Begrippen voor examen Flashcards

1
Q

Geef alle zinsdelen

A

onderwerp. O
Persoonsvorm PV
Gezegde
Werkwoordelijk gezegde. WWG
Naamwoordelijk gezegde. NWG
Lijdend voorwerp. LV
Meewerkend voorwerp. MV

Voorzetselvoorwerp VZV
Bijwoordelijke bepaling BWB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef alle woordsoorten

A

zelfstandig naamwoord
Lidwoord(bepaald,onbepaald)
Warkwoord(zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoorden(zwabbers),hulpwerkwoord)
Bijvoeglijk naamwoord)
Bijwoord
Voornaamwoord(persoonlijk,bezittelijk,aanwijzend,betrekkelijk,vragend,wederkerend(zich,me),wedekerig(elkaar,mekaar),onbepalend)
Telwoord(hoofdtelwoord(bepaald of onbepaald), rangtelwoord (bepaald, onbepaald))
Voegwoord(nevenschikkend (en,of,want,maar,dus,noch)(onderschikkend)
Voorzetsel
Tussenwerpsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

info schrijver de aanslag

A

harry muzisch
1982
1ste boek Archibald strohalm
2de beste boek de ontdekking van de hemel
Aanslag beste boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

info motto boek

A

citaat,hint van schrijver van hoe je het boek moet interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

info proloog boek

A

wrm boek geschreven
Zeggen wat er vooraf is gebeurd
Introductie karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

info Middelnederlands

A

1200-1500
Nederland,Vlaanderen,nederlandsdeel Noord-Frankrijk
Verzameling dialecten
Diets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

warm kwam het middelnederalnds er

A

de rijke burgerij kon boeken kopen en maken maar wouden geen vreemde taal leren
Verhalen rijmden vaak (mnemotechisch hulpmiddel)(makkelijker te onthouden voor verhaalvertellers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschil enclissis proclissis

A

bij proclissis minst belangrijk deel vooraan
Bij enclissis minst belangrijkdeel vanachter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil Nederlands en middelnederlands

A

uitspraak anders—> ij—> i
Ui—>u
Gebrijkte e of i om woorden te verlengen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee ridderromans heb je

A

Karel roman athurroman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly