Begrippen examen Flashcards

1
Q

Info karelroman

A

theocentrisme
Voorhoofs ( vrouw bijkomst ruwheid centraal)
Epische concentratie (alles wordt toegeschreven aan 1 persoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Info arthuurroman

A

verhaal bevat koning Arthur (bestond mss niet echt)
Hoofse roman niet meer zo brut meer respect naar vrouwen bevat queesten structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn de schrijvers van wallewein en het vliegend schaakbord

A

penninc en vosteart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef alle deugdelijke argumenten

A

basis van inductie (concrete observatie)
Basis van deductie (algemene regels)
Basis van autoriteit (info van een specialist)
Basis van analogie (gelijkaardige situaties)
Basis van een voorbeeld
Basis cijfers en statistieken
Basis oorzaak gevolg
Basis gedrags-en waarderingsregels
Basis van pragmatische overwegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef me alle drogredenen

A

foutive referentie aan een autoriteit
Foute analogie
Veralgemening
Onjuist verband oorzaak gevolg
Vals dilemma
Op de man spelen
Cirkelredeneringmaken
Argument uit het ongerijmde (hypothese )
Woorden in de mond leggen
Recht napraten wat krom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef betekenis
Aula
Academisch
Hanteren
Factualiteit
Hindernis
Complex
Authentiek

A

groote zaal
Een plaats van de universiteit
Gebruiken
Afdeling
Lastigheid
Lastig
Echt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dubieus
Consciëntieus
Arbitrair
Plausibel
Significant
Valide

A

Twijfelachtig
Zorgvuldig
Willekeurig
Aannemelijk
Veelbetekenend
Betrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

begrijpen
Basis
Cliché
Verlagemening

A

Interpreteren
Primaire
Stereotype
Generaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly