begrippen uitleggen Flashcards

1
Q

wat zijn boltsjewieken?

A

radicale revolutionairen, arbeiderspartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat deden de boltsjewieken?

A

ze scheidden zich af van de mensjewistische factie in 1903

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat betekent bolsje?

A

meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat wouden de bolsjewieken?

A

door revolutie het staatsapparaat ondermijnen en zo nodig afzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in welk jaar vond de oktoberrevolutie plaats?

A

in 1917

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oktoberrevolutie: wat deed lenin?

A

keerde in 1917 uit balingsschap terug en wilde de burgelijke-liberale revolutie omzetten in een socialistische revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

van wie kreeg Lenin steun?

A

van de boeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oktoberrevolutie: waarom kreeg Lenin steun van de boeren?

A

de grond behoorde volgens de boeren aan degene die hem berwerkte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oktoberrevolutie: wat werd er vermeden

A

een volksopstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oktoberrevolutie: wat voor opstand kwam er wel?

A
  • afscheidingsbewegingen in de randgebieden
  • boerenopstanden tegen grootgrondbezitters
  • deserties aan het front.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie en waar verworven tijdelijk de meerderheid?

A

de bolsjewieken in Sint-Petersburg en Moskou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oktoberrevolutie: wat deden de bosjewisken onder leiding van Lenin en Troski?

A

ze voerden een staatsgreep uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oktoberrevolutie: gevolg staatsgreep bolsjewieken

A

Algemeen Russisch Congres van Sovjets werd opgericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oktoberrevolutie: achter wat schaarde Algemeen Russisch Congres van Sovjets zich?

A
  • oorlog beëindigen
  • private grondbezit afschaffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tot wat was Stakanov benoemd?

A

tot held van de Sovjet-Unie vanwege de hoeveelheid werk dat hij verzette

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in welke mijnen werkte Stakanhov?

A

in de mijnen van de donetsbekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat deed stakhanof in 1935, in de mijnen van de Donetsbekken?

A

hij dolf veertien maal door de staat als norm gestelde hoeveelheid steenkool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voor wat stond Stakhanov symbool?

A

voor het communistische arbeidsethos en werd gebruikt ter demonstratie van de superioriteit van het socialistische economische systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is het fascisme?

A

een extreme vorm van autoritair nationalisme -> anti-democratisch, anti-communistisch, anti-liberaal, anti-parlementair en anti-intellectueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waar en wanneer werd het fascisme ingesteld?

A

in Italië van 1922 -1943

21
Q

totalitarisme

A

politiek systeem waarin het individu geheel en al onderworpen is aan dat systeem, ook zijn privéleven
- de overheid is in alle lagen van de samenleving aanwezig

22
Q

wat worden de volgers van het totalitarisme geacht?

A

de ideologie actief uit te dragen en te beleven

23
Q

waarmee zijn mensen van het totalitarisme bezig?

A

ze willen ook macht hebben over de persoonlijke levens van hun burgers

24
Q

Black Thursday

A

één van de dieptepunten van de beurscrash op de New York effectenbeurs Wall Street

25
Q

wat daalde met hoeveel procent op Black Thursday?

A

De Dow Jones daalde met 11,7%.

26
Q

van wie was de Balfour Declaration?

A

Britse minister Balfour

27
Q

wat was de Balfour Declaration?

A

officiele verklaring waarmee de Britse regering steun toezegde voor een ‘nationaal tehuis’ (Israël) voor het joodse volk in Palestina

28
Q

New Deal

A

het Amerikaans sociaal economisch hervormingsprogramma van Roosevelt

29
Q

doel New Deal

A

VS terug een economische macht te maken na de Grote Depressie

30
Q

Reichsführer

A

kanselier + president van het derde rijk, dit werd Hitler in 1934

31
Q

Übermensch versus untermensch: wat waren Duitsers?

A

ze behoorden tot het superieure Arische ras en waren cultuur scheppende übermenschen

32
Q

Übermensch versus untermensch: wat wouden de Duitsers?

A

ze wouden meer ‘Lebensraum’ hebben, dit kon niet in Europa zonder verovering

33
Q

Übermensch versus untermensch: wat deed Duitsland om meer ‘Lebensraum’ te verkrijgen?

A

ze moesten de untermensch uitschakelen: joden en holibi’s

34
Q

tussen wie was Anti-Kominternpac?

A

tussen Nazi-Duitsland en het Japanse keizerrijk, later voegde Italië zich hier ook aan toe

35
Q

tegen wat was de Anti-Kominternpac gericht?

A

gericht tegen het communisme

36
Q

wat vormden Nazi-duitsland, het Japans Keizerrijk en Italië door het Anti-Kominternpac?

A

ze vormden de aslanden

37
Q

synoniem Molotov-von Ribbentroppac

A

Duivelspact

38
Q

wat is het Molotov-von Ribbentroppac?

A

het niet-aanvalsverdrag tussen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Uni in 1939

39
Q

wat kon er gebeuren door Molotov-von Ribbentroppac?

A

Hitler kon hierdoor oorlog voeren met Polen

40
Q

wie verbrak het Molotov-von Ribbentroppac?

A

Duitsland door op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie aan te vallen

41
Q

van wanneer tot waneer duurde het Vichy-regime?

A

van 10 juli 1940 tot 20 augustus 1944

42
Q

wat gebeurde er bij het Vichyregime?

A

eerst werd een groot deel van het land en vanaf november 1942 heel Frankrijk bezet werd door Nazi-Duitsland

43
Q

op welke dag was D-Day?

A

op 6 juni 1944

44
Q

wat gebeurde er op D-Day?

A

de geallieerden (Amerika) kwamen toe met veel troepen via boten en parachutes op de stranden van Normandië om de Duitsers weg te drijven

45
Q

uitroeiingskampen en vernietigingskampen

A

Een concentratiekamp dat speciaal bedoeld was om mensen te vermoorden. Deze kampen werden opgericht door Nazi-Duitsland tijdens WOII

46
Q

Enola Gay

A

een Amerikaanse B-29 Superfortress bommenwerper die tijdens WOII de eerste atoombom op Hiroshima afwierp

47
Q

wat was de naam van de atoombom die Enola Gay afvuurde?

A

Little boy

48
Q

hoeveel doden vielen er bij de atoombom op Hiroshima?

A

78000

49
Q

naar wie was Enola Gay vernoemd?

A

de moeder van de piloot Tibbets