer verdachten en strafrechtelijke daders bevinden dan in jongere en oudere leeftijdsgroepen
agressie
grensoverschrijdend gedrag dat iemand inzet om - bewust of onbewust- iets kapot te maken, iemand schade te berokkenen, en/of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil
alcoholist
iemand die langzaam maar zeker geestelijk en lichamelijk afhankelijk is geworden van alcohol en niet in staat is om zijn drankgebruik te beperken
androgenen
mannelijke geslachtshormonen, de voornaamste is testosteron
angstig-ambivalent hechtingspatron
hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie van positieve en negatieve reacties op hun moeder vertonen als ze terugkeert na afwezigheid
anorexia nervosa
ernstige en mogelijk levensbedreigende eetstoornis waarbij mensen weigeren te eten, terwijl ze ontkennen dat hun gedrag of skeletachtige uiterlijk normaal is.
angstig vermijdend hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid van hun moeder opzoeken en haar lijken te mijden als ze terugkeert na afwezigheid
anoxia
een gebrek aan zuurstof naar de hersenen
Apgar-score
een standaard meetsysteem waarmee de gezondheid van een pasgeboren baby kan worden bepaald aan de hand van verschillende factoren
articulatiestoornis
stoornissen in het spreken waarbij klanken worden vervormd, vervangen of geheel weggelaten, zoals lispelen, slissen en neusspraak
assimilatie
het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de hand van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkkader
assimilatiemodel
de opvatting dat alle nieuwkomers in een land zich volledig moeten aanpassen aan de cultuur van dat land
associatief spel
spelvorm waarbij twee of meer kinderen daadwerkelijk de interactie aangaan doordat ze speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen, hoewel ze niet hetzelfde doen
astma
chronische aandoening die wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen van piepend ademhalen, hoesten en kortademigheid
attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)
een gedragsstoornis, gekenmerkt door gebrek aan aandacht, impulsiviteit en een lage tolerantiedrempel voor frustratie en overbeweegelijkheid
auditieve beperking
probleem met het gehoor, zoals slechthorendheid of doofheid
autobiografisch geheugen
de herinnering aan specifieke gebeurtenissen uit ons eigen leven
automatisering
verwijst naar de mate waarin een activiteit aandacht vereist
autonome cooperatiestadium
het stadium van morele ontwikkeling waarin kinderen zich ervan bewust worden dat formele spelregels gewijzigd kunnen worden als mensen die het spel willen spelen het daarmee eens zijn
autonomie
onafhankelijkheid en controle over het eigen leven
autoritaire opvoedingsstijl
manier van opvoeden die zich kenmerkt dooor controlerend, star en koud gedrag, vaak straffen en het eisen van strikte gehoorzaamheid van kinderen
autoritatieve opvoedingsstijl
een liefdevolle en emotioneel ondersteunende manier van opvoeden, die zich enerzijds kenmerkt door het hanteren van duidelijke en consistente regels, en anderzijds door het uitleggen aan kinderen waarom zij zich op een bepaalde manier moeten gedragen
baby met een laag geboortegewicht
baby die minder dan 2500gr weegt ten tijde van de geboorte
baby met een zeer laag geboortegewicht
baby die minder dan 1250gr weegt, of minder dat 30 weken in de baarmoeder heeft doorgebracht
babytaal
een manier van praten tegen baby’s die bestaat uit korte en eenvoudige zinnetjes, een hoge toonsoort en zangerige intonatie
Bayley scales of infant development (BSID-III-NL)
instrument om de ontwikkeling van kindern vanaf 16 dagen tot en met 42 maanden en 15 dagen in kaart te brengen
beginnende cooperatiestadium
het stadium van morele ontwikkeling waarin kinderen gedeelde regels leren tijdens sociale spelletje en deze regels nog steeds als grotendeels onveranderlijk beschouwen
behavioristisch perspectief
benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling van het individu te begrijpen
bevruchting
het proces waarbij een zaadcel en een eicel (de mannelijke en vrouwelijke gameten) samenkomen om 1 nieuwe cel te creëren
biculturele identiteit
integratie in de dominante cultuur met behoud van de oorspronkelijke culturele identiteit
binaire denken over seksuele orientatie
het indelen van mensen in heteroseksueel of homoseksueel
binaire identiteit
het indelen van sekse en gender in mannelijk of vrouwelijk
bio-ecologisch model
model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig beinvloeden
body mass index
de meest gebruikte maat om overgewicht te definiëren, gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht: het gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte
boulimie
eetstoornis die zich kenmerkt door eetbuien gevolgd door overgeven of het gebruik van laxeermiddelen om voedsel weer krijt te raken
brabbelen
het maken van op spraak lijkende maar betekenisloze geluiden
casestudy
studie waarbij de toestand waarin 1 individu of groep individuen verkeert diepgaand en uitvoerig wordt onderzocht
cefalocaudaal principe
het principe dat groei een patroon volgt dat begint met het hoofd en de bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het lichaam
centratie
het onvermogen van jongekinderen om zich op meer dan 1 aspect van een stimulus te concentreren
CHC-model van intelligentie
een van de meest actuele modellen van de structuur van intelligentie
chromosoom
staafvormige stukjes dna die georganiseerd zijn in 23 paren
chronische ziekte
een aandoening die lange tijd aanhoudt en waarbij er geen uitzicht is op volledige genezing
circulaire reactie
een activiteit die de ontwikkeling van cognitieve schema’s mogelijk maakt, dankzij de herhaloing van een willekeurige motorische handeling
clusterzelfdoding
een situatiee waarbij een geval van zelfdoding leidt tot pogingen van anderen om zichzelf ook om het leven te brengen
cochleair implantaat (CI)
een hoorapparaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt en geluiden nier harder maakt zoals een gewoon hoorapparaat, maar het geluid omzet in signalen, die naar de gehoorzenuw worden verstuurd
cognitief perspectief
benadering binnen de psychologie die zich richt op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, begrijpoen en overdenken
cognitieve neurowetenschap
benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt op de invloed van hersenprocessen op cognitieve activiteit
cognitieve ontwikkeling
ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens, zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossen
cohort
een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
collectivistische orientatie
denk en leefwijze waarin de nadruk ligt op onderlinge en wederzijdse afhankelijkheid
concept
categorisering van objecten, gebeurtenissen of mensen die bepaalde eigenschappen gemeenschappelijk hebben
concreet-operationeel stadium
de periode van cognitieve ontwikkeling tussen het zevende en twaalfde levensjaar die wordt gekenmerkt door het actieve en juiste gebruik van logica
conservatie
het inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning
constructief spel
spelvorm waarbij kinderen objecten manipuleren om iets te produceren of bouwen
continue verandering
geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die op vorige niveaus
controlegroep
de groep die in een experiment niet wordt blootgesteld aan de experimentele conditie
controversiele adolescent
adolescent die door sommige leeftijdsgenoten aardig gevonden wordt en door andere niet
conventioneel niveau
kohl bergs tweede niveau van morele ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op wat men van hem of haar verwacht en op wat de groep of meerderheid goed vindt
cooperatief spel
spelvorm waarbij kinderen echt met elkaar spelen (wisselen elkaar af, doen spelletjes of bedenken wedstrijdjes)